gaat opnieuw naar het scoutskamp van de hel: Expeditie Robinson (vanaf maandag 6/9 – 20.35 VT4) DOOR GUNTER VAN ASSCHE

In de eerste aflevering is het zo dat de Vlamingen de driekleur hijsen en de Brabançonne aanheffen. Ik moet zeggen dat ik die nooit eerder zo mooi vond klinken (lacht). Ik ben heel blij dat we dat gedaan hebben, want het wérkt. Een nationalistisch gevoel heeft mezelf nooit gegrepen, maar je ziet me toch elke keer glunderen in beeld als de Belgen winnen.

Ach kom! Dan moet je niet op reis gaan. Ik heb in al die tijd nooit een vies beest gezien in mijn hutje. Varanen zijn bijvoorbeeld banger voor ons dan omgekeerd. Behalve wat fors uitgevallen kakkerlakken die, toegegeven, soms extreem hard tegen je hoofd durven vliegen, heb ik niets engs meegemaakt.

Voor camera- en geluidsmensen is Expeditie een ware beproeving: zij moeten de kandidaten urenlang op jungletocht volgen in helse temperaturen. Soms moeten ze een uur waden in water dat tot net onder hun kin komt met een zware camera boven hun hoofd. Voor de presentatie hoef je niet eens op kamp te zijn geweest om te overleven.

Hoor je me zuchten? Ik heb écht schrik om weer te vertrekken. Maar hoewel Ernst-Paul gelijk heeft, wil ook ik de tweede serie voor geen geld ter wereld missen. De productie heeft trouwens gezegd dat ze de meeste kinderziektes ondertussen te boven zijn, en dat er meer comfort zou zijn voor de ploeg.

(lacht) We komen van ver hoor. Bij Expeditie Robinson is de warmte heel erg belastend, maar héél Peking Express was een strijd. We reden dag en nacht in wagentjes die ieder moment uit elkaar konden spatten. Je wast je drie weken niet, maar wordt iedere ochtend uit je tentje geregend. En naar het toilet gaan, is de hel op zich: je moet zitten boven een put in de grond, die vol stront hangt.

God nee, ik heb het veel liever the easy way. Maar terzelfder tijd ben ik er wel van overtuigd dat ik meer opsteek van de moeilijke momenten, dan dat ik een hele dag op mijn luie kont in een vijfsterrenhotel zit. Die beproevingen zijn tegelijk prachtig en je groeit erdoor als mens: een gruwelijk cliché, maar zo waar.

Die Choco Prince is al zo’n lange tijd geleden. Eigenlijk vond ik het zelfs… best charmant dat er mensen zijn die zoiets doen. Vandaag kom ik nog wel eens zo iemand tegen, maar vaak gebeurt dat wel niet meer.

Ik heb steeds gezegd dat ik zelf niet kan kiezen, en dat men me van buitenaf zou moeten verplichten een keuze te maken. Die uitspraak is me helaas weer voor de voeten geworpen. Achteraf gezien ben ik daar toch blij om: met pijn in het hart ging ik weg bij StuBru, maar het werd tijd om weer eens iets anders te proberen. Hoewel ik nog lang niet kon zeggen dat ik volleerd radiomaker was bij StuBru.

Ik wil mijn gebreken niet breed uitmeten, maar misschien probeer ik mezelf ook wel te beschermen tegen gezichtsverlies. Ik krik mezelf nochtans telkens op als ik met een ongelooflijk ei in mijn broek zit – wat wel vaker gebeurt, want ik ben een enorme stresskip. Maar ze zeggen toch ook vaak dat mensen zonder talent voor televisie gaan werken? (lacht)

Ik zing graag, maar niet omdat ik het goed k-… oké, ik zwijg al (lacht). Ik heb onlangs op een benefiet nog een liedje gezongen met Sofie Buyck (met wie ze in de popgroep Eden zong; nvdr). Het kriebelt nog steeds om muziek te maken, maar nu houd ik het gewoon bij gastoptredens. Presenteren is moeilijk genoeg. l

Gunter Van Assche

‘IK BEN EEN ENORME STRESSKIP. IK MOET MEZELF TELKENS OPKRIKKEN ALS IK MET EEN ONGELOOFLIJK EI IN MIJN BROEK ZIT.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content