Wat hebben de smokkel van Oost-Europese prostituees in Edinburgh, een comapatiënte met geheugenverlies, zelfmoordenaars zonder zelfmoordplannen, onrustige geesten en het ultieme kwaad met elkaar gemeen? It’s all in a day’s work voor speurneus Tony McLean.

Detective inspector Tony McLean zit tijdelijk bij de zedenrecherche. Als hij na een anonieme tip in de haven een transport met Oost-Europese prostituees onderschept, weet hij niet dat zijn onderzoek hem een heel andere kant uit zal leiden, in de richting van zijn nieuwe collega’s én van zijn eigen traumatische verleden.

Schrijver James Oswald wil veel in zijn nieuwe thriller, misschien te veel. Bij McLeans onderzoek naar het prostitutienetwerk wordt een pooier vermoord die tot dan toe door de zedenpolitie werd gedoogd. De nieuwe collega’s van zeden hebben het duidelijk niet zo voor McLean, die te veel morele bezwaren opwerpt en niet begrijpt dat je de Edinburghse prostitutie niet zomaar kunt uitmesten, want dan komt er gewoon een andere pooier die zijn nieuwe bewind met geweld installeert en de prostituees nog meer doet lijden.

McLean holt intussen van zaak naar zaak. Zijn vriendin Emma, die in het vorige boek werd ontvoerd, is na twee maanden uit haar coma ontwaakt. Ze lijdt aan geheugenverlies en raakt in de ban van een charismatische dokter die haar met hypnosetherapie probeert te helpen. En dan is er nog de zaak van de zelfmoordenaars: mensen die zich schijnbaar verhangen, een zelfmoordbriefje achterlaten en toch niet verantwoordelijk zijn voor hun eigen dood.

Oswald weeft al die verhalen slim door elkaar en giet er nog een morbide Schotse saus van geesten en meedogenloos kwaad over. McLean is zonder twijfel een witte ridder die op nogal eigenzinnige wijze goed wil doen voor de zwakkeren, maar hij meet zich ook met krachten die niet onder het takenpakket van een rechercheur vallen. Gelukkig schiet de nogal opzichtige Madame Rose hem te hulp, een travestiet die vlot met het geestenrijk communiceert.

McLean kent veel dode mensen (zijn ouders zijn omgekomen in een vliegtuigongeluk, zijn grote liefde is vermoord) en hij durft zelfs de kat die bij hem binnensluipt niet te vertrouwen. Daardoor hebben de thrillers rond zijn persoon een nogal eigenaardige bovennatuurlijke kant. Wie niet van horror houdt, zal dus af en toe de wenkbrauwen fronsen. Omdat Oswald zo veel tegelijk in zijn thrillers doet – er is ook nog een link met Arthur Conan Doyle – voelt het alsof hij net iets te veel lezers wil aanspreken. Vooralsnog pakt dat overigens goed uit: er zijn intussen wereldwijd al 1 miljoen exemplaren van zijn boeken verkocht. Toch nog dit: Oswald voert het politiekorps van Edinburgh als een bende incompetente, luie, patserige en moordlustige individuen op. Na drie boeken is dat niet echt meer geloofwaardig. Hopelijk is het Schotse Comité P tegen boek vier langs geweest met een heel grove borstel.

GALGENLIED ***

James Oswald, Lannoo (originele titel: The Hangman’s Song), 406 blz., ? 19,99.

JOHANNA SPAEY

CENTRALE ZIN Hij is niet bang voor het monster, maar kan ook niet ongehoorzaam zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content