Amper genezen van hersenvliesontsteking is Karl Vannieuwkerke weer trouw op post voor Roland Garros. Samen met Lieven Van Gils – én deskundige cocommentatoren – laat hij dagelijks weten hoe de Belgische tennissers het doen op de Parijse gravel (Iedere dag vanaf 28/5 op Sporza).

1 Het heeft niet veel gescheeld of je commentatorstoel was leeg gebleven. Toch tijdig genezen?

Ik voel me vrij goed, maar slaap nog veel. Tegen eind deze maand wil ik weer op volle kracht draaien, nu sta ik nog op 30 % van mijn rendement. Daarom geef ik enkel de tweede week commentaar, vanaf de kwartfinales. Ik wou geen risico nemen voor de Tour. Dan doe ik de talkshow Tour 2006 en daarvoor moet je fit zijn.

2 Zullen onze tennissers fit genoeg zijn om in Parijs potten te breken?

Ik denk het wel. Henin en Clijsters zijn allebei echt goed bezig. Gravel is minder voorspelbaar dan de andere ondergronden, één slechte dag betaal je cash. Maar als Henin het niveau haalt van haar halve finale tegen Mauresmo ( tijdens het WTA-toernooi van Berlijn op 13 mei, nvdr), is er niets tegen haar te beginnen. Dan wint ze Roland Garros. Als de meisjes elk in een andere tabel zitten, is een Belgische finale ook niet uitgesloten.

3 Hoop je daarop?

Je wil natuurlijk dat ze allebei zo ver geraken, maar het voelt wel dubbel om ze tegenover elkaar te zien staan. Dan dwing ik mezelf tot objectiviteit, en dat lukt wel. Na zo’n match krijg ik altijd een pak mails: de ene helft van Clijsters-fans die vinden dat ik te veel voor Henin gesupporterd heb en de andere van Henin-fans die net het omgekeerde beweren.

4 Zit je anders hevig te juichen en te vloeken?

Ik ga er toch erg in op, je zit live op de baan. Ik probeer mezelf ook niet in te tomen. Als er Belgen spelen, supporter je in je hart, waarom dan niet op antenne? Sommigen vinden dat verslaggeving altijd objectief moet zijn, maar als commentator ben je ook entertainer.

5 Hoe belangrijk is de cocommentator?

Heel belangrijk. Ik doe het dit jaar weer met Steven Martens, het klikt gewoon. We durven elkaar al eens een prikje te geven, zodat het meer is dan droge commentaar. Zoals toen we vorig jaar tijdens de Masters – een finale zonder Belgen, om 3 uur ’s nachts – een pint beloofden aan al wie een mailtje stuurde: als je dan 500 reacties krijgt, slik je wel even.

6 Zakken jullie na een zenuwslopende match wel eens stevig door ?

Na een Grand Slam moet je toch even afkicken. Het beste wat je dan kan doen, is een goeie pint gaan pakken. Na de eerste Grand Slam-finale van Clijsters op Roland Garros in 2001 zijn we ’s nachts nog gaan stappen met haar coach Carl Maes. Dat was toch een legendarische uitspatting.

7 Wat is voor jou het mooiste sportmoment?

Die finale van Kim in 2001. Ook al verloor ze, het bleef fantastisch. Niemand had gedacht dat ze zo ver zou geraken, laat staan Capriati enig weerwerk bieden. Nu besef je dat ze toen een unieke kans op een Grand Slam heeft laten liggen, maar toen waren we al lang tevreden met een finale. Tom Boonens wereldtitel was natuurlijk ook iets heel speciaals.

8 Als zo’n stoere atleet op het erepodium tranen met tuiten staat te huilen, huil je dan mee?

Het is me nog niet vaak overkomen. Nochtans, ik huil vrij makkelijk, maar vooral om verdriet. Toen ik in de krant las over dat kleutertje dat in Antwerpen werd vermoord, schoot ik vol. Omdat ik zelf kinderen heb en me kan inleven in wat die ouders meemaken. Maar in de sport? Niet echt, nee.

9 Voel je je verplicht om zelf naar álle sport te kijken op televisie?

Tja, wielrennen en tennis komen natuurlijk op de eerste plaats. Ik kijk wel eens naar voetbal, maar gedoseerd. Ik zal mezelf niet dwingen naar pakweg Charleroi-Lierse te kijken. Over het algemeen laat ik weinig aan mij voorbijgaan, ik kijk zelfs naar Formule 1 als het zich aandient. Al zal ik er nooit speciaal voor thuis blijven.

10 Hoe zit het eigenlijk met je eigen wielercarrière?

Carrière is veel gezegd. Begin januari was ik opnieuw heel gedreven begonnen en tegen de Ronde van Vlaanderen voor Wielertoeristen had ik alweer 5000 km in de benen. Maar sinds die hersenvliesontsteking heb ik niet meer gefietst. Koersen zal ik niet meer doen, al sta ik nu wel te trappelen om weer op de fiets te springen. Er gaat toch niets boven de kick van het sporten. En vooral niet boven die warme douche als je stikkapot thuiskomt. l

Door Barbara De Coninck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content