Poolnacht

Eerste zin Het was een avond als alle andere.

De jonge rechercheur Ari Thór Arason is aan de slag in Siglufjördur, een IJslands vissersstadje dat na de uitbraak van een ebola-achtig virus volledig van de buitenwereld geïsoleerd wordt. Om de tijd te doden stort Ari Thór zich op een oude zaak. In 1956 stierf op een boerderij aan een nabijgelegen fjord een jonge vrouw in mysterieuze omstandigheden. Zelfmoord? Of heeft een van haar familieleden haar uit de weg geruimd? Omdat hij zelf in quarantaine moet blijven, doet Ari Thór beroep op Ísrún, een journaliste in Reykjavik, die voor hem niet alleen belangrijke getuigen opspoort, maar ook de verdwijning van een kind onderzoekt. Daarbij komt de premier van IJsland en diens ambitieuze entourage in het vizier.

Ragnar Jónasson wordt op de omslag van Poolnacht ‘de internationale bestsellersensatie uit IJsland’ genoemd. Dan verwacht je toch meer dan een weliswaar spannende, maar stilistisch erg matige misdaadroman als deze. Ari Thór is te tam en te bleek om veel indruk te maken. Het addertje onder het gras is dat Poolnacht al uit 2012 dateert. Jónassons reputatie is gebaseerd op zijn latere en rijpere werk. Wie net als wij bij Poolnacht op haar of zijn honger blijft zitten, moet dus geduld oefenen tot zijn recentere thrillers worden vertaald.