STEAK NUMBER EIGHT ‘ER IS GEEN PLAN B: HET IS MUZIEK OF NIKS’

© GF©BRAM DEGREVE

Metal – of postrock, zo u wilt – is niet meteen onze corebusiness, maar voor STEAK NUMBER EIGHT, een roede Wevelgemse wolven van amper negentien, maken we graag een uitzondering. Op stap met de groep in Londen. ‘Wil je het binnenste van mijn aars zien?’

Mijn dag in het zog van Steak Number Eight zit er bijna op, als drummer Joris Casier naast me komt zitten, op de achterbumper van hun tourbus, vlak voor de deur van Barfly, de venue in Londen waar ze net hun eerste Britse gig hebben gespeeld. Wat volgt, is een zeldzaam moment: Casier zit stil. En praat. Over het metallabel dat aan Steak Number Eight kleeft. ‘We spelen eerder postrock, toch?’ Over hoe ze in het genre verzeild zijn geraakt. ‘Brent ( Vanneste, de zanger, nvdr. ) en ik wilden per se muziek maken, maar we wisten niet goed wat: rap of rock. We spraken af MTV op te zetten en het eerste van die twee genres dat de revue zou passeren, daar zouden we ons op toeleggen.’ Over hoe hij achter de drums is beland. ‘Mijn ouders hadden een doe-het-zelfzaak waar ze onder andere verf verkochten. Als kind deed ik niets liever dan op die potten rammen. Tot grote ergernis van mijn vader: omdat ze nadien vol blutsen zaten, kreeg hij ze niet meer verkocht. Dus schreef hij me in de plaatselijke harmonie in.’ Dat het waar is dat hij al eens een cimbaal aan flarden ramt. ‘Ik word nu gelukkig gesponsord door Sabian Cymbals, dat scheelt.’ En over zijn ambities. ‘Ik volg nu les aan de jazzstudio in Antwerpen, maar ik doe binnenkort toegangsexamen voor de rockacademie in Hasselt. Wil je me in jouw verhaal toch nog enige manieren toedichten, kwestie van mijn kansen niet helemaal te verknallen?’

Hij grijnst breed. Ik ook. Beelden van de voorbije twaalf uur flitsten door mijn hoofd. Casier en Vanneste die vooraan in het busje headbangen op muziek van QOTSA. Hun broek afsteken (‘Wil je het binnenste van mijn aars zien?’). Een bak bier half leeg zuipen. Gore commentaar geven op de deernes in het straatbeeld. En de verplichtingen van de meegereisde fans in twee woorden samenvatten (‘Zuigen en zwijgen’). Losgelaten pubers. Stuiterballen in een flipperkast. Tot ze in Londen arriveren en het menens is. Dan transformeren ze. Raken ze in trance. Zijn ze alleen nog gefocust op dat ene concert. Een half uur voor een selectief publiek, onder wie enkele geïnteresseerde Britse bonzen. ‘Zenuwachtig? Waarom zouden we? Het is een concert als een ander.’

Metal – of postrock, zo u wilt – is niet bepaald mijn corebusiness, maar ik word, tot mijn eigen verbazing, meegesleurd in hun set. Vier op een rij, op een podium een zakdoek groot, duwen ze hun songs door mijn strot. Hier is meer aan de hand dan wat puberaal vertier. Dit is onbezonnen jeugd, blik op oneindig, rotsvast overtuigd van de eeuwigheid. Ellende en onzekerheid afgewimpeld met een riff, een schreeuw, de synchrone deining van de hoofden, de mantra van de metal.

‘Er is geen plan B,’ had Brent Vanneste zich eerder laten ontvallen, ‘het is muziek of niks.’ Het was tien uur ’s ochtends, en de band was verdacht wakker. Opgefokt door het perspectief: hun eerste concert in Londen en de reünie met Mario Goossens, producer van hun jongste plaat ( All Is Chaos, nvdr. ) en drummer van Triggerfinger, met wie ze de affiche delen. De plaats van afspraak: hun studio in hometown Wevelgem, twee kamers groot in het bedrijf van een sympathiserende meubelfabrikant. ‘De bassen durven al eens door de muren heen breken. Daar moeten we tijdens de kantooruren wel rekening mee houden.’ Naast een buste van Jezus en de toonzaalcheque die ze in 2008 als winnaars van de Rock Rally hebben gekregen, valt vooral een prachtige, stokoude piano op. ‘Gekregen van een fan, in ruil voor een pint. We hebben hem een toon lager moeten afstemmen, anders kraakt de kast in twee.’

Brent Vanneste is de muzikale mentor van de band. Een autodidact op gitaar en piano. Negentien in wording, en al op verschillende fronten actief. Steak Number Eight is zijn hoofdzaak – hij heeft er zijn studies voor opgegeven – maar er ligt ergens in een kast al een akoestisch album vol dialectpop te wachten op een Goed Moment. Momenteel werkt hij aan een filmscore voor een afstudeerproject van een studente aan het KASK in Gent. Iets over fecaliën. ‘Het moet mijn visitekaartje worden binnen het genre. Filmmuziek schrijven is een droom.’ En als Psygasus heeft hij op zijn eentje een psychedelic trance-plaat uit die ‘binnen het genre redelijk lang in de wereld-top 100 heeft gestaan en werkelijk overal in undergroundshops te vinden is’.

Live brengt hij die plaat samen met zijn halfbroer. Bloedbanden zijn hem duidelijk heilig. Op het eerste album van Steak Number Eight, When the Candle Dies Out (2008), schreef hij de plotse dood van zijn broer van zich af, nu zes jaar geleden. Woede primeerde toen nog. Op het nieuwe All Is Chaos is het nog altijd een thema, maar anders, met meer emotionele afstand benaderd. ‘Ik blijf met vragen zitten. Het creeert bij momenten te veel chaos in mijn hoofd om goed te zijn. Muziek maken helpt om er een structuur in te brengen. Zonder zat ik nu wellicht in een of ander gesticht.’

De recensies van het album zijn overwegend positief en de concertdata volgen elkaar redelijk snel op. ‘Ieder jaar spelen we een niveau hoger. Uiteraard mikken we ook op het buitenland, maar laat ons daar maar op dezelfde manier groeien als hier: traag maar gestaag.’ Hij volgt de business van aan de zijlijn. ‘Muziek schrijven primeert, maar als de handel niet draait, is het snel gedaan.’ Al weet hij niet exact hoeveel albums ze ondertussen verpatst hebben. ‘In elk geval nog niet zoveel als Triggerfinger.’

Hun groepsnaam hoeft geen belemmering te zijn voor een internationale carrière: het gros van de Britse bands die in Barfly aantreden – doorgaans tegen betaling – hebben namen die minder intrigeren. Naked and Famous, iemand? Of Taste the Floor? ‘Wil je me een plezier doen en een nieuw verzonnen verhaal de wereld insturen over onze groepsnaam? Genre: ‘Ik ben op een dag een weddenschap aangegaan om acht steaks na elkaar te verorberen. Halverwege leek ik het niet te gaan halen: ik moest kotsen. Maar ik ben wel doorgegaan’? Dan toch liever het origineel. ‘ Steak Number Eight was de eerste song op de demo van Voidpoint, de band van mijn overleden broer. De bassist, die de song geschreven heeft, had net een nieuw lief. Zijn achtste.’

Nope, bleu zijn ze niet meer, die van Steak Number Eight!

ALL IS CHAOS

Uit bij Keremos.

DOOR KAREL DEGRAEVE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content