Hij is in de VS een rijzende ster, dankzij zijn hoofdrol in de tv-serie ‘Chuck’, maar de roem stijgt Zachary Levi niet naar het hoofd. Of net wel. ‘Ik heb de rol te danken aan mijn haar.’

Videogames, fantasyromans, comics: er was een tijd dat ze nog helemaal niet cool waren, en dat diegenen die er zich mee bezig hielden in films of tv-series enkel werden opgevoerd als wandelende grap en/of boksbal voor de echte helden. Niet meer, want sinds enkele jaren spelen de ‘nerds’ een centrale rol in de entertainmentindustrie, zozeer dat men in de VS is beginnen te spreken van een ‘geek culture’. Daar zijn verschillende redenen voor. De grote studio’s hebben ontdekt dat ‘nerds’ meestal heel kapitaalkrachtig en trouw zijn, en dus de perfecte consumenten, en ook de opkomst van het internet heeft een belangrijke rol gespeeld. Blogs en fora zijn immers onmisbaar geworden om ‘buzz’ te creëren rond een serie of een film, en wie zijn die mensen die dagenlang zitten te discussiëren over de betekenis van ’the Numbers’ uit Lost? Precies.

De meest recente telg aan de ‘geek culture’-boom is Chuck, een tv-serie over een computerverkoper in een grote elektronicaketen die plotseling wordt opgejaagd door de CIA en de National Security Agency als hij per ongeluk alle geheimen van de Amerikaanse inlichtingendiensten in zijn brein gedownload krijgt. Chuck, geschreven door Josh Schwartz, de man achter tienerdramareeks The O.C. , is een heerlijke mix van komedie en licht drama, waarin de show gestolen wordt door hoofdrolspeler Zachary Levi, die met verve een sociaal onaangepaste maar zeer innemende ‘nerd’ neerzet. Zo moeilijk is dat niet voor Levi, want zoals hij vertelt wanneer hij in een Londens hotel (in een T-shirt met het opschrift ‘Gamer’!) voor ons plaatsneemt, zouden hij en Chuck beste vrienden kunnen zijn.

Zachary Levi: We zijn voor ongeveer 90 procent gelijk. Ik ben misschien niet zo technologisch onderlegd als hij, maar voor de rest ben ik een echte ‘nerd’. Ik ben gek van videogames, ik haal alle nieuwe gadgets in huis, ik zit urenlang op blogs en internetfora… de hele rimram.

Chuck lijkt een beetje de oudere broer van Seth Cohen, de ‘nerd’ uit ‘The O.C.’, die andere serie van Josh Schwartz. Had je die reeks op voorhand gezien?

Levi: Ik zal eerlijk zijn, op straffe van stokslagen van Schwartz himself, maar neen, geen enkele aflevering. Ik kende ze wel, omdat het zo’n hype is geweest, maar ik was er net te oud voor. Nu, ik denk dat Josh, zoals iedere schrijver, een deel van zichzelf in zijn personages stopt, en Seth en Chuck zijn diegenen die het meest op hem lijken. Ik bedoel maar: Josh, Adam (Brody, die Seth Cohen speelde; nvdr. ) en ik hebben zelfs precies hetzelfde haar. Waarschijnlijk is dat ook de reden waarom ik de rol gekregen heb. Het eerste wat Josh zei op mijn auditie was: ‘Oké, you’re in, op voorwaarde dat je niet meer naar de kapper gaat. Wat je ook doet, blijf van je haar af.’ (lacht)

Heb jij, als beginnend acteur, onderbetaalde rotjobs moeten doen, zoals Chuck?

Levi: Massa’s. Ik heb bijvoorbeeld anderhalf jaar in een carwash gewerkt, en dat was op zijn zachtst gezegd goed voor het karakter. De enige dagen waarop ik niet moest gaan, was als het regende, en ik ben heel vaak wakker geworden al biddend dat ik regendruppels zou horen tegen het raam.

Woonde je toen al in Los Angeles?

Levi:(lacht) Ja, en ik kan je verzekeren: als er iemand beseft hoe weinig het daar regent, dan ben ik het wel. Ik heb natuurlijk ook in een restaurant gewerkt, zoals iedere beginnende acteur. Al ben ik daar nooit verder geraakt dan de job van hulpkelner, die de borden wegdraagt en meehelpt aan de afwas. Dat was eigenlijk wel bizar, nu ik erover nadenk. De andere kelners waren acteurs die van hun doorbraak droomden, en ik streefde er vooral naar om kelner te worden (lacht). En het is me nooit gelukt.

Wat hield je op de been?

Levi: De liefde voor acteren. Als kind ben ik vaak verhuisd, en daardoor moest ik overal vlug vrienden kunnen maken. Vooral om niet in elkaar geslagen te worden (lacht). Ik was dus de clown van de klas, en zo zag ik vlug dat ik talent had om te acteren. Dat heeft me op de been gehouden: het geloof dat ik geboren ben om te acteren.

Je was zes jaar toen je voor het eerst op een podium stond. Weet je nog wat je eerste rol was?

Levi: Ja, ik speelde een haan in een kerstmusical. Oké, ik weet dat de haan historisch gezien niet echt een belangrijke rol speelt in het kerstverhaal, maar ik voelde me toch onmisbaar. Ik herinner me dat ik zo nerveus was dat ik overgegeven heb voor ik op het podium ging. Mijn moeder moest me zelfs omkopen met de belofte dat ik een game zou krijgen. Ik heb mijn acteercarrière dus te danken aan videogames: nogal logisch dat ik eraan verslaafd ben.

Hoe erg is het?

Levi: Laat ik het zo zeggen: ik heb vier dagen geleden de game Rock Band gekocht, en sindsdien ben ik nauwelijks het huis uit geweest. Ik zit nu al aan 300.000 fans en ik ben net aan een wereldtournee begonnen, met eigen roadies en een pr-manager. Dus ja, het is heel erg. Ik heb een Nintendo Wii in huis, en daar ben ik gek van. Vooral tennis. (toont zijn hand) Daar heb ik trouwens deze blessure aan overgehouden. Ik was onlangs samen met een vriend aan het tennissen en toen ik wou smashen, ben ik met mijn hand recht door een glazen lamp aan het plafond gegaan. Ik moet toegeven: het is toch redelijk gênant als je om halfdrie ’s nachts naar de spoedafdeling moet rijden, en tegen de dokter van wacht moet zeggen dat je je gekwetst hebt tijdens een videospelletje. Maar hey: wie kan er zeggen dat hij na een spelletje Nintendo 14 hechtingen heeft moeten krijgen?

Elke zondag, 18.35 – VT4.

Door Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content