EEN HARD OOG. EEN PORTRET VAN fotografe rineke DIJKSTRA VALT MOEILIJK TE NEGEREN, MAAR HOU UW SCHATTIGE NAGESLACHT MISSCHIEN TOCH MAAR UIT DE BUURT.

STEDELIJK MUSEUM CS

POST CS-GEBOUW, OOSTERDOKSKADE 5 IN AMSTERDAM, TOT 6 FEBRUARI. WWW.STEDELIJK.NL

Rineke Dijkstra, Portretten

In de hedendaagse kunst behoort het werk van Rineke Dijkstra (46) al zowat tot het internationale koekendozenpatrimonium. Aan de basis daarvan lag een knokig meisje dat dertien jaar geleden aan de branding stond ( Kolobrzeg, Poland, July 26,1992). Het jonge kind ging in haar badpak de wereld rond, alom bejubeld als een fotografische remake van de Venus van Botticelli. Dijkstra brak door in de loop van de jaren negentig, en al snel kreeg ze een patent op portretten met een sterke fysieke présence. Haar jonge, meestal frontaal in het beeld geplaatste mensen spatten met gemak van de muur. Vanzelfsprekend is dat niet, omdat het net om modellen gaat die je over het hoofd zou zien als ze in levenden lijve naast hun portret zouden staan. Dat je vrij snel een Dijkstra herkent, heeft veel te maken met een eenvoudig concept. De Nederlandse doet immers altijd hetzelfde. Ze laat iemand plaatsnemen tegen een neutrale achtergrond, en dat is het zowat. Desondanks zijn de portretten niet wat je noemt gewoontjes. Door de helderheid, het weinig extraverte karakter van de modellen en het allesbehalve geïdealiseerde mensbeeld hebben de foto’s een eigen soortelijk gewicht. Altijd wordt gefocust op iemand die zich voor de lens in een plooi probeert te leggen, en dikwijls hoort daar een onwennige blik bij. Dat bleek een gouden formule, want intussen kun je nergens meer komen of er hangt een Dijkstra-imitatie aan de muur.

Op het overzicht in het Stedelijk Museum wordt de mens-volgens-Rineke grondig belicht. Je stelt vast dat ze graag opteert voor adolescenten die niet goed in hun vel zitten, en voor mensen met een identiteit – stierenvechter, soldaat of jonge moeder – die nog geconstrueerd moet worden. ‘Misschien fotografeer ik omdat ik de eenzaamheid van de mensen herken’, zegt Dijkstra. Maar naarmate je meer foto’s bekijkt, begint er nog iets anders mee te spelen. De Dijkstra-mens is sowieso niet iemand die gemakkelijk charmeert. Door het harde licht en de klinische setting wordt hij of zij streng uit de context gelicht. De dikwijls benadrukte, jeugdige onhandigheid zou in principe innemend kunnen werken, maar in werkelijkheid gebeurt dat niet. De adolescent die zich voor de lens moeilijk een houding kan geven, worstelt ook nog eens met acné, een slechtzittende zwembroek of een bad hair day. Zo krijg je wel eens de indruk dat Dijkstra met een geroutineerd oog naar jong volk kijkt en af en toe denkt: deze zestienjarige ziet er weird uit, laten we zijn hoofd inblikken. Foto’s als die van Rineke Dijkstra worden sinds de jaren negentig gewaardeerd om hun afstandelijke en cleane stijl. Maar dezelfde aanpak is vaak ook kil en een beetje kleurloos. Humor of suggestie kom je zelden tegen in de foto’s van Dijkstra, en een scherp observatievermogen staat hoger genoteerd dan verbeelding. Hoewel bepaalde foto’s op het netvlies blijven branden, vallen velen wat stug uit. What you see is what you get, al is dat soms een tikkeltje aan de fantasieloze kant.

Els Fiers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content