‘PARANOIA ZIT OVERAL’

Wat als we aangevallen worden door een van ons, een oorlogsheld dan nog? Dat is het uitgangspunt van Homeland, de meest besproken én bekroonde Amerikaanse dramareeks van het moment. Een gesprek met bedenker Gideon Raff. ‘Tien jaar na 9/11 en twee dubieuze oorlogen verder weet Amerika zelf niet meer of het nog wel aan de goede kant staat.’

Niemand is nog te vertrouwen. Dat is, in een notendop, het uitgangspunt van Homeland, de Amerikaanse dramaserie die er bij de laatste Emmy Awards in slaagde om Mad Men te onttronen en nu ook bij ons op televisie komt. Spilfiguur in de reeks is Nicholas Brody, een soldaat die in 2003, tijdens de begindagen van de oorlog in Irak, verdween en bij een raid op een terroristenkamp in Afghanistan (hij werd door zijn Iraakse ontvoerders doorverkocht) terug wordt gevonden. Levend en wel, maar met een lange baard en helemaal getraumatiseerd door de zeven jaar gevangenschap in handen van Al-Qaeda.

Bij zijn terugkeer in de Verenigde Staten wacht Brody een lang herstelproces, waarin hij moet proberen de jarenlange folteringen achter zit te laten en opnieuw toenadering te zoeken tot zijn vrouw en twee kinderen, die ondertussen verder zijn gegaan met hun leven en helemaal vervreemd zijn van hun partner/vader. Voor de Amerikaanse media en publieke opinie is de teruggekeerde soldaat een oorlogsheld, en ook politici schurken graag tegen de man aan. Eén vrouw gaat niet mee in de idolatrie: de CIA-agente Carrie Matheson – een erg knappe rol van Claire Danes. Zij heeft vlak voor Brody’s bevrijding via een van haar contacten vernomen dat er een Amerikaan overgelopen is, en dus verdenkt zij de soldaat ervan met de vijand te heulen.

Op veel meer dan haar gevoel kan ze niet afgaan: Brody gedraagt zich af en toe vreemd en zijn herinneringen zijn soms onsamenhangend, maar dat is niet meer dan normaal na wat hij heeft moeten doorstaan. Bovendien lijkt Matheson zelf niet altijd even betrouwbaar: ze gaat gebukt onder een enorm schuldcomplex omdat ze gelooft dat zij de aanslagen van 9/11 had kunnen en moeten voorkomen, en ze heeft een voorgeschiedenis van psychische problemen. Als de CIA-agente, met de schoorvoetende steun van haar baas en mentor Saul, Brody achtervolgt en de wet overtreedt om hem te betrappen, kun je je dan ook afvragen of ze niet gewoon paranoïde is.

Het resultaat is een meeslepende reeks waarin het menselijke drama rond de moeilijkheden van Brody om samen te leven met zijn geliefden vermengd wordt met een thriller omtrent de vraag of de man al dan niet betrokken is in een terroristisch complot. Het is een onzekerheid die het hele eerste seizoen lang aanhoudt, en die ook de basis van de serie vormt, zegt Gideon Raff, een van de bedenkers. ‘Paranoia en twijfel zijn vandaag alomtegenwoordig in de VS. Tien jaar na elf september en twee dubieuze oorlogen verder weet men nauwelijks nog wie de vijand is, en of Amerika zelf nog wel aan de goede kant staat. Daarom raakt Homeland een gevoelige snaar: de serie gaat over de prijs die het land betaald heeft in de war on terror, de voortdurende angst in de samenleving. Carrie Matheson is de spiegel van onze achterdocht, omdat je van bij het begin voelt dat je evenveel redenen hebt om aan haar te twijfelen als aan Brody.’

Het beeld van de war on terror in Homeland verschilt van dat in 24, waarin Jack Bauer veel meer aanleunde bij het beleid van George W. Bush en diens zwartwitbeeld van de internationale politiek. Homeland werd in de Amerikaanse media dan ook omschreven als het ‘linkse’ antwoord op het ‘rechtse’ 24, ook al omdat naast Raff twee anciens van die reeks – Howard Gordon en Alex Gansa – mee aan de basis van de serie lagen. ‘Dat is veel te simplistisch’, zegt Raff. ‘24 is helemaal niet zo rechts als mensen laten uitschijnen en Homeland is niet links. Ze zeggen gewoon allebei iets over de tijd waarin ze gemaakt zijn. 24 is geboren in de schaduw van 9/11, een moment waarop duidelijk was wie de bad guys waren, en Jack Bauer was de actieheld die bij die periode paste. Vandaag is de wereld veel complexer, en dat wordt weerspiegeld in Homeland. De verdeling tussen ‘links’ en ‘rechts’ of tussen ‘goed’ en ‘slecht’ past ook niet meer op de werkelijkheid: ik beschouw mezelf als links, maar als het bijvoorbeeld gaat over de situatie in het Midden-Oosten vind ik dat mijn thuisland Israël vaak ten onrechte als de slechterik wordt opgevoerd.’

Raff is inderdaad geen Amerikaan maar een Israëliër, en het meest opmerkelijke aan Homeland – dat de tijdsgeest in de VS zeer goed vat – is dat het een remake is. Van het Israëlische Hatufim, een dramareeks, geschreven en geregisseerd door Raff, over twee soldaten die weer thuiskomen na een jarenlange gevangenschap. Het idee voor Hatufim – Hebreeuws voor ‘ontvoerd’ – kreeg Raff toen hij in de VS studeerde aan het American Film Institute: ‘Ik heb negen jaar lang in Los Angeles gewoond, en telkens als ik terug naar Israël ging, merkte ik dat de plaats afstandelijker op mij overkwam. Omdat iedereen die ik daar kende verder was gegaan met zijn of haar leven, terwijl het mijne stil was blijven staan.’

Dat gevoel een vreemde te zijn in zijn eigen land koppelde Raff aan de verhalen die hij kende over Israëlische soldaten die na jarenlange gevangenschap naar huis waren teruggekeerd, en hij begon research te doen naar wat er met hen gebeurd was. ‘Ik ben gaan spreken met ex-gevangenen, met psychologen, met mensen uit het leger…. En die verhalen over wat de soldaten meegemaakt hadden, over hoe ze na tien of twintig jaar teruggingen naar hun familie en met heel veel moeite hun leven weer opbouwden, dat was op dramatisch vlak zo’n goudader dat ik na een paar dagen dacht: hoe is het in godsnaam mogelijk dat hier nog geen serie over gemaakt is?’

Misschien was het thema te controversieel?

GIDEON RAFF: Dat heeft zeker meegespeeld. Er was rond Hatufim ook al een rel in de Israëlische media toen we nog maar net aan de opnames begonnen waren. Op dat moment zaten er nog drie Israëlische soldaten gevangen en familieleden kwamen in de krant zeggen dat ze geschokt waren dat wij geld wilden verdienen met zo’n serie terwijl zij doodsangsten moesten uitstaan.

Hoeveel moeite heb je dan moeten doen om je idee verkocht te krijgen?

RAFF: Weinig, eigenlijk: de bazen van Keshet (de Israëlische commerciële zender die Hatufim uitzendt, nvdr.) waren met-een mee, omdat ze ook zagen dat dit verhaal nooit eerder verteld was. Alles wat je leest en hoort over krijgsgevangenen gaat over hun ontvoering of over de campagnes die gevoerd worden om ze thuis te krijgen. Maar eenmaal ze vrijgelaten zijn, houdt het op. De terugkeer is ons happy end, en alles wat daarna komt, interesseert ons niet, omdat het dat ideaalbeeld zou kunnen verstoren. Israël als samenleving heeft ook nood aan die vlekkeloze afloop, omdat er meestal een hoge prijs wordt betaald voor de terugkeer van onze soldaten: de vele Palestijnse terroristen die in ruil worden vrijgelaten en die, zo is gebleken, vaak daarna weer aanslagen plegen. Maar net daarom wilde ik de reeks maken, omdat voor de soldaten zelf de vrijlating pas het begin is: zij kampen bijvoorbeeld ook met schuldgevoelens over de deals die men heeft moeten sluiten om hen terug te krijgen. Een ex-gevangene vertelde me dat hij zich jarenlang bij elke bus die in Tel Aviv of Jeruzalem ontplofte, afvroeg of de bom gelegd was door iemand die met hem was geruild.

Hoe was de reactie toen Hatufim op tv kwam?

RAFF: Toen stierf alle controverse weg, omdat mensen beseften hoe weinig we afweten van het leven van de ex-gevangenen na hun vrijlating. In de eerste aflevering worden de hoofdpersonages naar een gebouw gebracht waar ze door het leger ondervraagd worden over hun ervaringen, en bespioneerd worden om te zien of hun verhalen wel kloppen. Die scènes zijn gefilmd in het gebouw waar 200 gevangenen uit de Jom Kipoeroorlog (in 1973, nvdr.) echt naartoe zijn gebracht voor hun debriefing. Zij hebben echt meegemaakt wat de personages moeten doorstaan. Wel, in Israël wist bijna niemand van dat gebouw af. `Na bijna elke aflevering kreeg ik telefoontjes van soldaten die me bedankten omdat ze dankzij de serie eindelijk met hun familie hadden kunnen praten over wat ze hadden meegemaakt. Dat dankzij Hatufim dat onderwerp bespreekbaar is geworden, maakt me trotser dan het feit dat het de meest bekeken reeks uit de Israëlische tv-geschiedenis is.

EÉN ONTDEKKING DIE RAFF DEED TIJDENS ZIJN VELE GESPREKKEN met ex-gevangenen, was hoe speciaal het trauma is dat de soldaten aan hun beproeving overhouden. ‘Het wordt vaak omschreven als posttraumatische stress’, zegt hij, ‘maar eigenlijk kun je het met niets vergelijken. De ervaring is zo ingrijpend, je wordt er zo door ontmenselijkt dat het onmogelijk is om er nog helemaal van te herstellen. In een gewone gevangenis heb je een bepaalde structuur: je weet wanneer je opstaat, wanneer het eten komt, enzovoort. Als prisoner of war word je in een kerker gegooid zonder te weten of de deur weer open zal gaan, of je genoeg eten zult krijgen, of er nog iemand met je zal praten. Je bent alle controle over je leven kwijt. Een van de treurigste dingen die ik heb gehoord, kwam van een man die vijf jaar gevangen had gezeten. Hij vertelde me dat hij op den duur zo eenzaam en bang was in dat hol dat hij blij was als zijn beulen hem kwamen halen om hem te folteren, omdat hij dan toch nog een beetje menselijke interactie had.’

De impact van zo’n lange opsluiting op een gevangene vond zijn weg naar het personage van Nicholas Brody, die in de eerste afleveringen van Homeland geplaagd wordt door nachtmerries, nauwelijks lichamelijk contact verdraagt – ook niet van zijn vrouw – en enkel in slaap raakt als hij op de grond ligt. Het is een van de weinige dingen waarin Homeland een doorslag is van Hatufim, want voor de rest verschillen de reeksen sterk. Raff, die zijn scenario verkocht nog voor Hatufim was begonnen op de Israëlische tv, schreef zelf mee aan de remake, maar heeft toch behoorlijk wat veranderingen moeten slikken. Sommige aanpassingen zijn klein maar symbolisch. In Hatufim zijn de gevangenen bijvoorbeeld zeventien jaar weg geweest, in Homeland zat Brody acht jaar gevangen, omdat hij ontvoerd werd tijdens de oorlog in Irak en ‘omdat Hollywood nu eenmaal liever jonge hoofdrolspelers ziet’, aldus Raff. Nog opmerkelijk: in het origineel komen de soldaten vrij als onderdeel van een deal met de Palestijnen, in Homeland wordt de gevangene bevrijd met militair geweld. ‘Dat werd me van bij het begin duidelijk gemaakt’, zegt Raff. ‘Amerikanen onderhandelen niet. Zij betalen geen prijs, nooit.’

Veel ingrijpender is de vraag of Nicholas Brody misschien overgelopen is naar de vijand, een thema dat in het origineel niet eens aanwezig was. ‘Hatufim is in essentie een familiedrama’, aldus Raff. ‘De focus ligt op de aanpassingsmoeilijkheden van de soldaten en hoe ze worden behandeld door het leger en de overheid. Homeland is van bij het begin ook een thriller over een mogelijk terroristisch complot. Dat zegt veel over de verschillen tussen beide landen. In Israël zijn krijgsgevangenen een zaak van nationaal belang: er worden campagnes gevoerd voor hun vrijlating, er zijn benefietevenementen, hun families komen in de journaals… In de VS ligt niemand wakker van dat thema. In die negen jaar dat ik in Amerika woonde, heb ik nauwelijks beelden gezien van lijkkisten die terugkeerden uit Irak of Afghanistan of van begrafenissen van gesneuvelde soldaten. En soldaten die ontvoerd werden, daar hoorde je al helemaal niets over. Ik heb Amerikaanse vrienden die heel sterk geïnteresseerd zijn in politiek, maar ook zij vallen uit de lucht als ik zeg dat er momenteel een soldaat al drie jaar vastzit in Afghanistan (Bowe Bergdahl, die in juni 2009 door de Taliban gevangen werd genomen; nvdr.).’

Is het niet pijnlijk als je een reeks waar je je hart en ziel in gestopt hebt zo ingrijpend moet herwerken?

RAFF: Absoluut niet. Het was een geweldige kans voor mij, en ik besefte ook dat Hatufim niet zomaar naar de Amerikaanse – laat staan de internationale – markt te vertalen is. De keuze om in het midden te laten of Brody nu al dan niet overgelopen is, zorgt er ook voor dat Homeland veel meer is dan een thriller. Die onzekerheid is het centrale concept: zelfs op het moment dat je te horen krijgt hoe de vork in de steel zit, weet je nog niet wat je daarvan moet denken.

Ik beschouw de twee series als twee kinderen: ze lijken op elkaar maar ze zijn toch erg verschillend, en ze kunnen me elk op een andere manier ontroeren. Mensen die kritiek hebben op een van beide haat ik even hard. (lacht)

Dan moet je vooralsnog weinig mensen haten: Homeland is alom bejubeld en werd de grote winnaar tijdens de Golden Globes én de Emmy’s. Was er een moment waarop je besefte hoe groot de reeks was?

RAFF: Eigenlijk al bij de première. De man naast me zat te praten, ik draaide me om om hem het zwijgen op te leggen en toen pas zag ik dat het Paul McCartney was. (lacht) En natuurlijk ook toen ik de uitspraak van Obama las (de president noemde Homeland in een interview zijn favoriete serie van het moment, nvdr.). Als je weet dat de president elke week kijkt, ga je even toch zweven.

Hatufim is niet eerste Israëlische reeks die de overstap maakt: eerder al werd Be Tipul door HBO omgevormd tot In Treatment. En ook Scandinavische series liggen goed in de Amerikaanse markt: van The Killing is al een remake gemaakt en The Bridge ligt te wachten. Heb je een verklaring voor het feit dat studio’s meer naar het buitenland kijken?

RAFF: De scenaristenstaking van 2007 heeft een belangrijke rol gespeeld, omdat Hollywoodstudio’s daardoor gedwongen werden om in de rest van de wereld op zoek te gaan naar interessante dingen. En die vinden ze dan vaak in Israël of Scandinavië, kleine markten waar mensen zitten die opgegroeid zijn met de Amerikaanse cultuur en die gedwongen zijn om met een klein budget te werken. Want gebrek aan geld kan een voordeel zijn: daardoor moet je wel meer aandacht besteden aan de dingen die minder kosten – het scenario, de personages – en net die zaken kun je het gemakkelijkst overzetten.

Is dat dan volgens jou het grootste verschil tussen de Amerikaanse tv-wereld en die in Israël, en bij uitbreiding de rest van de wereld: het geld?

RAFF: Het speelt natuurlijk een grote rol. Ik denk dat de eerste aflevering van Homeland evenveel gekost heeft als twee seizoenen Hatufim. (denkt na) Meer zelfs. En Hatufim was dan nog fenomenaal duur naar Israëlische normen: 200.000 dollar per aflevering. Maar als ik dat zei in de VS begonnen ze te lachen: voor hen is dat ‘guerrillatelevisie’. (lacht)

Het geld is vooral belangrijk omdat het zoveel impact heeft op de manier van werken. Het eerste seizoen van Hatufim is in één keer opgenomen omdat we het budget niet hadden om verschillende locaties voor een langere periode te huren. Bij Homeland zit er een team van scenaristen in Los Angeles dat de afleveringen schrijft terwijl de opnames lopen en de serie op tv wordt uitgezonden. Dat is een enorme luxe, maar in de VS is dat normaal. Iedereen met wie ik heb samengewerkt, reageerde oprecht geshockeerd toen ik zei dat we in Israël een heel seizoen in één keer opnemen. (lacht) Door die manier van werken is televisie in de VS een echt writer’s medium: alle macht ligt bij de schrijvers, en niet bij de regisseurs. En dat laat je toe om meer risico’s te nemen.

HOMELAND

Vanaf 7/1, 22.15 – 2BE

DOOR STEFAAN WERBROUCK

Gideon Raff

’24 IS HELEMAAL NIET ZO RECHTS ALS MENSEN LATEN UITSCHIJNEN EN HOMELAND IS NIET LINKS. ZE ZEGGEN ALLEEN IETS OVER DE TIJD WAARIN ZE GEMAAKT ZIJN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content