Sien Volders

© LIEVE BLANQUAERT / GF

1. Je debuutroman Noord speelde in Canada, Oogst op Sicilië. Is locatie belangrijk voor je?

Sien. Volders: Net zoals met Noord was ik ook dit keer niet van plan om een boek te schrijven. Toen dacht ik dat het een kort verhaal zou worden, maar dat bleef maar groeien. Nu begon het met een artikel in de Britse krant The Guardian dat ik in de lente van 2017 las. Het ging over het harde leven van Roemeense arbeidsmigrantes op Sicilië. Het stuk liet me niet meer los tot ik er iets over geschreven had. En dat is Oogst geworden. Het was dus niet Sicilië dat me triggerde, maar het verhaal van die vrouwen.

2. En het engagement, neem ik aan? Want ook op dat vlak is Oogst een heel ander boek dan Noord.

Volders: Dit boek is inderdaad vanuit maatschappelijke urgentie geschreven, zonder dat ik er meteen de wereld mee zou willen veranderen. Ik weet trouwens niet of dat wel de taak is van boeken. Anderzijds zou ik het wel mooi vinden mocht Oogst mensen de ogen openen voor de tragedie die vaak gepaard gaat met intra-Europese arbeidsmigratie. We denken nogal makkelijk dat we voor bepaalde rechten gevochten hebben en dat die intussen verworven zijn, voor heel Europa. De tijd van Daens hebben we toch al lang achter de rug? Maar de realiteit blijkt anders te zijn. Het eerste wat dreigt te verdwijnen bij arbeidsmigratie, leerde ik uit een paar academische studies en bij research te velde, is de waardigheid van de migranten. En dat geldt ook voor de Poolse bouwvakkers die naar hier komen, of voor de Oost-Europeanen die in onze slachthuizen werken. Ze komen naar hier om geld te verdienen, zijn officieel ingeschreven, en weten dat er hun zwaar en vaak vuil werk wacht. Waarom moeten er daarbovenop dan nog kantjes afgelopen worden qua uren en omstandigheden? Waarom moeten zij het pikken dat ze tien uur per dag werken en met achten op een appartement wonen?

3. Noord was qua stijl een Amerikaans boek. Oogst voelt Italiaans aan. Hoe doe je dat?

Volders: Ik heb blijkbaar sterk de neiging om op zoek te gaan naar de zintuiglijkheid van het landschap, en naar de muziek die erbij hoort. In Noord waren dat bluegrass en folk, hier Maria Tanase, die weleens de Roemeense Edith Piaf wordt genoemd en de geliefde was van Brancusi, en de Siciliaanse Rosa Balistreri. Het was niet mijn bedoeling om met hun teksten te werken. Die zijn er bijna ongemerkt ingeslopen, net zoals het gevoel dat ze uitdragen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content