NIETS IS ZWART-WIT

Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Nu iedere flard beeldmateriaal over de Tweede Wereldoorlog ingekleurd, teruggespoeld, doorgespoeld en achterstevoren is afgespeeld, trekt de VRT de blikken trillende beelden van de Eerste Wereldoorlog open. Dat heeft natuurlijk te maken met het naderen van 4 augustus 2014, de dag waarop het honderd jaar geleden zal zijn dat Duitse troepen langs het drielandenpunt België binnen marcheerden. De Belgische regering brieste dat haar neutraliteit onschendbaar is, dat internationale verdragen geen vodjes papier zijn, maar omdat de Duitsers daar duidelijk anders over dachten – ’s middags stonden ze al in Verviers – verklaarde ze dan maar dat het officieel oorlog was. De mythologie wilde lange tijd dat dankzij de Belgische hardnekkigheid de Fransen en de Britten de tijd kregen om hun posities in te nemen en extra te versterken.

Van die mythe laten ze in Niets is zwart-wit – wat een nietszeggende, kleurloze titel trouwens – alvast weinig overeind. Het Duitse leger was als het bloed dat uit een opengereten ader stroomde en dat de Belgen met keukenrol probeerden te deppen. Vanaf dag één lag het aantal slachtoffers ontstellend hoog. Ook omdat de Duitsers zonder veel pardon burgers tegen de muren van kerken zetten en neerknalden. Maar daarover niets in de eerste aflevering van deze nieuwe documentaire reeks over WO I. Misschien omdat het niet in het thema paste? Medische zorgen en het gebrek eraan, was dat.

In een poging tot historische fictie volgde de eerste aflevering een jonge geneeskundestudent. Alfons De Preter krijgt een snelcursus medische technieken in het slachthuis van de 20e eeuw – hij leert gezichten reconstrueren, ledematen amputeren en druipers herkennen. Zelf eindigt hij de oorlog met een geschonden gelaat, een gebrekkig gehoor, een been minder en een medaille voor uitzonderlijke moed. De eens ambitieuze student trekt zich terug in een atelier voor prothesen. ‘Ik ben een knutselaar’, zegt hij. ‘Er zullen knutselaars nodig zijn.’

De BBC heeft er een patent op historisch materiaal tot een goed verhaal te kneden. De realiteit staat de fictie daarbij zelden in de weg. In Niets is zwart-wit hebben de makers gekozen voor een tussenoplossing en die is – zoals vaker met tussenoplossingen – halfslachtig en grijs. Niets is zwart-wit, inderdaad. De vaart van de persoonlijke tocht van De Preter werd telkens weer gestokt door een haast academisch aandoende uitleg over welke ziekten de soldaten precies teisterden (tyfus, tbc, syfilis), welke vooruitgang de medische wetenschap nu exact boekte en wat een veldhospitaal precies was. Alsof je naar een gesproken boek met voetnoten zat te kijken en luisteren. Het was duidelijk dat de makers ervoor gekozen hebben zo veel mogelijk beelden en informatie in één aflevering te persen. Iedere ziekte – van zotternij tot geveinsde pijn – passeerde de revue. Maar veel is nooit echt meer. Het is vaker gewoon te veel.

Meer bedenkingen op www.knackfocus.be/testbeeld

Dinsdag, 21.10 – Canvas

TINE HENS

‘HET LIJKT ALSOF JE NAAR

EEN GESPROKEN BOEK

MET VOETNOTEN ZIT TE

KIJKEN EN TE LUISTEREN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content