Neal Pollack,Vessallucci, 224 blz., euro 18,95

‘Amerika’s Grootste Levende Auteur eindelijk vertaald in het Nederlands.’ Zo kondigt Vessallucci Pollack aan. Of liever, zo kondigt Pollack zichzelf aan. Pollack grapt natuurlijk: ‘Als er al zoiets is als Amerika’s grootste levende auteur, dan ben ik het zeker niet. Maar het past wel bij de beschrijving van de auteur die ik door dit werk creëer.’ Neal Pollacks Eeuwige Liefde voor de Brave Burgers van Nederland (en België) is een verzameling gedichten en de zelfvoldane memoires van een oude journalist die talloze prijzen won voor zijn berichtgeving over de Cubaanse revolutie, de seksuele revolutie, over Vietnam, Mexico, Rusland, Colombia, Kameroen, enzovoort. Pollacks alter ego schrijft voor prominente tijdschriften, en kent alle belangrijke mensen (‘Is het echt zo lang geleden dat Ginsberg me tegen het bed aandrukte terwijl Southern z’n pook in m’n reet ramde en Miller toekeek vanuit zijn positie achter de eenbenige hoer bij wie de Pernod als wijn uit haar gleuf droop?’). Hij portretteert zichzelf als een sexy, intelligente en rijke Don Quichot, maar komt vooral naar voor als een aan grootheidswaanzin lijdende klootzak, nergens bang van het pathetische cliché (inclusief verschillende ‘O’s!’ en ‘Ah’s!’), en ziek van een overdosis verwaande weltschmerz (‘Het is nog geen vijf uur in de ochtend, en nu al begint de eerste stoot cafeïne aan de stuiptrekkende odyssee die mijn dag nu eenmaal is’, of: ‘Op een gegeven moment heb je het gehad, wanneer een zoveelste operazangeres op je gezicht zit terwijl een of andere conceptuele kunstenares je aan het pijpen is.’). Alles wat Pollack neerpent, lijkt wel een excuus voor zelfverheerlijking: de reportages, het interview met zijn lesbische zus, zijn correspondentie met andere journalisten, de foto’s, zelfs als hij over zijn dromen vertelt.

Voor de laaglanders zal dit werk vooral gewoon grappig zijn – hilarisch bijwijlen, zoals wanneer Pollack erin toestemt om een aantal vrouwen te ontmoeten in een chatroom voor een on- lineorgie, wanneer het koffiekransje met Osama Bin Laden uitdraait op een vuistgevecht in regel, of wanneer Pollack de lof van het internet zwaait, omdat het bijvoorbeeld de Rwandezen inleidt in de kunst van het auto-erotisme. Pollack zelf heeft met dit werk meer dan alleen maar een entertainende bedoeling: ‘Ik viseer hiermee zelfingenomen politieke journalisten als Gore Vidal voor wie berichtgeving niet langer een doel op zich is, maar ook en vooral een middel om zichzelf te bewieroken.’ Nog meer dan in de satirische stukken, komt de woede van Pollack naar voren in zijn gedichten, nooit eerder gepubliceerde slampoetry. Zeer vaak grappig, maar even vaak tonen ze een kwade Pollack, de Pollack zoals we die kennen van de eigen politieke berichtgeving. Woede tegenover de politiek en zijn berichtgeving; woede ook tegenover de Amerikaanse literatuur (‘De Amerikaanse literatuur is een opgeblazen hoop stront.’ Hierop aangesproken, relativeert Pollack met: ‘Wel, we hebben natuurlijk heel goeie schrijvers in Amerika, maar de creatieve scène is te klein en er is te weinig van een leescultuur.’).

Een boek dat vooral destructief grappig is, een onuitgegeven stijloefening, minder vrijblijvend dan op het eerste gezicht lijkt.

(Hans Comijn)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content