Stijn Van de Voorde vertelt de rockgeschiedenis: ‘Er is echt wel grotere zooi dan Nickelback’

Kristof Dalle Journalist

In de theatershow For Those About to Rock: I Salute You fietst Stijn Van de Voorde langs de mijlpalen van de gitaarrock. Voor één keer zonder ironie. ‘Ik besef dat ik mezelf met de bullshit die ik vroeger verkocht enigszins in eigen voet heb geschoten.’

Hoe ziet de ultieme rockband eruit? Waarom mag je je jeugdhelden nooit in de steek laten? Wie tekende voor de vreselijkste rockcover aller tijden? Wat is het belang van T-shirts in de opmars van een groep? En welk nummer op de jongste plaat van Metallica zou nooit bestaan hebben zonder de inbreng van een niet nader genoemde StuBru-stem die ondertussen op de kop af twintig jaar meedraait bij die zender? ‘Oké, bij die anekdote gaat de aanstellerijmeter wel een keer in het rood.’ Hoe dan ook, in For Those About to Rock: I Salute You stelt Stijn Van de Voorde alle grote en belangrijke vragen over gitaarrock.

Voor zijn vierde theatershow – na Music Was My First Love… met Otto-Jan Ham, Spijtig van de bomen (over bizarre boeken) en Prachtig in zijn genre (over moderne kunst) – banjert hij fluks door zeventig jaar rock-‘n-roll en de helden daarvan. ‘Zonder dat het een chronologisch geschiedenislesje wordt’, legt Van de Voorde uit. ‘Van clowncore of Noorse black metal gaat het naar Elliot Smith en Coldplay om uiteindelijk bij Ozzy Osbourne te eindigen.’

Wil jij voor de rock doen wat Jimmy Dewit en Jan Delvaux al voor de belpop doen?

Stijn Van de Voorde: Ik heb een andere aanpak, maar ik geloof wel dat we alle drie vanuit dezelfde oprechte interesse vertrekken. En alle drie dezelfde drang voelen om die verhalen te delen, zonder ironie. Ik wilde gewoon graag iets maken over dit onderwerp, en ik voelde dat ik dat op deze manier alleen op een podium kwijt kon.

Nickelback heeft een belangrijke plaats in de rockgeschiedenis.

Zei je nu net ‘zonder ironie’? Dat is nieuw.

Van de Voorde: Ik vind het nog altijd leuker om licht ironisch te zijn dan ronduit zuur. Maar in dit geval zijn de verhalen sterk genoeg om zich staande te houden zonder die extra laag. Toen ik destijds Prachtig in zijn genre bijvoorbeeld maakte, had ik die ironie nodig om de bullshit van moderne kunst bijwijlen te doorprikken. Hier hoeft dat niet: als ik een schraal figuur opvoer, is het wel vrij snel duidelijk hoe schraal die is. ( denkt na) Ik besef dat ik mezelf met de ironie en de bullshit die ik vroeger verkocht enigszins in de eigen voet heb geschoten: ik merk dat ik in deze show mijn sterke verhalen moet staven, ‘want hij zal het wel weer uitvergroot hebben’. Ik moet dus af en toe met bewijsmateriaal op de proppen komen, maar ik beloof dat het geen dia-avond wordt met beelden van mezelf naast mijn rockhelden.

Welk verhaal is uiteindelijk nog gewraakt omdat het bij nader inzien toch over jou ging?

Van de Voorde: Die keer toen ik naar Marokko mocht om U2 voor het eerst in jaren nog eens te interviewen bijvoorbeeld. Ze hadden de hele wereldpers overgevlogen om in een ontspannen setting interviews te geven. Alleen bleek het team dat alle gesprekken moest capteren rotslecht te zijn, waardoor er onder alle opnames een vreselijke 1000 hertz-pieptoon zat. Op één Australische ploeg na, die alles tijdig gecheckt had, zijn alle journalisten toen weer naar huis gevlogen met volstrekt onbruikbaar materiaal.

Zelfs Nickelback krijgt een plek in de show.

Van de Voorde: Nickelback heeft nu eenmaal een belangrijke plaats in de rockgeschiedenis. Op elke try-out heb ik het publiek naar de meest gehate band ter wereld gevraagd: Chad Kroeger en de zijnen wonnen altijd. Hoe komt dat? Ik spendeer mijn vrije uren ook niet met How You Remind Me in mijn oor, maar er is echt wel grotere zooi gemaakt dan dat. Enerzijds haalt Nickelback met 40 miljoen platen de top drie van best verkopende rockbands in de laatste dertig jaar, anderzijds hebben we collectief besloten dat we ze slecht vinden, maken we er memes over en tekenen we petities om hen uit stadions te weren waar ze uitgenodigd zijn om het volkslied te spelen. Heel interessant. En dat artyfarty gedoe over wat we goed mogen vinden en wat niet, blijft geestig.

Op 10 februari verschijnt het tweede seizoen van Rock ‘n’ Roll High School ook op VRT Nu. Deze keer ben je met Thibault Christiaensen naar ‘de geboorteplek van de rock-‘n-roll’ in Memphis getrokken.

Van de Voorde: Naar de Sun Studio, ja. Waar onder meer Elvis, Jerry Lee Lewis en Johnny Cash groot zijn geworden. We hebben er zelf ook een nummer opgenomen. Te verstaan: Thibault heeft er een nummer gespeeld, terwijl ik me op twee pianonoten concentreerde. Vanuit Memphis trokken we naar Detroit, met pitstops op andere belangrijke plekken in de rockgeschiedenis. Zoals Akron, Ohio voor The Black Keys en Ann Arbor, Michigan voor The Stooges.

Je hebt voor jezelf een heel fijne, crossmediale speeltuin gecreëerd. Radio, tv, VRT Nu, theater en sinds kort ook je eigen Popcast. Al werd dat laatste echt wel tijd: je was stilaan de laatste blanke man zonder podcast. Gênant.

Van de Voorde: Heel cool dat ik de kans heb om uit te waaieren. Zo kan ik niet vastroesten op één plek. En verder leven we gewoon in spannender tijden dan toen ik twintig jaar geleden begon. Vroeger had je voor een reportagereeks een regisseur, een fikser, een camera- en een klankman nodig. Vandaag heb ik één Bram Vandecasteele die al die technieken beheerst. Dat maakt dat wij met weinig budget internetdocu’s kunnen draaien die niet moeten onderdoen voor veel tv-programma’s.

For Those About to Rock: I Salute You

Première op 30/1 in de Vooruit, Gent, daarna op tour. Alle info: stijnvandevoorde.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content