Sinds hij de cowboyhoed van Killer Joe heeft opgezet, is Matthew McConaughey zo ongeveer the hottest kid in Tinseltown en voorlopig blijft dat nog wel even zo. Een exclusief gesprek over zijn Oscargenomineerde metamorfose tot medicijnendealer met hiv in de biopic Dallas Buyers Club en zijn al even intense rol als getroebleerd speurder in de HBO-serie True Detective. ‘Geen beter moment om te lachen dan wanneer je terminaal bent, toch?’ ?

Het leven begint op je veertigste, zo wil het gezegde, al lijken de zwaartekracht en het metabolisme die stelling voor de meesten onder ons onbarmhartig tegen te spreken. Wie alvast géén klachten heeft – toch niet fysiek en al helemaal niet professioneel – is Matthew McConaughey. Sinds zijn tram vier vertrok, nu vier jaar geleden, verkeert de rijzige Texaan in grootsere vorm dan ooit. Gedaan met de helmboswuivende adonis uithangen in onnozele komedies als The Wedding Planner (2001) en Fool’s Gold (2008), moet McConaughey hebben gedacht toen hij die veertig kaarsjes uitblies, tijd om te tonen wat ik als acteur écht in mijn mars heb, zoals in het begin van mijn carrière – in indietoppers als Dazed and Confused (1993) van Richard Linklater bijvoorbeeld, of in Lone Star (1996) van John Sayles.

De ‘McConaissance’, zoals zijn transformatie van romcomromeo tot acteursbeest werd gedoopt, begon in 2011 met William Friedkins sardonische comedy noir Killer Joe. Daarin mocht McConaughey een psychotische huurmoordenaar met sheriffbadge en cowboyhoed spelen, en tussendoor Gina Gershon al heupwiegend een kippenbout in de mond proppen. Daarna volgden het hitsige moordmysterie The Paperboy (Lee Daniels, 2012), het lyrische coming-of-ageavontuur Mud (Jeff Nichols, 2012) en Steven Soderberghs sexy male strippers-drama Magic Mike (2012). Bovendien kun je McConaughey momenteel nog steeds zien schitteren in Martin Scorsese’s makelaarssatire The Wolf of Wall Street, waarin hij als coke- en geldverslaafde beursveteraan met hooguit vijf hilarische minuten screen time zelfs Leo DiCaprio tot figurant dreigt te degraderen.

Daarenboven heeft de herboren hunk – voor de dames: sinds 2006 is hij samen met het Braziliaanse model Camila Alves, met wie hij drie kinderen heeft – ondertussen alwéér twee nieuwe toprollen in petto. In de broeierige HBO-serie True Detective, momenteel te zien op Prime, moet hij samen met collega-speurder Woody Harrelson een reeks occulte moorden langs de kusten van Louisiana zien op te lossen, al heeft zijn personage – de pessimistische, pillenslikkende flik Rust Cohle – ook zo zijn eigen demonen te bekampen. De achtdelige anthologieserie, die één enkel, volledig afgerond verhaal vertelt en in een eventuele tweede seizoen dus van een nieuwe casus met een nieuwe cast vertrekt, werd geschreven door neonoirschrijver Nic Pizzolatto en integraal geregisseerd door Cary ‘Jane Eyre’ Fukunaga, kwestie van er een coherente toon en stijl aan te geven.

McConaugheys andere tour de force is zijn rol in de door de Canadees Jean-Marc Vallée geregisseerde biopic Dallas Buyers Club, inmiddels goed voor zes Oscarnominaties, waaronder voor het eerst ook een voor McConaughey zelf. And deservedly so! Daarin incarneert hij Ron Woodroof, een wilde rodeocowboy, heteroseksuele dekhengst en cokesnuivende sjoemelaar die in 1986 na een werkongeval te horen krijgt dat hij met hiv besmet is en nog hooguit dertig dagen te leven heeft. Koppige redneck als hij is, besluit de door zijn homofobe entourage tot paria veroordeelde Woodroof zich niet zomaar bij het verpletterende verdict neer te leggen, waarop hij zelf de medicijnenencyclopedie induikt en vanuit zijn flat in Oak Lawn, Dallas, een handeltje in alternatieve, niet door de overheid goedgekeurde aidsremmers opstart, die hij, desnoods vermomd als priester, de States weet binnen te smokkelen.

‘Ron was one hell of a son of a bitch’, grijnst McConaughey, die voor zijn rol een onvervalst ‘De Nirootje’ deed en maar liefst 23 kilo afviel. Het white-thrashplaatje maakte hij compleet met een (gelukkig ondertussen alweer afgeschoren) joekel van een walvissnor. ‘Hij schudde aan de boom. Hij maakte een verschil. Voor zichzelf, maar ook voor duizenden andere aidspatiënten, door te zeggen: het is mijn lichaam. Het is mijn recht om te ondervinden wat werkt en wat niet werkt, en zelf mijn geneesmiddelen te kiezen. Hoe meer ik over Ron te weten kwam, hoe vastbeslotener ik was om zijn verhaal verteld te krijgen.’

Uiteindelijk overleed Woodroof pas in 1992, zes jaar na de eerste diagnose. En ook al bleken lang niet alle middelen en methodes die zijn Buyers Club aanbood even koosjer, de commotie die hij en zijn à la carte praktijk veroorzaakten, hielpen aids mee uit de taboesfeer wrikken en deden de medische wereld inzien dat niet alles wat de farma-industrie oplepelt zaligmakend is.

Toch maak je van de volatiele, homofobe Woodroof allesbehalve een Hollywoodheld, en de film blijft ook deugddoend onsentimenteel.

MATTHEW McCONAUGHEY: Dat was altijd de bedoeling. Toen ik de transcripties van de interviews las (de film is gebaseerd op een scenario van Craig Borten, die Woodroof voor zijn dood uitgebreid interviewde, nvdr.) en zijn familie ontmoette, die de feiten niet verbloemde, werd me heel erg duidelijk dat Ron geen heilig boontje was. Hij jatte auto’s, zelfs de hunne. Hij neukte, zoop en snoof erop los. Maar hij had humor en charisma, was intelligent en kon warm en genereus zijn, waardoor hij altijd met zijn stommiteiten wegkwam. Hij was een complexe vent. Met blutsen en builen. Die wilden ik en Jean-Marc niet wegmoffelen. Je hoeft niet noodzakelijk met Ron te sympathiseren, zolang je je maar in hem kunt inleven. Dat is de kracht van de film.

Dát, plus het feit dat er ondanks het zware onderwerp ook tempo en humor in zit.

McCONAUGHEY:(knikt)It’s the full package. Eerst dachten we: kunnen we het wel maken om bepaalde scènes grappig te maken? Ik bedoel: de personages gaan wel dood aan aids en zo. Maar het is één wilde rit. En bovendien: is er een beter moment om te lachen dan wanneer je terminaal bent? Humor werkt cathartisch. Dat vond Ron zelf ook.

Je bent zelf ook een Texaan. Was je vertrouwd met Rons redneckmilieu?

McCONAUGHEY: Ik heb zo’n ruige figuren ontmoet. Zeker. Ik herinner me ook dat aids in de eighties exclusief geassocieerd werd met homo’s, zeker in die conservatieve milieus. Daar werden homo’s gewoon faggots en tinkerbells genoemd, en Ron was niet het type dat zich daarvoor excuseerde. Gaandeweg leert hij weliswaar compassie hebben met homoseksuele lotgenoten maar hij is en blijft een macho die in eerste instantie voor zijn eigen leven vecht. Hij liep niet met de regenboogvlag te zwaaien en zei niet: volg mij, op naar Washington.

Je speelde zelf een homoseksueel in The Paperboy. Hoe sta je tegenover het homohuwelijk?

McCONAUGHEY: Euh. Ik weet het niet.

Hoezo?

McCONAUGHEY: Ik heb er gewoon nog niet voldoende over nagedacht. Kijk, de politieke en sociale thematiek is niet het voornaamste in Dallas Buyers Club. Tuurlijk is de film actueel door het debat over het homohuwelijk en door Obamacare. It’s all very much there, maar dat is slechts de achtergrond. Ik heb het verhaal vanuit Rons perspectief benaderd. Ik deel zijn wereldbeeld niet maar ik veroordeel hem evenmin. Ik probeer hem zo eerlijk mogelijk gestalte te geven. Laat de kijker maar oordelen en het debat voeren. Dit is geen docudrama of issuefilm. Het is het leven van Ron Woodroof.

Hoe straf Rons verhaal ook is: Craig Bortens scenario deed al sinds 1995 de ronde en zou eerst door Dennis Hopper worden verfilmd, met Woody Harrelson in de hoofdrol, en daarna door Marc Forster, met Brad Pitt. Hoe kwam het bij jou en Jean-Marc Vallée terecht?

McCONAUGHEY: Ik las het script vijf jaar geleden, nog voor The Lincoln Lawyer (2011), Killer Joe en mijn zogeheten renaissance dus. Ik had C.R.A.Z.Y. gezien (Vallées doorbraakfilm uit 2005, nvdr.), Jean-Marc kwam mee aan boord en we zwoeren: nog voor het einde van het jaar maken we deze film. Uiteindelijk hebben we onze geloftes vier keer mogen hernieuwen want guess what: geen enkele producent durfde het aan. De film gaat over aids, speelt zich af in de jaren tachtig en o ja: de held is een homofobe, anarchistische dealer. Géén sexy verkoopargumenten. Logisch dus dat zelfs Brad Pitt en Ryan Gosling (die ook even in de running was, nvdr.) moeite hadden om het project van de grond te krijgen. Zelfs toen wij het groene licht kregen, bleek er plots maar vijf en geen acht miljoen dollar beschikbaar, waardoor we niet de voorziene 40 maar slechts 25 dagen hebben kunnen draaien. Uiteindelijk zijn we gered door een meststoffenbedrijf dat ons uit de nood heeft geholpen. Het is dus in alle opzichten een film met een vruchtbare bodem. (lacht)

En met een opmerkelijke transformatie. Hoe ben je erin geslaagd om 23 kilo af te vallen?

McCONAUGHEY: Simpel. Door kleinere porties te eten. Mensen willen graag horen dat ik vreselijk afgezien heb en aan de heroïne ben gegaan. Maar nee: ik heb gewoon zes maanden de broeksriem aangehaald en elke avond dronk ik een glas wijn. Sorry voor de povere anekdotische waarde.

McCONAUGHEY: Dus win ik zeker een Oscar, right? (grijnst) Daarvoor heb ik het ook gedaan. Néé, ernstig. Een Oscar stond niet op mijn bucket list. Geloof me. Uiteraard ben ik blij met de nominatie en met alle prijzen die de film ondertussen heeft gewonnen. Maar wat me het meeste deugd doet: we hebben bewezen dat er een publiek is voor volwassen materiaal met scherpe randjes. Het publiek is veelzijdiger en minder onvolwassen dan veel mensen in de filmindustrie schijnen te denken.

De jongste jaren heb je jezelf gespecialiseerd in dat ‘volwassen materiaal met scherpe randjes’. Killer Joe, Magic Mike, Mud, Dallas Buyers Club, True Detective… Het lijkt alsof je het spuugzat was om voor romcomromeo versleten te worden en bewust dat imago van je af wilde spelen?

McCONAUGHEY: Iedereen stelt me die vraag en ik begrijp ze ook, maar het is niet alsof ik vroeger gedwongen werd, dat ik tegen mijn wil in romantische komedies opdraafde. Ik was enkele jaren geleden even dankbaar en gelukkig als nu. Alleen krijg ik nu meer karakter- dan verhaalgedreven rollen aangeboden en ik mag werken met topregisseurs als Jean-Marc, Friedkin, Scorsese, Nichols en Soderbergh. Hoe dat plots zo komt? Eén: ik ben de veertig voorbij en voor een acteur is dat doorgaans de beste en meest veelzijdige periode in een carrière. Twee: ik ben vader geworden en dus bewuster van mezelf en de noodzaak om er iets van te maken. Ik wil dat mijn kinderen straks kunnen zeggen: pa was best een coole kerel en zelfs geeneens zo’n beroerd acteur. En drie: vroeger had ik een productiefirma en een muziekbedrijf maar daar ben ik mee gestopt om me voor de volle honderd procent te kunnen toeleggen op acteren. Dat betekent niet dat ik neerkijk op komedies, of spijt heb van bepaalde films. No, sir! Wie weet doe ik straks gewoon opnieuw een romantische komedie. Puur om mensen te choqueren. (lacht)

Je speelt ook de hoofdrol in de nieuwe HBO-serie True Detective waarin je een al even gedreven en gekweld personage speelt. Waarom een tv-serie als je filmcarrière zo lekker loopt?

McCONAUGHEY: HBO als producent. Woody Harrelson als tegenspeler. Cary Fukunaga als regisseur. En het fantastische script van Nic Pizzolatto. Ziedaar vier verdomd goede redenen. Tien jaar geleden zou geen enkele A-list-acteur of -regisseur het in zijn hoofd gehaald hebben om de stap naar tv te zetten. Toch niet uit vrije wil. Dat stond gelijk aan professionele zelfmoord.

Tegenwoordig is de dynamiek tussen de twee compleet veranderd.

McCONAUGHEY: Precies. De grootste talenten gaan over en weer, tv is er daardoor kwalitatief enorm op vooruitgegaan en HBO heeft daar een cruciale rol in gespeeld. True Detective is absolute top. Wat wil je dat ik dan doe? Zeggen: dit is een van de beste dingen die ik de voorbije jaren heb gelezen, dit kan een klassieker worden maar ik ga passen want hey, het is tv. Ben je gek? Bovendien is het geen eindeloos verhaal met subplots van subplots van subplots, zoals zoveel tv-series. Dit is een film van 450 minuten. Met één verhaal en één regisseur. Plus: het is eenmalig. Ik zit er contractueel niet aan vast. Als er nog seizoenen komen, is dat zonder mij.

Plus: je moest je handen vrij hebben voor Interstellar, de nieuwe sciencefictionblockbuster van Christopher Nolan, die eind dit jaar uitkomt. Wat mogen we daarvan verwachten?

McCONAUGHEY: Iets groots en geweldigs, I’m sure. Ik mag helaas niks verklappen. Chris houdt me de klok rond in de gaten. Ik denk dat ik hem daarnet zelfs in de lobby heb gezien. Ik ga er snel vandoor. (lacht)

TRUE DETECTIVE

Elke maandag op Prime, en op Prime à la Carte.

DALLAS BUYERS CLUB

Vanaf 5/2 in de bioscoop.

DOOR DAVE MESTDACH

Matthew McConaughey ‘WAT WIL JE DAT IK DOE? ZEGGEN: “TRUE DETECTIVE IS EEN VAN DE BESTE DINGEN DIE IK DE VOORBIJE JAREN HEB GELEZEN, DIT KAN EEN KLASSIEKER WORDEN MAAR IK GA PASSEN WANT HEY, HET IS TV.” BEN JE GEK?’

Matthew McConaughey’TUURLIJK IS DALLAS BUYERS CLUB ACTUEEL DOOR HET DEBAT OVER HET HOMOHUWELIJK EN OBAMACARE. MAAR HET IS GEEN DOCUDRAMA. HET IS HET LEVEN VAN RON WOODROOF, EEN HOMOFOBE, ANARCHISTISCHE DEALER.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content