De taxichauffeur had het voorspeld! Vertwijfeld prevelde André Vermeulen het voor zich uit. ‘De Finnen gaan winnen’, had die taxichauffeur gezegd. Vermeulen had de weg van de luchthaven naar hartje Athene nuttig gebruikt om nauwkeurig de wetmatigheden van het songfestival aan te stippen en om de taxichauffeur erop te wijzen dat iedereen in dit leven zo zijn specialiteit heeft en dat hij, André Vermeulen, ook niet met taxi’s rijdt. Zeven uur later voelde Vermeulen zich als een wetenschapper die zijn witte proefbuismuizen elkaar voor zijn ogen zag opvreten. Zijn wereld van zorgvuldig opgebouwde zekerheden was ingestort. Tot voor enkele uren draaide het volgens Vermeulen bij het songfestival nog steeds om het liedje en om een bepaalde vorm van kwaliteit. Niet dus. Anders had Kate Ryan de finale wel gehaald.

Waar het dat songfestival dan wél om te doen is, is ons na drie uur televisie niet helemaal duidelijk geworden. We zagen een Moldavische deerne gretig haar plooirokjes uit gooien; een Zweedse furie smeekte om een motor tussen haar benen; vier rode Spaanse zusters hadden iets met de stoelen waarop ze heen en weer draaiden en telkens vroegen we ons verbaasd af of dit nu Engels was of het taaleigen van hun land van herkomst, waarin die zangers en zangeressen zich de ziel uit het lijf schreeuwden. Het moge duidelijk zijn dat het songfestival een uit zijn koers geslagen komeet is in het universum van het populaire lied. En dat de prognose van een taxichauffeur tegenwoordig evenveel waard is als die van een doorgewinterde Eurosongdeskundige. Een nimf als Kate strandt met kniezwengel en al in de halve finale en een troep orks en trollen wordt uitgeroepen tot Europe’s finest.

Niet dat die taxichauffeur veel eer gehaald heeft van zijn haarscherpe analyse. Nadat hij André aan zijn hotel had afgezet, pikte hij nietsvermoedend Bert Anciaux op, Vlaams minister van Cultuur en zeer groot fan van ons Kate. Zo’n groot fan dat hij daags na de roemloze nederlaag monter op de radio verklaart dat hij helemaal niet ontgoocheld is en dat die 60.000 euro subsidie zeker niet slecht besteed waren. Wat niemand wist, is dat Anciaux een plan achter de hand had. Nog de volgende dag vloog hij naar Athene om Kate hoogstpersoonlijk te troosten in deze moeilijke tijden. En daar was die taxichauffeur weer. ‘De Finnen, meneer, let op mijn woorden, de Finnen gaan winnen.’ De arme man was nauwelijks uitgesproken of hij kreeg een dreun op de neus van zijn hooggeplaatste passagier. Waarop die laatste uitstapte en briesend en foeterend om zo veel gebrek aan respect te voet zijn weg verder zette, recht naar het hotel van Kate om zijn vlam vooralsnog het songfestival binnen te smokkelen. Als ze niet op de voorgrond mocht, waar hij haar graag had gezien, dan zou hij haar wel stiekem incognito op de achtergrond in beeld smokkelen. Die lichtgevende cactussen bij de Duitsers? Kate! De bleke danseres die uit de piano bengelde bij de Russen? Kate! De hakbijl waarop de zanger van Lordi zijn microfoon schroefde? Jawel: Kate. Maar helaas kende de jury geen punten toe voor decors en vorm, enkel voor inhoud – een keuze die bij gebrek aan dat laatste misschien maar eens moet worden herzien.

In ieder geval: de Belgen en de Nederlanders zijn boos en willen niet meer meedoen. Het songfestival is verwaterd tot een kermis van tweederangsartiesten die in slecht Engels over nonsens kwelen. Nee maar. En wanneer is het ooit anders geweest? Is het probleem niet veeleer dat wij dat festival veel te serieus nemen en kostbare zondagavonden opofferen aan gepalaver over de beste kandidaat-inzending, waarbij we zelfs dure woorden als ‘niveau’ en ‘kwaliteit’ in de mond nemen? Terwijl opvallen, of het nu met een halve striptease is, een getatoeëerde blondine of een carnavalskostuum, veel belangrijker is dan winnen. En een behoorlijk liedje noch een kniezwengel daartoe volstaan – iets waar zelfs een minister van populaire cultuur niets aan kan veranderen.

Door Tine Hens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content