ROBBE DE HERT, HET BOEGBEELD VAN DE ANTWERPSE FILM, IS VOLGENDE WEEK TE GAST IN ‘De Porseleinen Pony’. Wij laten hem voor u alvast eens warmlopen. DOOR GUNTER VAN ASSCHE

1 In ‘De Porseleinen Pony’ moest geknipt worden in een van je tirades. Nogal sterk voor een programma dat gebouwd wordt rond ergernissen.

Dat is gewoon… gênant. Daar wist ik natuurlijk weer geen kloten van, maar ik schrik niet. Ik moet toegeven dat de VRT tenminste consequent is: dertig jaar geleden censureerden ze al De Dood van een Sandwichman. Die film hebben ze in achttien landen moeten spelen vooraleer de openbare omroep ernaar omkeek. En de laatste cruciale minuut moest er dan nog eerst uit (waarin De Hert een anarchistisch statement maakt; gva).

2 Je hekelt Christina von Wackerbarth in het gewraakte stuk.

Omdat die dacht dat ze boven de wet stond! Ik ben nog stééds razend op wat dat mens met Gaston’s War heeft gedaan: ik kreeg kinderen toegelaten van de bevoegde instanties om die film in de zalen te spelen. Von Wackerbarth maakte daar op eigen houtje 16+ van op TV1, voor een jeugdfilm nota bene!

3 Jan Verheyen zei eens dat je een vijandbeeld nodig hebt: daarom produceer je je films zelf niet.

Wat een onnozele uitspraak! Verheyen weet goed dat ik alleen problemen heb met die klootzak van een producer Dirk Impens. Ik heb niemand nodig om ambras te maken. Die gast moet gewoon met zijn poten van film afblijven. Ik kon me niet eens omdraaien tijdens Brylcream Boulevard of hij zat al in de film te snoeien. Terwijl hij geen rotte frank bijeengeschraapt had! En bij andere regisseurs doet hij hetzelfde, maar die zwijgen braaf. Dat is lafheid.

4 Ben je niet gewoon een moeilijke mens om mee te werken?

Maar néé! Weet je waar het probleem ligt? Het is niet dat anderen echt bewust kwaadwillig zijn. Het is gewoon ( spuwt het uit🙂 loempigheid! Ik word tegengewerkt omdat ze niet beter weten. Men zegt wel dat een ezel zich geen twee keer aan dezelfde steen stoot, maar geloof dat maar niet.

5 Julien Vrebos bazuint rond dat hij de beste is, maar door niemand begrepen wordt. Zijn Jan Bucquoy en jij niet in datzelfde bedje ziek?

Ik zal nooit beweren dat ik een genie ben. En die andere filmmaker zou dat beter ook niet doen, maar in de eerste plaats eens een goede film maken. Dat doet me denken aan mijn andere ergernis in De Porseleinen Pony: Lars Von Trier! Een walgelijke cineast. Ofwel verbannen we Von Trier ofwel verbannen we al zijn fans.

6 Je zei dat politici afkerig staan tegenover films, omdat iets als ‘De Zaak Alzheimer’ gevaarlijk is en de maatschappij een spiegel voorhoudt. Dat klinkt vrij paranoïde.

Allé sjoe, zelfs de liberalen hebben me tegengewerkt om Daens te maken. Twaalf jaar heeft dat geduurd! Net zoals Alzheimer trouwens, om maar te zeggen hoe stoem die mannen zijn. Het probleem in dit land is gewoon dat er geen progressief geld is om zo’n films te realiseren.

7 Je bracht ‘De Onkreukbaren’ als theaterstuk. Was dat een doekje voor het bloeden, of eindig je toch nog in het theatercircuit?

Brylcream Boulevard was geen succes als Blueberry Hill, dus konden we het financieel niet aan om deel 3 in de cinema te laten spelen. Bovendien ben ik aan het eind van mijn Latijn: wist je dat ik mijn boek, Het Drinkend Hert in het Nauw, deels heb moeten láten schrijven, want ik raakte er zelf emotioneel gewoon niet door.

8 Ik durf het amper te vragen: ben je nog wel met films bezig?

Ach schat, tegen beter weten in probeer ik al járen om mijn film over het oorlogsverleden van Geel af te krijgen. Die film heeft niet alleen om díe reden de titel Gekkenwerk meegekregen. Verder werk ik nu ook aan het tweede deel van het filmevenement Hollywood aan de Schelde.

9 Je wilde ooit ‘Het Spaanse Spook’ verfilmen. Ondertussen werd een ander Suske & Wiske-album verfilmd, en niet door jou.

Toch niet te geloven! Toen ik eindelijk kon beginnen filmen, werden die plannen in de kast opgeborgen omdat de special effects te duur uitvielen. Maar dat is net het probleem met films als Blinker: die zien er niet goed uit omdat ze voor een peulschil moeten worden gedraaid.

10 Meer aandacht en geld wordt gepompt in tekenfilms en experimenten, zeg je.

Terecht dat die films aandacht krijgen, maar het is toch ongelooflijk dat ze niet gewoon content zijn dat de Robbe zich wil verlagen tot het verfilmen van een strip – néé: ze werken me tegen. Dat was knap van Alzheimer: dat team had de energie om op eigen kracht een budget bijeen te zoeken. Want geld is een bepalende factor voor kwaliteit. En er is er ALTIJD te weinig. l

Gunter Van Assche

‘DE ANDEREN WERKEN MIJ NIET TEGEN OMDAT ZE VAN KWADE WIL ZIJN, MAAR OMDAT ZE NIET BETER WETEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content