SCHULD EN BOETE

© PIET GOETHALS

Vier meisjes moeten boeten van de moeder van een vermoord klasgenootje. Geen spoken in Shokuzai van de voormalige horrormeester Kiyoshi Kurosawa, tenzij dan die van het verleden, die zo mogelijk nog huiveringwekkender zijn. ‘Als je naar de huidige Japanse samenleving kijkt, kun je moeilijk optimistisch zijn.’

Voor hij in 2008 de juryprijs in Cannes won met het sobere familiedrama Tokyo Sonata, deed wellicht enkel zijn familienaam een belletje rinkelen bij het grote publiek. Nochtans filmde Kiyoshi Kurosawa – géén kozijn of wat dan ook van filmkeizer Akira – sinds de jaren tachtig een kloek oeuvre bijeen. Een beetje film- of horrorliefhebber kent hem voornamelijk als de maker van boeiende en sociologisch verantwoorde huiverfilms als Cure (1997) of Pulse (2001). Films met een paranormale insteek, waarin hij de toeschouwer met diens eigen angsten confronteert en zijn stokpaardjes – de apocalyps en de eenzaamheid van het individu -primeren.

In Shokuzai, wat zoveel betekent als boetedoening, gaat het er iets minder huiveringwekkend toe. Alhoewel. Kurosawa’s tot film omgevormde tv-serie, vorig jaar in competitie op het filmfestival van Venetië, lijkt in eerste instantie een lang uitgesponnen mysteriethriller. Het negenjarige schoolmeisje Emili wordt verkracht en vermoord, waarna haar moeder de vier klasgenootjes die de moordenaar zagen (maar diens gezicht uit angst en door de schok niet meer herkennen) een levenslange boetedoening in het vooruitzicht stelt. In vier aktes, die zich jaren later afspelen, toont Kurosawa hoe het trauma slechts een van de vele oorzaken is voor de tragische neergang van de meisjes.

De bijna vijf uur durende zedenschets die daaruit volgt, is gebaseerd op de gelijknamige roman van misdaadschrijfster Kanae Minato. ‘De vijf hoofdpersonages daarvan hebben mij ertoe aangezet het boek te verfilmen. Stuk voor stuk vrouwen die ik nooit zelf had kunnen bedenken. Ik wist niet eens dat er zulke vrouwen bestáán in Japan. Toen de producent van tv-zender WOWOW met het verhaal naar mij kwam, was mijn eerste bedenking: zal ik dit wel kunnen omzetten in film? Ik hoop dat ik, mede dankzij de sterrencast, archetypische personages op het scherm heb kunnen toveren die tot nu toe ongezien waren in de Japanse cinema.’

Is miniserie een juiste omschrijving voor Shokuzai, of toch liever langspeelfilm?

KIYOSHI KUROSAWA: Ik had de opdracht een televisieserie te maken, maar zelf had ik natuurlijk één lang drama in mijn hoofd. Op de Japanse televisie is Shokuzai uitgezonden in vijf wekelijkse afleveringen, maar door omstandigheden is het in Frankrijk in twee delen uitgebracht en in de Benelux als één lange bioscoopfilm van bijna vijf uur. Ik weet natuurlijk niet of het publiek deze versie zal lusten, maar ik kijk wel uit naar de reacties.

De jongste jaren zijn je films realistischer en sociaal relevanter geworden. Ben je het horrorgenre beu?

KUROSAWA: Helemaal niet. Ik zou gerust nog een horrorfilm willen inblikken, mocht ik de kans krijgen. Ik heb gewoon geen interesse om telkens hetzelfde soort films te maken. Ik wil graag alle genres uitproberen. Ten tijde van Cure en Pulse was mijn visie op de werkelijkheid nog niet gevorderd tot het stadium dat ik er iets zinnigs over te zeggen had. Ik vond de wereld van het paranormale stukken opwindender. De aanslagen van 9/11 waren een keerpunt op dat vlak. Ik was in Toronto op het moment dat de vliegtuigen in de WTC-torens crashten, en toen realiseerde ik me dat de werkelijkheid minstens zo angstaanjagend kan zijn als fictie. Of ik een pessimist ben? Als je de hedendaagse Japanse samenleving bekijkt, kun je moeilijk optimistisch zijn, vind ik. Al probeer ik in fictie toch altijd ook een sprankeltje hoop te laten zien.

Opvallend is de frequentie waarmee Japanners films maken. Ook jij draaide vroeger tot twee à drie films per jaar.

KUROSAWA: Tot een goeie tien jaar geleden wel. Toen leek het wel een wedstrijd tussen mezelf en Takashi Miike (de regisseur van onder ontieglijk veel meer Audition, Ichi the Killer en 13 Assassins, nvdr. ). Mijn record, als ik het me goed herinner, is vijf films in een jaar. Heel uitzonderlijk is dat niet. Vroeger had je niet alleen in Japan, maar ook in Frankrijk en de VS regisseurs die regelmatig meerdere films per jaar inblikten. Helaas krijg ik tegenwoordig niet meer genoeg aanbiedingen om nog aan dat tempo te werken.

Je bent nochtans een van Japans invloedrijkste cineasten.

KUROSAWA: Ik ben heus niet zo bekend. Dat geldt niet alleen voor mij trouwens, geen enkele regisseur in Japan heeft op dit moment de luxe om de films te maken die hij of zij wíl maken. Het publiek heeft tegenwoordig geen interesse meer in wie er precies achter de camera staat. Zelfs een cultnaam als Miike op de affiche is geen garantie op succes. Vandaar dat we tv-zenders als WOWOW dankbaar moeten zijn. Dit soort aanbiedingen zorgt ervoor dat je films de wereld kunnen rondgaan.

Ben je ooit aangesproken door Hollywood, zoals je landgenoten Takashi Shimizu (The Grudge) en Hideo Nakata (The Ring) indertijd?

KUROSAWA: Ik heb altijd zielsveel van de Amerikaanse cinema gehouden, en ik heb ook altijd gedacht dat ik het zou proberen mocht ik de kans krijgen. Maar anderzijds ben ik me ervan bewust dat het wel eens bijzonder lastig zou kunnen worden. Ik ken Nakata persoonlijk, en ik heb van hem zelf vernomen wat hij ginds allemaal heeft moeten doorstaan. Dat was op alle vlakken problematisch. Hij heeft een documentaire gedraaid over zijn belevenissen in Hollywood en, geloof me, daarin wordt geen fraai beeld geschetst van het filmmekka.

Hoe sta je tegenover de digitale opmars? Zowel Shokuzai als de jongerenkroniek Bright Future heb je met een high-definitioncamera gedraaid.

KUROSAWA: Ik vind het nog wat te vroeg om pellicule helemaal af te schrijven, maar ik zou het niet erg vinden mochten films straks enkel nog met digitale camera’s gedraaid worden. Als je er zorgvuldig mee te werk gaat, denk ik dat je evengoed visuele schoonheid kunt creëren. Plus: het feit dat films nu online makkelijk beschikbaar zijn, doet volgens mij niets af aan de filmervaring in de bioscoop. De gewoonte om samen films te kijken is overal ter wereld diep doorgedrongen en zal nog een tijdje bestaan, denk ik. Wat sommige Amerikaanse blockbustermoguls of doemdenkers ook mogen beweren, ik ben op dat vlak iets optimistischer.

SHOKUZAI

Vanaf 27/7 in de bioscoop.

DOOR ANDREAS ILEGEMS – FOTO PIET GOETHALS

KIYOSHI KUROSAWA

‘MIJN RECORD IS VIJF FILMS

IN ÉÉN JAAR. HELAAS

KRIJG IK NIET MEER

GENOEG AANBIEDINGEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content