‘Flikken’, ‘Recht op recht’, ‘Sedes & Belli’, de Vlaamse krimi beleeft hoogdagen op de VRT. Helaas kan van de liefhebbers van het genre niet hetzelfde worden gezegd.

‘SEDES & BELLI’

vanaf zondag 8/12 – 21.05 TV1 ‘RECHT OP RECHT’

iedere woensdag – 20.45 TV1

Telkens er op televisie een landgenoot in de huid kruipt van een of andere speurder, swingen de kijkcijfers de pan uit. Er is in de eerste plaats natuurlijk Flikken – een reeks die we onderhand wel een fenomeen kunnen noemen. Tot voor enkele weken liep op TV1 op zondagavond het vierde seizoen, dat gemiddeld zowat 1,2 miljoen kijkers aantrok. Ondertussen liggen reeks vijf en zes ook al op de plank te wachten en is Flikken de langstlopende dramaserie uit de VRT-geschiedenis geworden. Om op dat elan verder te gaan, lanceert de openbare omroep deze week Sedes & Belli, een reeks rond twee privédetectives in kuststad Oostende met in de hoofdrollen Koen De Bouw en Tine Reymer als Frank Sedes en Lena Belli. Eerder al zorgden Recht op recht – de advocatenreeks is opgedoekt, maar momenteel nog te zien in herhalingen -, Heterdaad en in een wat verder verleden Langs de kade voor blije gezichten aan de Reyerslaan. En voor volgend jaar mogen we ons verwachten aan Witse, een politieserie van Ward Hulselmans, de schrijver van Heterdaad en Stille Waters rond een commissaris van de federale recherche. ( Witse speelt zich overigens af in het Pajottenland of all places, meer bepaald in Halle. De stad is na Brussel met Heterdaad, Gent met Flikken en Oostende met Sedes & Belli de vierde structurele sponsor van een VRT-serie geworden. Wij houden ons hart vast als de burgemeester van Boortmeerbeek ooit de Lotto wint.) Ook VTM waagt zich – na Commissaris Roos, Bex en Blanche en Deman – opnieuw aan een politieserie en brengt binnenkort het speurdersduo Van In en Versavel uit de thrillers van Pieter Aspe – die overigens ooit meewerkte aan scenario’s voor Heterdaad – tot leven.

Zijn wij Vlamingen dan allemaal speurneuzen in het diepst van onze gedachten? Houden spannende whodunits ons met tienduizenden aan het scherm gekluisterd? Wel, ondanks het zelfvertrouwen van de VRT – Flikken, Recht op recht en nu Sedes & Belli worden consequent onder de noemer ‘kwaliteitsdrama’ geplaatst, en Witse krijgt nu zelfs al het epitheton ‘de Vlaamse Inspector Morse’ mee – vrezen wij van niet. De successeries hebben immers meer gemeen met Thuis en Wittekerke dan met Morse, Frost en konsoorten (schitterende Amerikaanse series als NYPD Blue of Law&Order hebben lichtjaren voorsprong) en danken dáár hun succes aan. Het accent van de verhalen ligt op de afzonderlijke personages, hun privéleven en hun onderlinge verhoudingen en zelden of nooit op de misdaden die moeten worden opgelost, op de daders en hun motieven, zoals je van een krimi mag verwachten. Terwijl in een goede detective het gros van de aandacht naar de plot gaat, is in de Vlaamse krimi de misdaad vaak niet meer dan een vernislaagje boven op een resem clichématige en lang uitgesponnen randverhalen. Het zijn soaps met pretentie.

In Heterdaad, dat draaide om een Brusselse BOB-brigade, werd nog een poging gedaan om het privéleven van de politieagenten te beperken, maar daarna was het hek van de dam. De schier eindeloze escapades rond would-be duo Dobbelaere-Peeters maken van Recht op recht een kwelling, maar het ‘hoogtepunt’ is natuurlijk Flikken, waar het aantal verwikkelingen tussen de hoofdrolspelers na vier seizoenen zo groot is geworden dat er nauwelijks nog tijd lijkt over te blijven om boeven te vangen. Terwijl in een serie als bijvoorbeeld Inspector Morse de onderzoekers bijna negentig procent van de tijd praten over mogelijke daders en motieven, gaat in Flikken de meeste tijd op aan gesprekken over privé-akkefietjes. Flikken wordt in politiekringen dan wel geroemd om zijn realisme, maar je mag er niet aan denken dat de politiebureaus in ons land gevuld zijn met dergelijke egocentrische luitjes, de getormenteerde Britt – vier seizoenen ver en Andrea Croonenberghs heeft nog niet één keer mogen lachen – voorop.

Afgaand op de pilootaflevering mogen we van Sedes & Belli ook niet direct veel beterschap verwachten. Beschouw bijvoorbeeld eens de volgende scène, een kort gesprekje tussen het hoofd van detectivebureau SCAN Recherche Vic Moens (gespeeld door Vic De Wachter) en Martine Lambroux, IT-specialiste en assistent-manager. Wij geven de scène integraal weer.

Lambroux: Het is toch schoon hoe Leo van zijn kinderen houdt.

Moens: Hoor ik daar een biologische klok tikken?

Lambroux: Zou kunnen, ik ben alleen nog op zoek naar de juiste vader.

Moens: Hoe? Jij bent toch gelukkig getrouwd?

Lambroux: Mijn man is gelukkig. Ik ben getrouwd.

Cut

Het stukje is op zich al tenenkrullend slecht – je zal het maar uit je pen krijgen -, maar nog opmerkelijker is dat dit gesprekje zowat het enige is wat Martine in de aflevering te zeggen krijgt. Dit soort figuren zijn geen volwaardige personages, maar wandelende privéproblemen. De hoofdrolspelers Frank Sedes en Lena Belli zelf zijn dan weer een doorslagje van Chris Haagdoorn en Hugo Van Eyck (uit Recht op recht), met dat verschil dat de vrouw ditmaal de temperamentvolle, onconventionele speurder is, terwijl de man binnen de lijntjes kleurt. (Dat wordt subtiel duidelijk gemaakt doordat Belli via de jetski haar intrede doet en Sedes bekent een man van het openbaar vervoer te zijn.) Wij vrezen dat tegengestelden elkaar helaas opnieuw zullen aantrekken.

Met al die aandacht voor de strubbelingen van de hoofdpersonages mag het niet verwonderen dat de whodunits van de Vlaamse krimi’s meestal weinig om het lijf hebben. De plot loopt immers in de weg. Vaak krijg je bij het kijken het gevoel dat de zoektocht naar een dader op een drafje wordt afgehaspeld, om zo snel mogelijk over te gaan tot de orde van de dag. Daarom ook komen de misdadigers zich bij wijze van spreken meestal zelf aangeven bij het agenten. Wie geregeld naar Vlaamse politieseries kijkt, staat ervan versteld dat er in België nog zoveel misdaden onopgelost blijven. Verbazend gewoon hoe snel de een na de andere zogezegd doorgewinterde crimineel in de verhoorkamer breekt na anderhalve ijskoude blik van Andrea Croonenberghs. Misdadigers die niet spontaan tot bekentenissen overgaan, lopen wel op een andere manier in de kijker. Een tip voor wie de ontknoping van een aflevering van Flikken eens wil proberen te raden: als u in het begin op de achtergrond een of ander sujet nadrukkelijk schichtig ziet doen, dan is dat de man/vrouw die u moet hebben. Zo kunt u die drie kwartier op zondagavond meteen aan iets nuttigers besteden.

Ook de finale van de eerste Sedes & Belli kan nu al een plaatsje in het zwartboek van de Vlaamse televisie krijgen, niet omdat ze wat vergezocht is – liever dat dan de voorspelbaarheid die we normaal op ons bord krijgen -, wel omdat ze onvoorstelbaar snel en knullig wordt afgehandeld. De makers wilden overduidelijk van deze aflevering gebruik maken om alle belangrijke personages aan de kijker voor te stellen, zodat na ruim een half uur het slachtoffer de helft van de plot gewoon moet vertéllen tegen de detectives. De booswicht van dienst probeert vervolgens in een motorboot te ontsnappen aan Sedes en Belli die per jetski (ja, er wordt volop gebruik gemaakt van de Oostendse locaties) de achtervolging hebben ingezet. Die scène neemt echter maar een twintigtal seconden in beslag, want de misdadiger is zo vriendelijk om… uit zijn bootje te vallen. Ach, was alles maar zo eenvoudig.

Het mag dan qua plots en personages weinig vernieuwend zijn, Sedes & Belli verschilt wel van alle vorige krimi’s op de Vlaamse televisie in die zin dat de serie volledig op pellicule werd gedraaid. Dat maakt de beelden minder afgelikt dan in andere reeksen (Oostende lijkt bijvoorbeeld voortdurend onder een grauwe smog te liggen; benieuwd wat de dienst toerisme daarvan denkt), maar verder doen de makers er weinig of niets mee, want de beeldvoering is even banaal als anders. De vorige Vlaamse reeks die op pellicule werd gedraaid, was trouwens Dennis, en daar waren we dat ook al vlug vergeten.

Maar laten we toch maar op een positieve noot eindigen. De soundtrack van Sedes & Belli, van de hand van Ozark Henry, is van een uitzonderlijk hoog niveau. Na de pathetische muziek van Windkracht 10 en Flikken – met liedjes waar Céline Dion voor zou terugschrikken wegens toch een ietsje te bombastisch – zijn de songs en instrumentals van Piet Goddaer een ware verademing. Als het aan ons lag, dan werd Sedes & Belli een musical.

Door Stefaan Werbrouck

De finale van de eerste ‘Sedes & Belli’ kan nu al een plaatsje in het zwartboek van de Vlaamse televisie krijgen, wegens onvoorstelbaar knullig.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content