Dankzij radiohit ‘One Horse Town’ én de ongebreidelde lofbetuigingen van Bono en Morrisey waren The Thrills al groot nog vóór hun debuut uit was. Een handleiding tot de hype.

‘So Much For The City’

Uit bij Virgin

Iers, maar ook weer niet

The Thrills hebben hun roots in Ierland, maar hun muziek heeft weinig van doen met de folk in de pubs van Dublin. De songs op So Much For The City schurken zich op creatieve wijze aan tegen de stijl van de seventies.

Conor Deasy (zanger): De reden is heel simpel: als je weg wilt uit het pubcircuit van Dublin, moet je wel andere genres spelen. Daarom trokken we ook naar Amerika en gingen we even in Santa Cruz wonen. Je hoort aan de muziek dat we veel langs zonnige, niét-Ierse (lacht) kustlijnen cruisden.

Misschien kan een Europese band pas wereldwijd succes hebben als ze de Amerikaanse cultuur opsnuiven. Zie U2 en ‘The Joshua Tree’.

Deasy: Hmm, een interessante theorie. Wij willen U2 niet kopiëren, maar wellicht danken we ons succes aan het feit dat niet één bepaalde nationaliteit doorklinkt. Het perfecte evenwicht vind je als je niet vastroest in Dublin, maar wel geregeld de Ierse moederschoot opzoekt. (lacht)

Zo blijf je ook bescheiden. Om het met The Edge te zeggen: Dubliners vinden dat U2 een handtekening aan hén zou moeten vragen.

Deasy: Om even te vergelijken: een Amerikaan staat ’s morgens op, ziet het landhuis van zijn buur en denkt: Op een dag woon ik óók zo. Een Ier staat op en denkt: Als hij buitenkomt, breek ik zijn benen. (lacht)

Traditie met een twist

De groepsleden van The Thrills zijn begin de twintig, hun muzikale invloeden zijn een pak ouder. Niet de Pixies of Sepultura zitten in de cd-lader, maar De Witte van de Beatles en De Prehistorie-reeks.

Deasy: Toen we op school zaten, luisterden we ook wel naar de laatste Air, Beck, Grandaddy, Flaming Lips of Mercury Rev. Die schrijven traditionele songs, maar ze geven er telkens een originele draai aan. Dat willen wij ook: alleen op die manier vermijd je dat je jezelf gaat herhalen en uiteindelijk een zielige parodie wordt van… euh, The Thrills.

Jullie cover van ‘Last Night I Dreamt Somebody Loved Me’van The Smiths viel bij Morrisey duidelijk in de smaak. Heb je hem al ontmoet?

Deasy: Hij heeft ons uitgenodigd om iets te gaan drinken in zijn pub. Lullig genoeg was er toen net een journalist van New Musical Express met ons mee en omdat Morrisey dat magazine zo háát, waren we bang dat hij zou denken dat we hem erin luisden. Maar hij was fantastisch, maakte grapjes tegen ons en gaf af en toe heel subtiele plaagkneepjes aan de reporter. Hij is helemaal geen verwarde kluizenaar, zoals overal gezegd wordt.

Watjes met gevoel voor verantwoordelijkheid

De verzamelaars van rock-‘n-rollclichés hebben niet veel aan The Thrills. Geen groupies – de keyboardspeler gaat aan de haal met de knappe grieten! – en de hotelkamers zien er na de passage van de groep kraaknet uit.

Deasy: We zijn te laidback om rocksterallures te krijgen. Je hoort aan de meeste nummers ook dat we ons niet snel kwaad maken – we hebben geen reden om dingen tegen de grond te gooien, of onze hotelkamer te slopen. Kevin (Horan; keyboards) is de enige die zich heel rock-‘n-roll gedraagt, daarom was hij ook de enige die aanbeden werd toen we in Japan speelden. (lacht) We zouden misschien wat gewelddadiger moeten zijn en tv’s in het zwembad moeten gooien, maar wat wil je dat ik daarop zeg? We zijn verantwoordelijke watjes. (lacht)

Door Gunter Van Assche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content