BANDS DIE STEEDS BETER WORDEN, ZE BESTAAN NOG. ELBOW BEWIJST HET MET ZIJN DERDE GROOTSE ALBUM OP RIJ.

LEADERS OF THE FREE WORLD

V2

Elbow ****

Als zelfs Coldplay – toch een van de meest bejubelde groepen van het moment – zijn mosterd bij Elbow gaat halen, weet je het wel. Niet alleen vertelde Chris Martin een tijdje geleden dat het vorige Elbow-album Cast Of Thousands een van de weinige platen was die een lange periode in zijn cd-speler kampeerde, hij gaf bovendien ruiterlijk toe zijn Fix You gemodelleerd te hebben op het door zijn confraters uit Manchester geschreven Grace Under Pressure. Zo eerlijk als deze biecht, zo genereus was de reactie van Elbow-frontman Guy Garvey, die zei geflatteerd en trots te zijn door de ‘diefstal’. Elbow is er niet de groep naar om een polemiek te starten of zichzelf op de borst te kloppen, laat staan mee te stappen in het opbod wie nu het predikaat ‘de nieuwe U2’ verdient.

Er bestaan ongetwijfeld hippere referenties, maar op hun derde worp doen de heren van Elbow steeds meer aan Peter Gabriel denken. Er is vooreerst die hese, in melancholie gemarineerde stem van Garvey, een keelgeluid dat hij ten volle laat renderen. En al even ‘Gabrieliaans’ is de ingenieuze ritmische ondergrond van songs als Forget Myself.

Leaders Of The Free World mag dan verstild zijn, het is geen plaat zonder scherpe randjes, zoals de rauwe gitaaruithalen in Mexican Standoff bewijzen. Guy Harvey liet ooit optekenen dat Elbow ‘progrock zonder de solo’s’ maakt, en Leaders Of The Free World is alweer majestueus, zonder pronkerig over te komen. Meer dan ooit vindt de groep de perfecte balans tussen intelligentie en emotie – de meest poëtische voorbeelden zijn Great Expectations, dat raakpunten vertoont met The Blue Nile, en Station Approach, dat zich langzaam ontbolstert en aan kracht wint.

Net als het genie genaamd Prince verstaat Elbow de kunst om doorwrochte composities te laten klinken alsof ze poepsimpel zijn. Er is duidelijk nagedacht over de veelgelaagde texturen, maar toch vloeien ze er in elegante bewegingen uit. Met atmosferische geluiden brengt de groep subtiele veegjes pasteltinten aan om de somberheid van Garveys teksten te verlichten. De man werd vorig jaar namelijk gedumpt door zijn vriendin Edith Bowman, deejay bij het Britse Radio 1, en dat is eraan te horen. In het schrijnende My Very Best zingt hij: ‘and would you tell her/not to talk as if I died/though a tiny part just did’. En even verderop legt hij nóg een vinger op de wonde: ‘ keep your sympathy/don’t need the healing to start/you’ve gone/gone and made a beautiful hole in my heart’. In The Stops treurt Garvey ook een eind weg, maar in het refrein is het alsof engelen neerdalen om hem troost te schenken. Het is het soort liedje waar niemand anders dan hij mee weg zou komen.

Elbow kent de deugd van het geduld: Guy Garvey & Co spelen al 14 jaar samen, maar toch moesten ze tot 1998 wachten om een platencontract in de wacht te slepen. Toen na een valse start – Island dropte hen zonder pardon na twee EP’s – in 2001 eindelijk langspeeldebuut Asleep In The Back verscheen, was de groep tot een hecht en goed geolied geheel gegroeid, dat er met de jaren alleen maar beter op wordt. Leaders Of The Free World is het soort plaat dat Stijn Meuris ‘grand’ zou noemen.

Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content