Een Jan Van Rompaey, die gaat niet met pensioen. Vijf maanden na zijn afscheid van de VRT, staat hij alweer op één met Lotgenoten. Dit keer geen kritische talkshow of forum voor bedrogen consumenten, wél een programma over mensen die samen aan één project werken (24/4 – 21.10 één).

1 Was u niet met pensioen?

Tja, dat hoor ik wel vaker! (lacht) Ik werk enkel nog aan dingen die ik zelf leuk vind, ook omdat ik voel dat het lichamelijk niet zo evident meer is. Maar ik heb nooit beweerd dat mijn afscheid bij de VRT het einde van mijn carrière betekende. De dag na de viering was ik alweer aan het filmen voor Lotgenoten.

2 Hoe voelde het om na al uw studiowerk weer op stap te gaan?

Als een ongelooflijke opluchting. Ik was blij om eindelijk weer eens zuurstof in te ademen en er met een cameraploeg op uit te trekken. Het voelde weer als een avontuur. Het was natuurlijk ook wel even wennen: ik wist niet zo goed meer hoe ik in beeld moest lopen – vroeger verstopten we ons zoveel mogelijk – en ik was ook niet meer gewoon om zoveel tijd met de mensen zelf door te brengen.

3 Voelde u zich daardoor meer betrokken bij de lotgenoten?

Zeker. Je lééft echt samen. Na een tijd ontstaat er een vertrouwensband die je nooit in de studio kan krijgen, daar zie je iemand amper vijf minuten in een onnatuurlijke situatie. Bij de lotgenoten had ik op de duur de neiging om hen te gaan verdedigen. Ik zag hoe verbeten ze hun doel probeerden te bereiken: de jonge dansers die hun slotvoorstelling willen halen, het familiecircus dat vecht om te overleven… Ook de cameraploeg deed dan meer dan alleen registreren, iedereen wachtte vol spanning op hun grote moment. Eigenlijk werden wij allemaal een beetje lotgenoten.

4 Wat vindt u zelf het meest beklijvende moment uit de reeks?

Er zitten natuurlijk veel emotionele beelden in. Het vertrek van een van de tienermoeders uit het opvangtehuis heeft me toch wel geraakt. Die jonge vrouw, die zich de hele tijd nogal hard had voorgedaan, brak echt. Het moment dat ze vanuit de auto wuift naar de meisjes die achterblijven… dan voel je een vreemde mengeling van vreugde en verdriet.

5 Hoort dit programma de ‘SAM’-boodschap uit te dragen?

Het idee voor Lotgenoten bestaat al veel langer. Maar het gaat inderdaad wel over mensen die – vaak tegen wil en dank – samen aan iets willen werken, die een groep vormen en solidair zijn. In die zin is het Sam avant la lettre.

6 Vorig jaar zond één bij wijze van eerbetoon ‘Superjan’ uit. Voelt u zich een ‘Superjan’?

Ik zie mezelf niet als lichtend voorbeeld, nee. Ik heb altijd programma’s gemaakt vanuit mijn buik. Dat kon toen ook nog, het hoefde allemaal niet zo snel en flitsend te zijn als nu. Ik vond Superjan goed gemaakt en de makers hebben kilometers beeldband moeten bekijken. Maar naar mijn gevoel hebben ze wat te veel nadruk gelegd op het jolige, terwijl ik toch ook sociaal bewogen programma’s heb gemaakt.

7 Op welk programma bent u zelf nog het meest trots?

Ik heb natuurlijk veel gedaan, maar vooral Zeker Weten en Jan Publiek blijven me bij. Die vulden mijn behoefte in om mensen te laten nuanceren. Toen kregen we het verwijt toogpraat te geven, maar ondertussen doet bijna iedereen het zo. Met bepaalde programma’s als Schermen heb ik tegen schenen geschopt en taboes doorbroken. Ook dát vind ik iets om trots op te zijn.

8 Wat was dan weer uw dieptepunt?

Dat moet toch mijn zeer openlijke ruzie met Herman Brusselmans geweest zijn. Ik weet zelfs niet meer hoe het begon, maar we werden allebei heel kwaad en begonnen elkaar bijna uit te schelden. Achteraf hebben we dat natuurlijk wel bijgelegd. Ondertussen heb ik ook genoeg expertise om gênante situaties op het nippertje te omzeilen.

9 Waaraan zou u zich nog willen wijden?

Misschien aan een roman. In de wereld waarin ik al die jaren geleefd heb, zijn zoveel mooie verhalen te rapen, over een fictieve redactie of zo. Als ik daar eens de tijd voor heb…

10 Wanneer gaat u dan écht rentenieren?

Ik denk nooit. (lacht) Nu ben ik nog niet zover. Ik heb er wel de leeftijd voor, al schrik ik zelf nog van dat getal. Ik mis de vrolijke drukte van de redactie en de kick van de uitzending al. Ik zou gelukkiger zijn als ik tussendoor nog wat mag werken, maar zeker niet fulltime. Dat zou al te gek zijn en niet leuk voor mijn vrouw. Ergens hoop ik dat iemand mij te gepasten tijde zal zeggen dat ik moet stoppen. l

DOOR BARBARA DE CONINCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content