Patrick Riguelle speelt in de week bijna dagelijks in ‘De Laatste Show’, croont in ‘What Have They Done To My Song’, en speelt op radio 1 big bang met Het Nieuwe Wereld orkest. (zaterdag 6/11 – 20.00 vooruit, gent) DOOR GUNTER VAN ASSCHE

1 Het Nieuwe Wereld Orkest speelt op Radio 1 Big Bang en gaat daarna op tournee met songs over de actualiteit. Loopt dat repertoire niet het gevaar snel passé te raken?

Die kans is heel reëel. Als Karel De Gucht in Congo voor heibel zorgt, is dat vier maanden later voorbijgestreefd. Ik vertrouw wel op onze vaste schrijvers om de vinger aan de pols te houden.

2Het Nieuwe Wereld Orkest is het populairste item op Radio 1. Hoe verklaar je dat succes?

Dat houdt mij niet zo erg bezig. Het is gewoon geestig. De amusementswaarde ligt niet enkel in het feit dat het satire is, maar ook dat we populaire songs spelen. Die herkenbaarheid is een gemakkelijke manier om de lachers op je hand te krijgen. Dat de aandacht blijft, verraste me wel.

3 Gaat die stiff upper lip je gemakkelijk af, als je een hilarische tekst als ‘Ban de Boerka’ op ‘Rock The Casbah’ zingt?

Het is niet evident om ernstig te blijven: voor elke take moeten we eerst uitgelachen zijn, anders bak je er niets van tijdens de opnamen. De teksten van (pdw) brengen mij altijd aan het lachen. Live raken we ook wel eens de pedalen kwijt, als Pieter-Jan De Smet spontaan zijn teksten verandert.

4 Ik dacht dat iemand als Brel, die iets wrangere hekelteksten schreef, je méér lag.

Ja, maar dat staat buiten het Nieuwe Wereld Orkest. Ik heb altijd van het Franse chanson gehouden. Maar nu ben ik Brel wel kotsbeu geraakt. Toen we vorig jaar zijn 25-jarige dood herdachten, is hij te diep in onze strot geduwd. Dat Jacques nu maar even daar blijft tot hij dertig jaar dood is. Dan ben ik weer genezen (lacht).

5 Het schijnt dat je blokkeert als je iets op papier moet krijgen. Toch maakte je een bloedmooie vertaling van Brels ‘L’Eclusier’.

De Sluiswachter was een uitzonderlijke ingeving (lacht). Ik ben geen getalenteerd songschrijver. Dat geeft ook niet, want er zijn talloze prachtige liedjes. Die vertaling maakte ik om wat Ernst Van Altena (de Nederlandse dichter die enkele chansons van Brel naar het Nederlands vertaalde, nvdr.) met Brels teksten deed: ik klim de muren op van zijn houterige, archaïsche taaltje. In een song láát je dat gewoon.

6 Op Nederland 3 speel je mee in ‘Popquiz A Gogo’. Een schijntje voor iemand die ‘een onuitputtelijke bron van kennis’ wordt genoemd?

Voor de gemiddelde muziekkenner is het geen moeilijke quiz om te volgen hoor. En wat die ‘onuitputtelijke bron van kennis’ betreft: in een quiz behoud je vaak een wankel evenwicht, en vergeet je steeds zaken die je wel wist. Ik herinner me trouwens met fierheid dat Mimi Smith mij onderuithaalde in De Slimste Mens Ter Wereld (lacht).

7 Je ontpopte jezelf tot crooner in de theatertour ‘What Have They Done To My Song’. Is dat de laatste stap in je ontwikkeling?

Er is inderdaad een groot verschil met de zelfdestructieve sex, drugs & rock-‘n-roll uit mijn K13-periode: ik was toen ook maar 23. Eigenlijk laat ik alles zijn beloop gaan. Wat ik nu doe, heeft te maken met een jeugdheld van mij, Henri Salvador, die in ‘De Laatste Show’ speelde. Toen ik al zijn platen nog eens opdiepte, ontdekte ik dat ik zulke muziek heel graag zing.

8 Als kind had je een chronische longontsteking. Werd je zanger uit overcompensatie?

Toch wel. Ik denk soms dat zoiets net goed was om mee te maken. Ik heb bijna drie jaar in sanatoria en preventoria doorgebracht – als zesjarig ukje is dat een cruciaal moment. Maar muziek boeide me: ik kan me Claude François’ concert in de AB nog glashelder voor de geest halen. Dat kan ik niet eens bij mijn eigen concerten. Ik hoor ook in alles muziek: als ik mijn aansteker laat vallen, hoor ik si mol (lacht).

9 Vier jaar geleden noemde men je vaak een schaduwartiest. Veel is daar niet van overgebleven.

Dat is de schuld van de televisie. Voor mij maakt het weinig uit of ik sideman of frontman ben: beide disciplines zijn even aantrekkelijk. Het is wel spannender om zoals Mauro Pawlowski van tijd tot tijd afstand te kunnen nemen van het ene.

10 Je speelt al een tijd in de Laatste Show Band. Wordt dat geen routineklus?

Elke dag moet ik iets anders doen, dus krijgt routine geen kans. Ik kon het slechter treffen dan te moeten zeggen dat rock-‘n-roll mijn werk is (lacht). Ik ben nooit vies geweest om het begrip ‘werk’ te gebruiken in termen van muziek. Ik vind ambacht net iets heel nobels hebben. l

Gunter Van Assche

‘IK HOOR IN ALLES MUZIEK: ALS IK MIJN AANSTEKER LAAT VALLEN, HOOR IK SI MOL.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content