BLOED, LACH EN TRANEN. ‘OLD BOY’, HET TWEEDE DEEL VAN PARKS TRILOGIE VAN DE WRAAK, BALT ZOVEEL TEGENSTRIJDIGE BEELDEN EN INDRUKKEN DAT WE ENKEL VERWEESD ACHTERBLIJVEN.

CHAN-WOOK PARK

MET MIN-SIK CHOI, JI-TAE YU, HYE-JEONG KANG, DAE-HAN JI

Old Boy ****

Het is weer eens tijd om u te vergapen aan explosief filmtalent uit Zuid-Korea. Een betere film dan deze ouwe jongen zult u de eerste weken immers niet zien (maar zeiden we dat ook niet van Memories of Murder?).

De 41-jarige Park begon zijn carrière in 2000 met Anarchists. In deze mix van internationaal geweld zaait een stel Koreanen terreur in het China van de jaren twintig om Japan te dwingen Korea met rust te laten. U krabt zich in het haar, maar de film ontketende in amper vier jaar tijd wel een wervelwind doorheen de Aziatische filmscène. Met de branie van Hong Kong, een affectie voor de secure, klassieke traditie van het Chinese vasteland en de perverse fuck-all-mentaliteit van de Japanse New Wave – Takashi Miike voorop – zette Park zijn stormloop in. In datzelfde jaar pakte hij het thuisfront trouwens nog eens in met het sensationele Noord-Zuid-actiedrama Joint Security Area. Zoals de andere producten van de losgelaten Zuid-Koreaanse filmhorde koppelde Park Hollywoodclichés aan pijnlijke politieke zelfbespiegeling, en een verbijsterende expressiviteit in de verbeelding van geweld.

Met het succes in zijn binnenzak kondigde Park een ’trilogie van de wraak’ aan. Die begon met het voor het thuispubliek te arty farty bevonden Sympathy for Mr. Vengeance. Het op een Japanse manga gebaseerde Old Boy is het tweede luik. De film was meteen goed voor de Grand Prix in Cannes van dit jaar. Het derde deel Three… Extremes ging eind augustus in première in Azië en was te zien op de Mostra van Venetië.

Park bouwde Old Boy op rond twee lokale sterren, Choi Min-sik en Yu Ji-tae (en zijn eigen ster-in-wording, de kwetsbare maar even seksueel gevaarlijk ogende Yu). De plot is zo grillig en neemt zo’n vaart dat elk gegeven om hem te beschrijven een gegeven te veel verklapt. Oh Dae-su is een stuurse zakenman met vrouw en kind die wordt ontvoerd door een bende gangsters. Die runnen een soort privé-gevangenis en zijn van plan om Dae-su in opdracht van een Grote Geheimzinnige voor de rest van zijn leven op te sluiten. Tot zijn vrijlating vijftien jaar later, groeit in de ongelukkige de wraak. Daarna begint een zoektocht (in het gezelschap van een sushiverkoopster) die naar de oplossing leidt, maar de wraakzuchtige – de perverse boodschap is onvoorstelbaar – niet zomaar loutering brengt.

De filmervaring die Park ons bezorgt is moeilijk te beschrijven. Net als in Memories of Murder is geen enkel ‘herkenbaar’ onderdeel van dit deconstruerende meesterwerk vatbaar voor een eenduidige lezing. Het finale beeld – let op, pretbederver op komst – van Dae-su’s trieste glimlach balt in zich de paradoxale extremen waartoe de film in staat is. Ook zit erin de immense rijkdom van indrukken vervat die cinema ons kan geven: sensatie en emotie, van schokkend brutaal over pakkend emotioneel tot afstandelijk intrigerend (ongeveer zoals het hallucinante emotionele spectrum dat Dae-su doorloopt).

Park brengt dit alles op zo’n intelligente, cinematografisch radicale, vernieuwende en penetrante wijze dat een westerling geschoold in ‘onze’ klassieken toch een tikkeltje verweesd achterblijft. De film bulkt van de hoogstandjes, maar loopt er niet mee te koop. Old Boy kent enkele van de vreemdste filmmomenten sinds jaren (Dae-su verslindt een levende inktvis), maar is nooit zo vreemd dat hij niet makkelijk te slikken is. Het is al langer geweten, maar de toekomst is aan Azië: het Westen mag zijn koffers beginnen pakken. En denken dat het beleid hier ons zoiets als Confituur aansmeert…

Jo Smets

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content