‘Eerst doe je alles om een plaatsje aan de top op te eisen. En daarna moet je al minstens even hard werken om alle waanzin te overleven. Het is een strijd die nooit eindigt. Maar: ik zou er iedere dag opnieuw voor tekenen.’ Robbie Williams over de tol van de roem, zijn twijfels en zijn ambities.

Escapology Nu uit bij Chrysalis

Robbie Williams wekt de indruk zelf niet zo hoog op te lopen met zijn succes, populariteit en status. Méér nog, hij lijkt er eerder van te willen vluchten. Niet enkel wisselde Williams het Verenigd Koninkrijk ondertussen met Los Angeles, ook de titel van zijn nieuwbakken Escapology – ‘de kunst van het losbreken’ – verraadt een zelfde ontsnappingsdrang.

Moeten we ons zorgen beginnen maken?

Robbie Williams: Betrapt – mijn opzet was eigenlijk Robbie Williams ergens te lozen. Ik had geen zin meer om die afmattende rol nog langer te blijven spelen. Daarom verhuisde ik naar Los Angeles, om er even tussenuit te knijpen. Ik had me voorgenomen een best of uit te brengen als sluitstuk voor de Robbie Williams-periode. Ik wilde in een band spelen. Of er desnoods zelf één oprichten, of mijn naam veranderen, wat dan ook, zolang ik maar iets volledig nieuws kon doen.

Maar uiteindelijk vond je toch de weg naar de studio. Je zou er trouwens enkele nummers naakt hebben ingezongen.

Williams: Naakt zijn is iets volkomen natuurlijk – het hielp me zonder enige druk muziek te maken, enkel voor mezelf, totdat mijn goed humeur terugkwam. Wat is er mis met naaktheid? Waarom zou iemand geen muziek mogen maken in zo een relaxte toestand?

Je nieuwe teksten zijn niet enkel erg grappig, maar bevatten ook een gezonde dosis zelfkritiek: ‘You’re not as stupid as I look’, zing je bijvoorbeeld. Het had een opschrift moeten zijn voor de cover, waar je als een omgekeerde surrogaat-Christusfiguur boven L.A. hangt.

Williams: Je vindt dat ik eruitzie als Jezus?

Wel, er is nog een foto waar je met een lichtgevend aureool poseert.

Williams: Je gaat eraan voorbij dat er meer dan één fluorescente huls op de foto te zien is: als je gelijk zou hebben, zou de grootste stralenkrans rond mijn lul zijn. (droog:) Ik moet toegeven dat er goede reden toe zou zijn.

Heeft de vluchtreflex op ‘Escapology’ met opgroeien te maken? Wil je het jongetje Robbie blijven?

Williams: Misschien is het een soort vlucht voor verantwoordelijkheid. Maar misschien is het ook een alternatief voor zelfmoord, omdat je anders je leven en de gang van zaken in de wereld eenvoudigweg niet aankan.

Je bent nu volledig clean, na je post-Take That-dipje. Leren de jaren je om met de gevaren van roem af te rekenen?

Williams: Nee. Het is een strijd die nooit eindigt. Eerst doe je alles om een plaatsje aan de top op te eisen. En daarna moet je al minstens even hard werken om alle waanzin te overleven.

Wat denk je van tv-talentenjachten als ‘Popstars’, die proefbuisbestsellers voortbrengen?

Williams: Echt afgrijselijk. Daar door moeten, is geen lachertje. Ik weet waarover ik het heb, want ik heb iets gelijkaardigs doorstaan toen ik werd aanvaard op de casting voor Take That. Je wint zoiets en in één klap ben je beroemd. Beroemd zijn van het ene moment op het andere is de wildste explosie van je bewustzijn die je je kunt voorstellen. Maar wat volgt? Een wereld waarin je wordt bespot, beledigd en behandeld als stront.

Klinkt best zielig. Welke reden is er voor die aanvallen?

Williams: Laat me je vertellen, als toonaangevend publiek figuur, dat de meeste mensen afgunstig zijn van andermans succes. Kijk eens lang en goed in die ogen van de Popstar-winnaars – en je zult zien dat ze verdomd ongelukkig zijn. Die shows zijn een foltering, totaal overbelastend.

Raad je de kandidaten aan om niet deel te nemen?

Williams: Néé, in hemelsnaam néé! Ik ken alle ellende, maar ik zou er iedere dag opnieuw voor tekenen. Mijn advies is dus: wees moedig! En veel geluk toegewenst – zelfs al eindigt de strijd nooit.

Jij zou nu op je luie kont kunnen zitten en genieten: je tekende een contract van 80 miljoen pond; het hoogste bedrag in de popgeschiedenis. Hoogst verzachtend, toch?

Williams: Okay, ik was ook in shock voor zo’n half uur, en ik vroeg me af hoe een muzikant met een prijskaartje van 80 miljoen pond aan zijn enkel zich zou moeten gedragen in de toekomst. Maar dan zei ik bij mezelf: ik spaar al dat geld op voor mijn toekomstige ex-vrouwen en doe net of ik een contract voor twee pond tekende. Van dat moment af, I’m in a damn good mood. Tussen twee haakjes, mijn nieuwe album was al afgewerkt vóór ik dat miljoenencontract tekende. En ik ben zo trots op mijn plaat dat niets me nog kan tegenhouden.

Critici spreken lovend over je, maar twijfelen ook of je zonder ‘partner in crime’ Guy Chambers nog in staat bent een song als ‘Angels’ te schrijven.

Williams: Het is niet alleen triest dat die lui denken dat Robbie Williams niet in staat zou zijn om in z’n eentje een deftige song te schrijven – het maakt me ook behoorlijk, behóórlijk pissig. Waarom doen ze alsof ik tot nu toe maar een achterlijke figurantenrol speelde op mijn eigen albums? Ik geloof toch dat mijn naam in grote letters op de voorkant prijkte, en niet die van Guy Chambers. En om te beseffen welke rol ik wél had in het schrijfproces, moet je maar eens luisteren wat voor songs Guy schrijft zonder mij. Ik zeg niet dat ze slechter klinken, maar ze zijn anders. Ik vind het vernederend dat al mijn successen voor sommige criticasters nog steeds geen voldoende bewijs zijn van mijn artistieke kunnen.

De eeuwige last van het knappe blondje dat ook nog een knappe kop blijkt te zijn, maar zichzelf keer op keer dubbel moet bewijzen.

Williams: Wat een mooi compliment! Bedankt hoor!

Ik bedoel: je bezwarende Take That- voorgeschiedenis blijft wel achtervolgen.

Williams: Dat is waar, en toch irriteert het me nog steeds mateloos als zo’n spottende wijsneus zijn pen scherpt om mij onderuit te halen als songschrijver. Ik loop de muren op als er nog maar eens iemand twijfels doet rijzen of ik wel iets in mijn mars heb.

Diezelfden vinden dat je de Amerikaanse markt opvrijt door in je nieuwe clip als een cowboy met Darryl Hannah de woestijnvlakte te verkennen.

Williams: Wat een hoop flauwekul. Wat is de muzieksmaak van een Amerikaan als ik zo vrij mag zijn? Ik woon nu bijna een jaar in de Verenigde Staten, en ik heb er nog steeds geen flauw benul van hoe een plaat moet klinken om succes te boeken in Amerika. Als we spreken over rock: iets als Linkin Park? Of r&b: iets in de trant van Missy Elliot dan? Ik weet het niet, hoor. Niets op Escapology werd geschreven met de Amerikaanse markt in het achterhoofd.

Met je hommage aan Frank Sinatra en zijn Rat Pack beschuldigden ze je daar ook van. Je snoerde die criticasters mooi de mond met een onverwacht Europees monstersucces.

Williams: Ik kon het zelf amper geloven. Maar de songs van Sinatra en Dean Martin horen eenvoudigweg bij de meest schitterende muziek ooit (Williams bracht een hommage op ‘Swing when you’re winning’, gva). En misschien was God aan het wachten op de juiste kandidaat om die muziek weer te laten horen aan het grote publiek. Hij moest op de proppen komen met mij: ik hou van die songs sinds ik een ukkie was. Ze speelden dat soort muziek thuis en in de pub van mijn ouders. Ik ken élke noot, élk woord van de grote hits uit de swingperiode. Dat moeten geweldige tijden zijn geweest: betoverend en onschuldig; net als de songs.

Gaat je voorkeur uit naar Sinatra of naar Dean Martin?

Williams:Dean was the Don! Frank Sinatra had een ongelooflijke stem, maar hij was altijd zo gespannen. Dean Martin was een onvoorstelbaar zanger, geestig en volkomen op zijn gemak. Ik hou van Sinatra, maar ik aanbid Dean Martin.

Je bent erg gevat op het podium. Is het moeilijk om de grapjas uit te hangen in tijden van terrorisme en angst?

Williams: Integendeel. In deze bange dagen heb je humor nodig om je kop boven water te houden. De tijd is rijp voor dolle pret en showbusiness als mensen geamuseerd willen worden om te vergeten hoe grauw het er buiten uitziet.

Ben jezelf ook bang?

Williams: Natuurlijk ben ik bang. Elke dag. Als ik de luchthaven binnenkom, in het vliegtuig zit of op een andere manier reis, zit ik hem te knijpen. Niet op het podium, dus het wordt maar weer eens duidelijk dat ook ik entertainment nodig heb om mijn gedachten te verzetten.

Je vader is een komiek. Geeft hij je soms raad?

Williams: Zijn performances zijn stuk voor stuk een les voor mij in goed entertainment. Ik heb zaken opgestoken van iedere beweging, iedere punchline. Maar ik heb ook als de raven gepikt bij andere professionals en artiesten: ik stal zowel van Freddie Mercury, Axl Rose als Tina Turner; of van Mick Jagger, David Bowie en Dean Martin. Ik kopieerde iets van al die goede artiesten en ontwikkelde zelf iets met al die invloeden.

Wat betekent goed entertainment voor je?

Williams: Het draait om de grootse kunst die het is om jezelf van het heden over te hevelen naar een magische plaats, een wonderlijke plaats die je enkel kunt doorgronden als je ze eenmaal weer hebt verlaten. Maar voor mij persoonlijk is entertainment ook in een coffee shop in L.A. zitten en andere mensen observeren, en in dat proces zelf niet herkend te worden. Dat is het grootste van al.

Er wordt wel eens gefluisterd dat je een filmster wilt worden. Heb je al acteerlessen genomen in L.A.?

Williams: Voor geen seconde. Ik heb het ook nooit geprobeerd. En vooraleer je het vraagt: nee, ik ben niet voor de rol van James Bond gegaan, en ik zal dat ook nooit doen. Ik hou van 007, maar liever ga ik de films bekijken dan er zelf in betrokken te zijn. Mijn leven is al hectisch genoeg, dank je wel.

Hoe vul je de dagen in je opzichtig optrekje in Hollywood Hills, als je niet met muziek bezig bent?

Williams: Ik steek geen poot uit. Al sinds ik bij Take That zat (op 16-jarige leeftijd, nvdr) heb ik niet van die luxe kunnen proeven. Terwijl opstaan altijd al een ramp is geweest voor me, in feite. In Los Angeles kan ik ergens in de namiddag uit mijn bed rollen. Beetje bij beetje ben ik tot de vaststelling gekomen dat ‘niets doen’ een ware kunst is die je moet beheersen. En in de laatste maanden ben ik er een meester in geworden.

Heb je ondertussen al kennisgemaakt met beroemde buren?

Williams: Nu en dan laat ik de honden uit. En ik ben naar enkele glamour parties geweest, zoals dat gebruikelijk is voor iemand die in L.A. woont. Behalve dat blijf ik meestal thuis.

L.A. heeft dan ook geen voetpaden. Lastig zonder rijbewijs, hè.

Williams: Ik heb inderdaad ook nog geen rijlessen genomen. Het zou verloren moeite zijn. Ik ben echt onvoorstelbaar bijziend. Geloof me: het is beter voor mijn medemens als ik zo ver mogelijk van rijden wegblijf.

Is het makkelijker om te wonen in een land waar geen kat je kent, en je niet bovenaan in de charts staat?

Williams: Wat ik echt mis in de VS zijn de voetbalprogramma’s. Vanzelfsprekend denkt de entertainer Robbie Williams dat het een regelrechte schande zou zijn om de Amerikanen iets wonderbaarlijks als zijn kunst te ontzeggen. Maar de privépersoon Robbie Williams zou zijn kinderen graag zien opgroeien op een plaats waar zijn familie met rust wordt gelaten, omdat niemand hem kent. In dat opzicht is Amerika ideaal, vergeleken met de waanzin waaraan ik word blootgesteld in Engeland.

Wil je graag kinderen?

Williams: Natuurlijk. En ik zou een goede vader willen zijn en niet een popster die toevallig ook kinderen heeft.

Je zal dus een lang vaderschapsverlof nemen.

Williams:You bet. Zelfs nú is het ratiogedeelte van mijn geest luider en luider aan het gillen: Robbie, kap definitief met die popster flauwekul. Maar tegelijk dient mijn ego me even luid van repliek: geef me méér van die waanzin!

Door Christoph Dallach en Wolfgang Höbel

‘Het is vernederend dat al mijn successen voor sommige criticasters nog steeds geen voldoende bewijs zijn van mijn artistieke kunnen.’

‘Ik steek geen poot meer uit. Al sinds Take That heb ik niet van de luxe kunnen proeven. Beetje bij beetje besef ik dat ‘niets doen’ een ware kunst is. En de laatste maanden ben ik er een meester in geworden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content