Veertien jaar na ‘A Bronx Tale’ kruipt Robert De Niro nog eens in de regisseursstoel, dit keer met meer succes. ‘The Good Shepherd’ is een ambitieus, vakkundig gedraaid en naar de keel grijpend drama over het ontstaan van de CIA. Nog verrassender is de plotse spraakzaamheid van de acteur die niet alleen tot de grootste, maar ook tot de stilste aller tijden wordt gerekend.

Y ou talkin’ to me?’ Het zinnetje uit Taxi Driver waarmee Robert De Niro in 1976 filmgeschiedenis schreef, heeft een ironische bijklank voor al wie ooit tegenover de steracteur plaatsnam voor een interview. De man die met de getroebleerde taxichauffeur Travis Bickle maar een van vele onvergetelijke vertolkingen neerzette, staat niet meteen bekend als een spraakwaterval. Er zijn lijken die meer informatie prijsgeven. Zelfs de legendarische scenarioschrijver William Goldman kreeg tijdens een recent vraaggesprek slechts enkele karige ja’s en nee’s te horen.

Stel u onze verbazing voor wanneer de De Niro die ons de hand schudt in het New Yorkse Regency Hotel aimabel, goedlachs en bijzonder loslippig blijkt te zijn. Ligt het aan onze innemende persoonlijkheid? Aan het feit dat we privévragen angstvallig vermijden? Of zou het gewoon komen omdat het dit keer zijn eigen film is die hij moet verkopen? The Good Shepherd is zijn tweede klus als regisseur, met een resultaat waar hij terecht trots op is: een boeiende brok historische fictie over de begindagen van de CIA. Daarin wordt de prille geschiedenis van de Amerikaanse inlichtingendienst verteld vanuit het standpunt van Edward Wilson (een geweldige Matt Damon): een intelligente maar naïeve Yalestudent die in de jaren 30 wordt gerekruteerd door het geheime genootschap Skull and Bones – de kweekvijver voor toekomstige leiders waar ook George W. Bush lid van was. Tijdens WO II begint de toegewijde Wilson voor de OSS (Office of Strategic Services, de voorloper van de Central Intelligence Agency) te werken, en in 1947 maakt hij de geboorte van de CIA op de eerste rij mee.

Mettertijd ziet Wilson zijn persoonlijk idealisme steeds dieper wegzakken in een poel van tragische inschattingsfouten en onvermijdbare corruptie. Een zondeval die ten koste gaat van zijn huwelijk met de ooit zo passionele Clover (Angelina Jolie) én de relatie met zijn zoontje Edward Jr. Het is dat onontwarbare kluwen van persoonlijke en professionele mislukkingen dat van The Good Shepherd een prachtige parabel over de littekens van Amerika maakt.

‘Daar zit ik voor niets tussen’, zegt een veel te bescheiden De Niro. ‘Dat is de verdienste van Eric Roth. Hij schreef het scenario midden jaren 90, waarna het project kwam vast te zitten in development hell. Iedereen die het script las, vond het fantastisch, maar de geldschieters schrokken terug voor de serieuze toon en de epische grandeur. Een filmmagazine publiceerde ooit een lijst met de beste onverfilmde scenario’s en guess what?The Good Shepherd stond op de eerste plaats.’

Naar verluidt wou u oorspronkelijk een ander CIA-verhaal verfilmen.

Robert De Niro: Inderdaad. Ik speelde jaren met het idee van een film over een latere periode uit de CIA-geschiedenis. Nadat ik Roths scenario gelezen had, vroeg ik hem of hij me daarbij wou helpen. Hij was echter niet geïnteresseerd in het verhaal dat ik wou vertellen. Daarom sloten we een deal: als ik zijn script verfilmde, zou hij me helpen met het uitwerken van mijn project.

Er komt dus ook een ‘The Good Shepherd 2’?

De Niro: Het is nog te vroeg om daar uitspraken over te doen. Alles hangt af van hoe deze film het aan de kassa doet. Ik ben benieuwd of het huidige publiek nog geïnteresseerd is in een volwassen verhaal over volwassen onderwerpen.

De gemiddelde bioscoopganger lijkt vooral tuk op banale blockbusters. Is dat de reden waarom zelfs de grote Robert De Niro deze film amper gemaakt kreeg?

De Niro: Zo simpel is het niet. Een paar producenten dachten inderdaad dat het prijskaartje te hoog zou liggen. Maar er waren ook geïnteresseerde geldschieters die zich onverwacht terugtrokken. Zonder de moedige beslissing van de productiemaatschappijen Universal en Morgan Creek om elk de helft van het budget op te hoesten, was het nooit gelukt. Ook Angelina Jolie en Matt Damon droegen trouwens hun steentje bij: ze werkten voor een fractie van hun normale vraagprijs omdat ze in het project geloofden.

Vanwaar uw interesse voor de wereld van de CIA?

De Niro: Alles wat met spionage te maken heeft, fascineert me. Notorious van Alfred Hitchcock en The Third Man van Carol Reed waren mijn lievelingsfilms toen ik een tiener was. Ik verslond ook alle boeken van Graham Greene. Vooral Our Man in Havana en The Quiet American zijn me tot op vandaag bijgebleven. Dat mysterieuze wereldje vol ingewikkelde intriges en dubbele bodems heeft me altijd perfect filmmateriaal geleken.

Waarom heeft het 14 jaar geduurd voor u nog eens een film regisseerde?

De Niro: De problematische productie van The Good Shepherd heeft daar veel mee te maken. Maar ik heb het ook gewoon heel druk: ik acteer aan de lopende band, ik organiseer het Tribecafilmfestival, ik run een productiemaatschappij en ik bezit een reeks restaurants. Als ik dan nog tijd wil vrijmaken om een film te regisseren, moet het project me buitengewoon boeien. Die paar scripts die ik door de jaren heen in mijn handen geduwd kreeg, waren stuk voor stuk waardeloos. Het scenario van The Good Shepherd was het enige dat ik niet geeuwend – of zeg maar: gillend – in de prullenmand gooide (lacht).

Wat was er zo speciaal aan dat script?

De Niro: Het toonde de minder idyllische kant van het spionnenbestaan. Het clichébeeld van de James Bondachtige figuur die knappe blondines neukt en pijlsnelle achtervolgingen inzet, kwam me de strot uit. Roth geeft een geloofwaardige kijk op het beroep. Hij zoomt in op het problematische familieleven van de geheim agent. Het aantal echtscheidingen onder CIA-werknemers swingt de pan uit, net als het aantal depressies.

De CIA-agenten uit uw film doen soms denken aan de gangsters die u in het verleden speelde.

De Niro: Er zijn inderdaad opmerkelijke overeenkomsten. Het waas van mysterie waarin ze hun operaties hullen, de verstikkende dwang tot geheimhouding en een hol huwelijksleven om de schijn van normaliteit op te houden. De gangster en de geheim agent: misschien zijn het wel twee kanten van hetzelfde dubbeltje.

Hoe bereidde u zich voor? Een gesloten wereldje als de CIA staat waarschijnlijk niet te springen om buitenstaanders hun interne keuken te laten zien.

De Niro: Ik heb alles te danken aan Milt Bearden, een voormalig CIA-agent met wie ik jaren geleden bevriend raakte. Hij heeft verschillende deuren voor me geopend en we hebben samen enkele leerrijke trips gemaakt. Zo bezochten we Afghanistan en Pakistan. Bearden kwam met de gekste ideeën op de proppen. Toen ik naar het Filmfestival van Moskou moest, vertrok hij een paar dagen eerder om er zijn oude kennissen op te snorren. Hij was steeds in contact gebleven met zijn KGB-tegenhangers, en ik heb een aantal van hen de hand geschud. In een sauna, of all places(lacht).

Spannende ontmoeting?

De Niro: Het verliep allemaal heel gemoedelijk. Hun gedrag onder elkaar deed me denken aan dat van acteurs. Zet een hoop Russische en Amerikaanse acteurs in dezelfde kamer en ze beginnen binnen een paar minuten over hun vak te praten. Zo gaat dat blijkbaar ook met spionnen.

Heeft de CIA u nooit dwarsgelegen?

De Niro: Nee, ze hebben ons geen strobreed in de weg gelegd.

Ze deden zelfs niet moeilijk over die nogal brutale martelscène?

De Niro:It’s part of the job, I guess. De voormalige agenten ontkennen niet dat ze soms hardhandig te werk gingen. Vandaag zou het er allemaal veel humaner toegaan. Of ik dat geloof? Niet bepaald. (lacht)

Heeft het maken van deze film u een andere kijk bezorgd op Amerika als ‘land of the free’?

De Niro:(aarzelt) Vrijheid is een verraderlijk concept. Wat betekent het? Is iémand op deze planeet echt vrij? Gaat niet iedereen gebukt onder een of andere beperking? Amerika is een relatief vrij land – zeker in vergelijking met sommige andere landen die ik bezocht heb. Dat wil echter niet zeggen dat ik me aansluit bij al die hondsdolle vlaggenzwaaiers die het woord ‘vrijheid’ te pas en onpas in de mond nemen.

Ze maken er de VS alvast niet populairder op.

De Niro: Ik besef maar al te goed dat ons imago de jongste jaren flinke deuken heeft gekregen. Dat vind ik heel jammer. Hopelijk komt daar gauw verandering in. Ik blijf geloven in de kracht van interactie. Enkele diepgaande gesprekken met landen als Syrië en Iran zouden alleen maar positieve gevolgen hebben; hen buitensluiten lijkt me een rampzalig idee. Als we verder doen zoals we nu bezig zijn, zou Amerika wel eens zelf de grote verstoteling kunnen worden.

Hebt u tijdens het filmen ooit raad gevraagd aan uw goede vriend Martin Scorsese?

De Niro: Ik heb Marty de prent verschillende keren laten zien. Zijn adviezen hebben me enorm geholpen. Ik had graag ook meegespeeld in The Departed, maar de productieperiode overlapte met die van The Good Shepherd.

Matt Damon speelt wel in beide films mee.

De Niro: Die kerel is dan ook knettergek. Hij stopt nooit met werken. Oorspronkelijk ging Leonardo DiCaprio, Matts tegenspeler in The Departed, de hoofdrol in mijn film spelen. Wanneer bleek dat hij het te druk had, stond Matt te springen om hem te vervangen. Hij verplichtte Marty zelfs om zijn opnameschema aan te passen. Dat zou ik nooit durven. (lacht)

Helpt uw eigen acteerervaring u om andere acteurs te regisseren?

De Niro: Dat durf ik niet te zeggen. Ach, elke regisseur heeft zo zijn ding. Sommigen houden zich vooral bezig met de acteurs, terwijl anderen zich meer concentreren op het camerawerk en de belichting. Scorsese is een geval apart: hij is bezeten door de technische kant van het filmen, maar tegelijk behandelt hij zijn acteurs met een quasi-religieuze devotie. Geloof me: er zijn heel wat nitwits in Hollywood die iets kunnen leren van zijn mentaliteit. (lacht)

Uw ontzag voor meneer Scorsese is indrukwekkend.

De Niro: Marty is dan ook the man!(lacht) Als regisseur moet je constant hypergeconcentreerd zijn. Je moet je over elk aspect van de productie buigen: het castingproces, de opnames, de montage, noem maar op. Als acteur heb je het een stuk makkelijker. Je wandelt de set op, wacht tot de regisseur ‘action’ roept en met een beetje geluk wandel je na enkele minuten alweer naar je woonwagen.

Vindt u een intelligente film als ‘The Good Shepherd’ eigenlijk niet stukken interessanter dan al die komedies voor breed publiek waar u de laatste tijd in meespeelt?

De Niro: Ik probeer iedereen gelukkig te maken (lacht). In de smaak vallen bij het grote publiek is ontzettend leuk. Maar ik geniet er natuurlijk ook van als mijn werk geapprecieerd wordt door critici en collega’s.

Hoeveel keer per week roept iemand u nog ‘You talkin’ to me?’ toe?

De Niro: Dat valt gelukkig mee. Als het jongelui zijn, vind ik het trouwens wel vleiend.

You talkin’ to me?

Door Steven Tuffin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content