No hard feelings als u niet meteen weet waarom het Filmfestival na Kubrick, Tati en Bergman zijn traditionele grote expo wijdt aan een dertig jaar geleden overleden actrice uit Wenen, maar het antwoord is simpel: zo gracieus, intelligent en oh-la-la kom je ze niet elke tien jaar tegen. De zeven gezichten van Romy Schneider.

I – DE WERELDSTER ‘ABER ICH WILL DOCH GAR NICHT KAISERIN WERDEN!’

Rosemarie Magdalena Albach-Retty of Romy Schneider (°1938) is in de wieg gelegd om te acteren. Oma, papa, mama: allen spelen ze om den brode. Veertien is ze als ze aan de zijde van mama debuteert in Wenn der weiße Flieder wieder blüht, gevolgd door Mädchenjahre einer Königin (1954).

De tienerster wordt gevraagd voor de hoofdrol in een film over prinses Elisabeth in Beieren, die met keizer Frans Jozef trouwt en zo koningin van Oostenrijk wordt. Sissi (1955) verandert Schneiders leven. Vooral – maar voorzeker niet alleen – in Duitsland en Oostenrijk is het publiek dol op de kitscherige pracht en praal, de koekendozenromantiek, de sprookjeskleuren, de onbeschaamde schmalz én Schneider die aandoenlijk dartel en modern door paleizen walst en kwistig strooit met glimlachjes waar je wel vrolijk van moet worden. In 1956 en 1957 volgen nog twee films: Sissi – Die junge Kaiserin en Sissi – Schicksalsjahre einer Kaiserin. Schneider wordt een symbool van onschuld en deugdzaamheid waar naoorlogs Duitsland zich aan optrekt.

II – DE EEUWIGE PRINSES ‘IK BEN SISSI NIET’

Ze ziet de bui hangen, wil niet eeuwig het lief maar seutig rolmodel spelen. Dapper weigert ze de drie à vier miljoen mark die ze voor Sissi 4 zou kunnen krijgen en kiest ze de ene na de andere rol die breekt met haar prinsesjesimago. Het mag niet baten. In vele gezinnen wordt het traditie om in de kerstperiode nog eens naar Sissi te kijken. Verlos je zo maar eens van een rol. ‘Wat heb ik de mensen gebracht behalve Sissi. Sissi, Sissi, altijd maar Sissi. Ik ben al lang geen Sissi meer. Ik ben het trouwens nooit geweest’, laat Schneider zich vlak voor haar dood bitter uit.

Toch herneemt ze later nog één keer de rol: in Ludwig (1972) van de grote Luchino Visconti. Ze kan de Italiaanse estheet enerzijds niet veel weigeren: ze beschouwde hem als een mentor sinds hij haar had overtuigd om in het Frans toneel te spelen, een cruciaal moment in haar internationale carrière. Anderzijds krijgt ze de kans om het zwaar geromantiseerd en soms zelfs vervalst beeld dat ze van vorstin Elisabeth had moeten schetsen serieus bij te schaven. Het leven van de historische Sissi was allesbehalve een sprookje. Dat hadden Schneider en de prinses dan weer wel gemeen.

III – DE GELIEFDE ‘DE ENIGE MAN OP WIE IK KAN REKENEN’

In 1958 beproeft Schneider haar geluk in Frankrijk. Op de set van Christine (1958) wordt ze verliefd op haar tegenspeler. Schneider verlost zich van de controle van moeder, stiefvader en bourgeoismilieu om met Delon in feestend, anticonformistisch Parijs te wonen. In Duitsland vinden ze dat hoogverraad. In Frankrijk smult de pers van de passie van de twee jeunes premiers. Via Delon leert Schneider Visconti kennen, krijgt ze toegang tot de Franse film. Maar wanneer ze eind 1963 terugkeert van de VS vindt ze een briefje van haar verloofde, die een andere vrouw zwanger heeft gemaakt. ‘Je suis à Mexico avec Nathalie. Mille choses. Alain.’ Schneider snijdt haar polsen over.

Later zet ze zich over de breuk. Delon vraagt haar zijn vrouw te spelen in La Piscine (1968), waarin ze om ter mooist en begerigst zijn. De pers droomt van meer, maar het blijft bij een professionele hereniging van het prachtige liefdespaar. Min of meer toch. In moeilijke tijden steunt Delon Schneider met geld en goede raad. Zij noemt hem de belangrijkste man in haar leven, de enige op wie ze kan rekenen. Na haar dood schrijft Delon nog een briefje. ‘Je bent nooit zo mooi geweest. Weet je dat ik enkele woorden Duits geleerd heb voor jou? Ich liebe dich, meine Liebe.’

IV – DE ACTRICE ‘IK HEB VIER MEESTERS GEHAD: VISCONTI, WELLES, SAUTET EN ZULAWSKI’

Een turbulent liefdesleven, een levenswandel die niet onbesproken is, enkele onbarmhartige uithalen van het noodlot en die stroperige Sissi-films durven al eens te doen vergeten dat Schneider in de eerste plaats een actrice is en nog een verdomd goeie ook. Ze staat drie decennia aan de top, vindt haar weg in de Duitse, Franse en Amerikaanse cinema en leert Frans en Engels in een wip en een knip. Dat haar reputatie van een harde werkster terecht is, bewijzen ook de cijfers. Op haar 43e heeft ze al in zestig films gespeeld. Zelf staat ze heel kritisch tegenover haar werk. Geen enkele van die zestig films is in haar ogen buitengewoon; tien films vindt ze ‘goed’. Ze werkt twee keer voor Visconti, speelt in Le Procès (1962), de Franse Kafkafilm van Orson Welles. Na Good Neighbor Sam (1964) met Jack Lemmon en What’s New Pussycat (1965) stelt ze vast dat ze in Amerika geen potten breekt.

In de Franse film blijkt ze het best te aarden. Vooral met Bertrand Tavernier en Claude Sautet kan ze het goed vinden. Sautet geeft haar – eindelijk – zelfbewuste, moderne vrouwenrollen in vijf gesmaakte films, waaronder César et Rosalie (1972). Aan haar favoriet, Les Choses de la vie (1970), houdt ze een levenslange vriendschap met Michel Piccoli over. Een van haar meest intense, aangrijpende vertolkingen bewaart ze voor L’Important c’est d’aimer van Andrzej Zulawski.

V – DE VRIJE VROUW ‘IK HEB VAN NIETS OF NIEMAND SCHRIK. TENZIJ VAN MIJ’

Ze is niet bang om zich op jonge leeftijd aan saai, burgerlijk Duitsland te onttrekken. Ze is niet bang om ten volle van het leven te genieten. Ze neemt op haar manier afstand van de nazisympathieën van haar ouders: ze speelt meer dan één Joods personage en geeft haar kinderen Joodse namen. Ophef veroorzaakt ze door haar naam in 1970 toe te voegen aan een lijst van 100 vrouwen die een zwangerschap met opzet hebben afgebroken, om de legalisering van abortus te eisen. Haar dagboeken leren dat de belezen, op haar onafhankelijkheid gestelde vrouw ook heel onzeker en gevoelig kan zijn. Met haar echtgenoten heeft ze geen geluk. De depressieve, jaloerse theaterregisseur Harry Meyen ontfutselt haar met de scheiding de helft van haar fortuin in ruil voor de voogdij over hun zoon en pleegt een paar jaar later zelfmoord. Ook het huwelijk met Daniel Biasini loopt op de klippen. In moeilijke tijden neemt ze haar toevlucht tot drank en pillen. Roken doet ze op elk uur van de dag.

VI – DE SCHOONHEID ‘IK BEN FOTOGENIEK, MEER NIET’

Een aantal regisseurs begrijpt dat er bijna automatisch onderhuidse, seksuele spanning hangt als Schneider een scène met mannen deelt, zoals in La Piscine. Helaas geen voorbeeld is L’Enfer. Regisseur Clouzot had een blanco cheque, maar door grootheidswaanzin en ziekte werden de opnames van 1964 niet afgerond. Recent teruggevonden rushes laten een adembenemend sensuele Schneider zien, een verbluffend creatuur van verleiding, fantasie en dubbelzinnigheid. Met het ouder worden wordt ook melancholie een deel van haar uitstraling. Vooral Frankrijk behandelt haar als een grote filmster. Nog steeds heb je in de Parijse boekenwinkels de boeken over Schneider voor het uitzoeken.

VII – DE ONGELUKKIGE ‘IK BEN EEN ONGELUKKIGE 42-JARIGE VROUW EN MIJN NAAM IS ROMY SCHNEIDER.’

Een deel van de mythe-Schneider ontstaat door het contrast tussen haar professionele successen en geprezen vertolkingen en haar bijzonder tragische privéleven. Weinig blijft haar bespaard. Een moeilijke jeugd, de breuk met Delon, ongelukkige huwelijken, depressies, ziekenhuisopnames, ernstige verslavingen, een miskraam. Romy Schneider is niet voor het geluk geboren. In 1981 valt haar vijftienjarige zoon David terwijl hij over het hek van het huis van zijn grootouders klautert, hij wordt doorspiest. In mei 1982 wordt Schneider, amper 43, dood aangetroffen in haar appartement in Parijs. Een overdosis slaappillen volgens de geruchten, een hartaanval volgens de officiële versie. Wat maakt het uit? De ster is voortijdig uitgedoofd.EXPO ROMY SCHNEIDER

12/10 tot 13/1, Caermersklooster.

DOOR NIELS RUËLL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content