Na jaren zuchten en zwoegen heeft Pieter Van Hees eindelijk zijn langspeeldebuut ‘Linkeroever’ af: een stijlvolle thriller die het wachten waard blijkt te zijn geweest. De nieuwste telg van de Vlaamse nu-wave over hartstocht en huiver, Antwerps uitschot, de Teirlinck-kliek en andere volkslegendes.

Vlaamse thrillers die spannend, sfeervol, knap vertolkt én met allure in beeld gezet zijn: ze zijn even zeldzaam als een volzin beschaafd Nederlands ten huize Robbe De Hert. Dus geven wij met plezier het woord aan regisseur Pieter Van Hees (37), die zopas zijn sterke langspeeldebuut – een onderdeel van de tweede reeks Faits Divers-films – afleverde. In Linkeroever vertelt hij het verhaal van de jonge, introverte atlete Marie (revelatie Eline Kuppens) die verliefd wordt op de mysterieuze Bobby (Matthias Schoenaerts). Als ze bij hem intrekt op diens appartement tussen de grauwe betonblokken en duistere krochten op de Antwerpse Linkeroever, krijgt ze algauw de indruk dat niets of niemand is wie of wat hij lijkt.

Pure inbeelding of een sinister complot? Van Hees geeft de antwoorden in deze relationele thriller met bovennatuurlijke twist plagerig traag prijs en gidst je 85 minuten lang tussen realiteit en waanzin, feiten en legendes, liefde en achterdocht. ‘Zelf bekijk ik nochtans nooit thrillers’, geeft Van Hees toe. ‘Voor mij is Linkeroever een metaforisch liefdesverhaal. Het gaat over jezelf verliezen in een nieuwe relatie en de angsten en onzekerheden die daarmee gepaard gaan. Linkeroever, met zijn rare combinatie van beton en natuur en zijn legendarische historiek, is daarvoor een sterke metafoor. Het feit dat ik er een donkere thriller van gemaakt heb, vloeit dus gewoon uit de thematiek voort: dat genre leent zich gewoon uitstekend om gevoelens van eenzaamheid en vervreemding op te roepen.’

Je bekijkt nooit thrillers, maar maakt er zelf wel een. En dan nog een die zich afspeelt op Linkeroever, terwijl je afkomstig bent uit Herent en al jaren in Brussel woont.

Pieter Van Hees: Daar is mijn coscenarist Dimitri Karakatsanis (regisseur van ‘Small Gods’; nvdr. ) verantwoordelijk voor. Die komt uit Antwerpen en kent Linkeroever als zijn broekzak. Toen ik hem uitlegde wat voor film ik wilde maken, zei hij dat Linkeroever de ideale locatie zou zijn. We zijn er samen op verkenning getrokken en hebben ook research gedaan naar de geschiedenis van Linkeroever, dat al eeuwenlang met allerlei straffe volksverhalen en legendes is verbonden. In de middeleeuwen was Linkeroever de verzamelplek voor marginalen, zieken en ander uitschot dat de stadspoorten van Antwerpen niet binnen mocht. Men geloofde dat er allerlei kwade geesten ronddoolden.

Behekste plek

Ook vandaag heeft het nog steeds iets akeligs.

Van Hees: Het blijft een rare plek, zoveel is zeker. De eerste keer dat ik er met Dimitri naartoe trok, zagen we al meteen een of andere Russische pornoactrice met haar benen open poseren voor haar vriendje (lacht). Maar een geile locatie kun je het voor de rest niet noemen. Het is een van die mislukte stadsprojecten zoals je die in elke grootstad vindt. In de jaren zestig werden die appartementsblokken er bovenop een oud vissersdorp gezet om er een modern volksparadijs van te maken, maar de tragische ironie wil dat er veertig jaar later wéér vooral sociale miserie te vinden is. Het is met andere woorden een plek die zijn belofte nooit heeft waargemaakt, nogal wat geschiedenis onder de grond heeft zitten en van oudsher behekst lijkt, wat uitstekend paste bij het centrale motief van de film: een verdoemde liefde en de pijn die daarmee verbonden is. Het is ook puur visueel een dankbare locatie, met dat water en die modder enerzijds en dat beton en asfalt anderzijds. Het is natuur tegen cultuur, lichaam tegen geest.

Wat waren je inspiratiebronnen?

Van Hees:Rosemary’s Baby van Polanski. Of The Thin Red Line van Terrence Malick vanwege die natuurelementen en die aparte vertelstijl. Niet dat ik mezelf op dezelfde hoogte hijs, maar het zijn films waar ik enorm veel uit geleerd heb. De enige film die ik speciaal voor Linkeroever een paar keer bekeken heb is de Britse klassieker The Wicker Man. Da’s ook een thriller, maar wel één die – net als Linkeroever hopelijk – focust op de psychologie en een gesloten gemeenschap neerzet.

De film oogt opvallend stijlvol, zeker voor een productie van amper 700.000 euro.

Van Hees: Daar hebben we hard aan gewerkt. Maar soms vrees ik dat we daarmee onze eigen ruiten ingooien. Nu gaat iedereen zeggen: ‘Zie je wel dat je een film met een hoge production value kunt maken voor 700.000 euro.’ Maar wat het Vlaams Audiovisueel Fonds wel eens vergeet, is dat cast en crew bijna niks betaald worden. Je kunt één keer je pree opofferen als vriendendienst of ter wille van de kunst. Maar het mag geen gewoonte worden zoals nu. En ik ken genoeg goede acteurs en technici die amper rondkomen. De industrie dreigt echt te imploderen omdat er met hetzelfde totaalbudget alsmaar meer films moeten worden gemaakt en tegelijk te veel projecten in de steigers worden gezet waarvoor er geen geld meer is. Ik wil hier mijn voornaamste broodheer niet aanvallen, maar als de Vlaamse regering écht gelooft in haar talent, dan moet ze er ook in durven te investeren. Je moet maar eens vergelijken met Denemarken. Dat land heeft ongeveer evenveel inwoners en een gelijkaardige afzetmarkt, maar er wordt wel een veelvoud aan subsidies geïnvesteerd in film. Ik ben natuurlijk blij dat ik na zeven jaar zwoegen en zagen (Van Hees’ bejubelde kortfilm ‘Black XXX-Mas’ dateert al van 1999; nvdr. ) eindelijk een langspeler heb mogen maken. Maar ik wil gewoon waarschuwen voor de toekomst, en ik ben niet de enige.

On-Vlaamse seks

Moet je sowieso geen masochist zijn als je in Vlaanderen filmregisseur wil worden?

Van Hees:(lacht) Misschien wel. Al blijf ik me afvragen waarom. We hebben goeie scholen en we zijn een van de rijkste regio’s ter wereld. En toch slagen we er niet in om continuïteit te creëren of over de landsgrenzen te geraken. Ex-Drummer wordt nu wel internationaal verdeeld en Small Gods zat zelfs op het festival van Venetië, maar wanneer gaan we eindelijk Gouden Palmen en Beren winnen zoals de Walen? Het is te makkelijk om het allemaal op onze kleine taal af te schuiven. Er is in het buitenland ook geen hond die Deens verstaat. Het is simpelweg een kwestie van geld en talent.

Toch lijkt er een nieuwe generatie Vlaamse filmmakers op te staan.

Van Hees:(knikt) Felix Van Groeningen, Fien Troch, Koen Mortier, Dimitri en Nicolas Karakatsanis. Ik noem ons de ‘nu-generatie’. Omdat we cinema van nu maken en niet langer in de slipstream zitten van Dominique Deruddere of Robbe De Hert. We zijn allemaal ergens in de dertig en willen kost wat kost verhalen vertellen over onze tijd en onze generatie. Desnoods gaan onze relaties eraan kapot en wonen we in een krot; het is gewoon onze roeping. Cinema is weer persoonlijk geworden. Het is misschien niet het barricadenengagement van vroeger of dat hyperpretentieuze arthousegedoe, maar het is cinema met een sociale dimensie verpakt in een toegankelijke vorm. Of dat nu een thriller is, een zwarte komedie of een roadmovie. Zelf probeer ik in elk geval films te maken die tussen arthouse en mainstream in zitten. Dat is de plek waar ik me thuis voel en waar veel van mijn favoriete regisseurs – zoals Polanski, Scorsese of Kubrick – zich ook altijd hebben opgehouden. Dat laatste lijkt trouwens een universeel fenomeen. Ook die nieuwe Amerikaanse topfilms zitten tussen commercie en arthouse in, hebben opnieuw aandacht voor de klassieke, ambachtelijke manier van filmen en vertellen persoonlijke verhalen onder de vlag van een of ander specifiek genre. Kijk maar naar The Assassination of Jesse James, No Country for Old Men of There Will Be Blood. Het zijn eindelijk weer spannende tijden voor de cinema en daar hebben we lang moeten op wachten.

Over spanning gesproken: ‘Linkeroever’ telt een paar heel on-Vlaamse seksscènes: ze zijn namelijk stijlvol en sexy.

Van Hees: Én artistiek verantwoord (lacht). Als je wil begrijpen waarom Marie bij Bobby blijft, dan moet je de

fysieke aantrekkingskracht tussen die twee ook voelen en dus tonen, vind ik. Hun relatie heeft iets primairs. Het waren in elk geval de moeilijkste scènes om te draaien. Voor de acteurs. Maar ook voor de crew, die zich even onwennig voelde. Voor die eerste vrijscène in Bobby’s appartement hebben we daarom een hele dag uitgetrokken. Gelukkig klikte het tussen Matthias en Eline.

Dat Matthias Schoenaerts kan acteren, wisten we al. Maar waar heb je debutante Eline Kuppens ontdekt?

Van Hees: Ik had haar gezien in een toneelstuk en van de vier laatste kandidaten was ze degene die het beste paste bij Matthias. Ik heb misschien een risico genomen door een onervaren actrice te kiezen, maar ik wist dat ze talent had en ik wilde absoluut wat kleur en avontuur in de casting.

Nu je ’t zegt: je bent rats vergeten Jan Decleir en Koen de Bouw te casten! Mocht dat wel van het Vlaamse mediadecreet?

Van Hees: Ik begrijp zéér goed wat je bedoelt (lacht). Niet dat die vaste kliek Herman Teirlinckacteurs geen talent heeft, maar zet ze samen en je krijgt van dat gekunstelde gedoe waar niemand nog een woord van gelooft. Vandaar dat ik altijd probeer te mixen. Mensen met ervaring en een toneelopleiding samen met debutanten en amateurs. Op die manier haal je méér uit je acteurs. Hopelijk klinkt het niet te pretentieus, maar laat mij Jan Decleir regisseren en ik toon je een Decleir die je nog nooit eerder hebt gezien. In mijn volgende film, A Dirty Mind, speelt Wim Helsen trouwens de hoofdrol terwijl die nog nooit voor een camera had gestaan.

‘A Dirty Mind’ komt in november al in de zalen. Je laat er duidelijk geen gras over groeien.

Van Hees: Het voorbije jaar was keihard werken, maar na zeven jaar wachten deed het vreselijk veel deugd. Dat beide films zo snel op elkaar volgen is ook toeval. Eigenlijk had A Dirty Mind(een zwarte komedie waarin Wim Helsen een megalomane, geesteszieke stuntman speelt; nvdr. ) vorig jaar al gedraaid moeten worden. Maar dat is op het laatste moment afsprongen. Ik hoop alleen dat ik straks niet opnieuw zeven jaar moet wachten om mijn trilogie Anatomie van Liefde en Pijn te kunnen voltooien. Het derde deel – A Love Supreme – zit momenteel in de scenariofase en moet dus nog door het VAF worden goedgekeurd. Hopelijk begint de lijdensweg niet opnieuw (lacht).

‘LINKEROEVER’

Vanaf 26/3 in de bioscoop.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content