O dierbaar middelmatig België. De Cera Foundation werpt een blik op de inlandse kunstscene en blinkt daarbij uit in kleurloosheid.

MuHKA

Leuvenstraat in Antwerpen, tot 29 februari. % 03 238 59 60 en www.muhka.be

Once Upon a Time, een blik op kunst in België in de jaren ’90

Hoe graag we ook willen dat de Belgische kunst floreert, het zal niet voor de eerste veertien dagen zijn. Althans, dat is de conclusie na Once Upon a Time, de tentoonstelling over de collectie van de Cera Foundation. Het loopt al spaak bij de titel, Een blik op kunst in België in de jaren ’90. Die is vrijblijvend zonder het te willen toegeven: ‘een blik’ kan natuurlijk overal op slaan, maar in de praktijk blijkt het om een wat grauwe, zeg maar saaie benadering te gaan, die ernstige reserves heeft tegenover ideeën die echt uit de band springen. Tegen het uitgangspunt, projecten tonen die de Cera Foundation sinds 1998 heeft gesteund, kun je weinig hebben, maar razend interessant is het gegeven nu ook weer niet. En representatief voor de Belgische kunst uit het afgelopen decennium al evenmin. Qua selectie mist Once Upon a Time een dosis realiteitszin: het is een tentoonstelling die de Belgische kunst uit alle macht tracht op te hemelen alsof daardoor niemand zal merken hoe het werkelijk gesteld is met onze artistieke trots. Van dat type zelfbedrog heeft de kunstscene overigens wel vaker last, wat jammer is omdat het elke vorm van geloofwaardigheid ondermijnt en omdat het de indruk wekt dat je een psychoot moet zijn om iets in kunst te zien.

De tentoonstelling heet ‘eclectisch’ te zijn, een veelgebruikt synoniem voor ‘er zit geen lijn in’. Ze bestaat uit ‘eerder atypische werken, geen sleutelwerken’ – vreemd dat juist die in een museum getoond worden – van kunstenaars als Orla Barry, David Claerbout, Valerie Mannaerts, Ann Veronica Janssens, Messieurs Delmotte en Joëlle Tuerlinckx. Bepaald geen rommel, maar zo zijdelings en fragmentarisch geëtaleerd dat je nauwelijks een beeld krijgt van wat de makers te melden hebben. Aan de andere kant worden bijdragen breed uitgemeten zonder dat daar een goede reden voor is en staan de succesnummers (de engel van David Claerbout, het werk van Gert Robijns en zo hier en daar nog iets zinnigs) verdoken opgesteld, alsof men zich er heimelijk wat voor schaamt. Het promoten van de hedendaagse Belgische kunst – wat toch de bedoeling van een dergelijk mecenaatproject zou moeten zijn – komt neer op een ode aan de middelmatigheid, in stand gehouden door het eigenaardige idee dat kunst kopen nobel is. Anders gezegd, het zou geen kwaad kunnen als de lat wat hoger lag en als de hoerastemming bij elke geëxposeerde papiersnipper wat afnam. Zodat de Belgische kunstenaar, wie hij of zij ook is, iets minder voor de dag komt als een bijbelverkoper met faalangst.Els Fiers

Els Fiers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content