‘Iedereen heeft andere waarden en voorkeuren’, zo vertelde Lieven Debrauwer enkele weken geleden aan De Standaard. ‘Zolang het niet al te grof wordt, kan ik leven met negatieve kritieken. De eerste negatieve recensie op Pauline & Paulette heb ik destijds opgehangen aan de muur. Ik was er bijna trots op.’ Het is een uitspraak waar we hier – net zoals met Debrauwers films overigens – eens hartelijk mee moeten lachen. Want wat deed een gunstige wind een paar dagen geleden op onze redactie belanden? Een e-mail die door Debrauwer zelf is rondgestuurd, waarin de regisseur oproept om te reageren op de slechte kritieken, want het ‘zou maar al te jammer zijn dat mensen niet naar dit soort films meer gaan kijken omdat vier, vijf recensenten hun persoonlijke, zeer negatieve mening daarover uiten’.

Nu heeft Confituur wel een en ander over zich heen gehad, niet alleen van ons, maar ook van een hoop andere recensenten. ‘Zijn drang naar authenticiteit slaat over naar ongewilde karikatuur. (…) Debrauwer schijnt te denken dat zijn publiek al aan het dementeren is’, zo klonk het in De Standaard. De Tijd noemde de film ‘cinema op grootmoeders wijze’ met een ‘hopeloos gebrek aan visie, talent en lef’ en Humo had het zelfs over ‘een kaakslag voor al die jonge filmmakers die wél goeie ideeën hebben en staan te popelen om hun ding te mogen doen’. De reden voor die kritiek ligt volgens Debrauwer in ‘de alom heersende mentaliteit. Films met een hart over emoties en emotionele, diepmenselijke ‘kleine’ thema’s worden soms simpelweg afgedaan als oubollig en sentimenteel. Sommige mensen maken er blijkbaar hun missie van om dit soort films (maar vooral ook de ideologie waarvoor ze staan) gewoonweg te kelderen en te bestempelen als ’te mijden’ of ‘overbodig’. Alleen maar omdat zij er geen boodschap aan hebben binnen hun filosofie waar negativisme, cynisme, sarcasme en sensatie troef zijn.’

In het geval van Focus Knack is er echter nog een andere reden voor de kritiek, want Debrauwer heeft naar eigen zeggen uit ‘directe bron’ vernomen dat er bij ons ‘een afspraak is: goed of niet, is het commercieel dan kraken we het af, onze top-vijf van goed en slecht op het eind van het jaar wordt op basis daarvan gekozen’. Het is een claim die bijna te belachelijk is om erop te antwoorden, maar toch even snel: in de laatste weken gaven wij vier sterren aan onder meer The Bourne Supremacy, Collateral en Un long dimanche de fiançailles, en de top-tien van 2003 van onze filmrecensent werd aangevoerd door The Matrix Reloaded, toch allesbehalve een arthouse-film. En wat dat cynisme betreft: emotionele, diepmenselijke films als 5×2 van François Ozon, Wild Side van Sébastien Lifshitz of Gegen die Wand van Faith Akin kregen bij ons ook bakken lof, niet alleen omdat ze ontroerend zijn, maar ook en vooral omdat het films met ballen zijn van regisseurs met talent. ‘Misschien is het door en door Vlaamse karakter van deze film net iets te confronterend voor hen?’, zo vraagt Debrauwer zich af. Als hij met dat ‘Vlaamse karakter’ de stuitende braafheid en het gebrek aan moed in zijn film bedoelt, dan heeft hij op dat punt alvast gelijk. (S.W.)

S.W.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content