PAREIDOLIA

Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Elke week geven we een werk dat ten onrechte vergeten is of onderschat wordt de aandacht die het verdient.

Er was een tijd, twintig jaar geleden, dat ik alle elektronische muziek hooghartig afdeed als ‘zielloze knoppendraaierij’ – een kortzichtig oordeel waar vooral economische motieven aan ten grondslag lagen. Punk en hardcore waren nu eenmaal milder voor je karige zakgeld: een camouflagebroek van de legerstock, een paar kistjes van je vader, een gescheurd bandshirt en een fietsketting om je dunne portefeuille aan vast te haken en je kon zo het lokale punkkot binnen, waar bier aan ‘democratische’ prijzen werd verhandeld en waar je mits wat vrijwilligerswerk – lees: kots opkuisen in de met graffiti volgespoten toiletten – ook gratis optredens kon meepikken. Of je dubbelde de stempel van bezwete polsen. Het was stukken goedkoper dan het danscafé, dan merkkledij, dan Breezers die je aan de lopende band aan de Kiara’s van deze wereld moest trakteren, dan de opgedreven boosters en de gel die je haar in de blacklights radioactief deed oplichten. Je bemint wat je kunt krijgen, iets wat in je puberjaren niet enkel voor muziek geldt.

Dat hardvochtige oordeel kantelde toen ik voor het eerst Orbital hoorde, en zeker toen Aphex Twin zijn stuiterende genialiteit op de wereld losliet. Bands als Underworld en The Prodigy hadden eerder al de muren tussen rock en dance geslecht, maar labels als Warp en Planet Mu openden de poorten naar een onderwereld vol duistere electronica waar de grenzen van het (aan)hoorbare geestdriftig werden afgetast. Met de ontdekking van LP5 van Autechre ging ik helemaal overstag: hier waren pioniers aan het werk, hier werd muziek opnieuw gedefinieerd. (Natuurlijk staan ze in een traditie, maar zoiets leer je retroactief en het vergt wat tijd om Kraftwerk als een kunstvorm te zien, eerder dan een posh synthesizerbandje) Eenmaal verslingerd aan tegendraadse, soms onbeluisterbare electronica was er geen houden meer aan: nachtenlang kan ik obscure sites en blogs afspeuren op zoek naar een oude Dalglish, naar een reissue van Max Richter, naar een limited color vinyl van Vatican Shadow.

Zo stootte ik in 2009 op Pareidolia van Khate, een Amerikaanse geluidskunstenares die de zegen meekreeg van Mika Vainio, zelf op zijn beurt op handen gedragen door onder meer Björk. Khate had een blogje, waar je haar luttele optredens kon bekijken en haar collectie geluidsmachientjes – apparaatjes die ze zelf ineenknutselde door op rommelmarkten oud kinderspeelgoed aan te slaan en dat tuig met elektrodes te folteren tot het een onaardse klank produceerde. Want zo klinkt Pareidolia (de titel slaat op het fenomeen dat we vaak patronen opdringen aan chaos: een vlinder in een inktvlek, een gezicht in Marsgebergtes): alsof je een buitenaardse transmissie ontvangt op een oude lampenradio. Khate was zo vriendelijk geweest me de lp op te sturen, helemaal uit Virginia, die te signeren en er nog een stapel zelf uitgegeven cd’tjes vol eerder werk aan toe te voegen, waaronder een 3-inch-cd’tje, zo’n schijfje dat het raadsel ‘waar dient die diepere sleuf in mijn cd-lader eigenlijk voor?’ meteen oplost. En een dankbriefje, geschreven op de achterkant van een flyer die een punkoptreden promootte.

Let op de verleden tijd. Khate is nergens meer te bespeuren op het net. Blogje weg, een dode MySpace. Het is bij die ene lp op SMTG gebleven. Dat is jammer, want ik moet haar nog geld. In al haar vriendelijkheid was ze vergeten haar PayPal-adres door te geven en omgekeerd heb ik haar nooit naar het bedrag gevraagd. Niet netjes, maar wel punk.

RODERIK SIX

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content