NABIL AYOUCH

Zelfmoordterroristen: wie zijn ze, wat doen ze, wat drijft hen? Nabil Ayouch onderzoekt het in Les Chevaux de Dieu en sleurt je in het kielzog van twee tienerbroers mee door de mean streets van Casablanca. ‘Los het Palestijnse probleem op en het meeste fundamentalisme verdampt.’

Nabil Ayouch lacht wanneer ik hem vraag of ‘Once upon a Time in Casablanca’ misschien geen betere titel was voor zijn nieuwe film, Les Chevaux de Dieu. ‘Ik begrijp wat je bedoelt’, antwoordt de minzame Frans-Marokkaanse regisseur. ‘Net als de klassieker waarnaar je verwijst gaat het over broers die uiteen groeien, uit een arm milieu komen en de misdaad ingedreven worden. Ik heb inderdaad vaak aan Sergio Leone’s Once Upon a Time in America gedacht tijdens het schrijven en monteren van mijn film, maar ik vind mijn titel ook best mooi: paarden van God.’

Ayouch’ titel, naar een frase uit de Koran, vat de thematiek van de film bovendien op een beeldende manier samen. Les Chevaux de Dieu gaat namelijk over twee jonge broers, Hamid en Yachine, die zich laten overhalen om Allahs werkpaarden te worden door zichzelf richting paradijs te blazen. Daarvoor baseerde Ayouch, die eerder al de fraaie straatkinderenkroniek Ali Zaoua (2000) afleverde, zich losjes op de aanslagen die plaatsvonden op 16 mei 2003 in Casablanca. Daarbij kwamen in totaal 45 mensen om het leven, onder wie 12 zelfmoordterroristen.

Een als thriller verpakte reconstructie hoef je, ondanks die bloederige feitelijke achtergrond, niet te verwachten. Wat Ayouch meer interesseert dan de explosieve climax is de weg die tot het martelaarschap van beide broers leidde. In een energieke stijl en met een vitale amateurcast laat Ayouch zien hoe Hamid en Yachine opgroeien in Sidi Moumen, een ruige achterbuurt van Casablanca waar drugs, armoe, corruptie en (homo)seksueel misbruik welig tieren, en waar een fundamentalistische groepering ondertussen naar martelaren scout.

Meer een Marokkaanse Cidade de Deus dan een prekerig bidprentje dus, én bekroond in Cannes. Een gesprek.

Je film is gebaseerd op de terreuraanslagen uit 2003 in Casablanca. Waarom wilde je daar tien jaar na dato een film over maken?

NABIL AYOUCH: Omdat extremisme en terreur nog steeds actueel zijn. En omdat ik tijd nodig had om te begrijpen wat er precies gebeurd is. Kort na de aanslagen heb ik er een korte documentaire over gemaakt en ben ik met verschillende slachtoffers gaan praten. Maar ik heb jaren nodig gehad om in te zien dat de twintigjarige zelfmoordterroristen en hun familie even grote slachtoffers zijn. Ik ken de wijk Sidi Moumen goed, omdat ik daar in 2000 al Ali Zaoua heb gedraaid. Toen het boek uitkwam waarop Les Chevaux de Dieu gebaseerd is, heb ik onmiddellijk de rechten gekocht en ben ik beginnen te schrijven en researchen.

Wat is op feiten gebaseerd en wat is fictie?

AYOUCH: Het is een door feiten geïnspireerde lezing, een realistisch achtergrondverhaal zeg maar. Mijn hoofdpersonages, de broers Hamid en Yachine, zijn fictief, maar hun parcours is hetzelfde als dat wat de echte zelfmoordterroristen hebben doorlopen. Het gebrek aan vaderlijk gezag, het dagelijkse geweld op straat, de armoede, de drugs… Alles is uit de realiteit gegrepen.

Je bent een in Frankrijk geboren Marokkaan. Zagen de inwoners van Sidi Moumen je niet als een outsider die oude wonden kwam openrijten?

AYOUCH: Aanvankelijk waren ze meewarig, maar ik heb hen uitgelegd dat ik een waarheidsgetrouwe film wilde maken die hen niet stigmatiseerde maar een gezicht gaf zonder in clichés of veralgemeningen te vervallen. Je praat met hen, je drinkt samen een theetje, je geeft hen vertrouwen en na verloop van tijd krijg je hun vertrouwen terug. Zo werkt het overal. Ook in Sidi Moumen. Als Europeaan heb ik inderdaad nooit de wanhoop gevoeld die tot zo’n terreurdaad kan leiden. Ik was indertijd ook naïef. Ik dacht: zulke dingen gebeuren alleen in Afghanistan en Irak, niet in Marokko. Ik wist wel dat er een fatalistische sfeer heerste onder de mensen daar, maar toen ik het nieuws over de aanslagen hoorde, was ik toch enorm verrast en gechoqueerd. Hoe is zoiets kunnen gebeuren? vroeg ik me af.

En heb je antwoorden gevonden?

AYOUCH: Je hoort vaak zeggen dat armoede de hoofdreden is, maar dat is me te simpel. Mocht het enkel dat zijn, dan zouden er in de wereld miljoenen kamikazes rondlopen. Even grote factoren zijn het gebrek aan opvoeding en ouderlijk gezag. Veel zelfmoordterroristen komen uit gescheiden gezinnen of hebben een vader die ofwel gek is ofwel aan de drugs zit.

Je wijst ook naar de corrupte en falende overheid.

AYOUCH: Mensen uit die wijken voelen zich aan hun lot overgelaten. Ze zien geen enkele toekomst voor zich. De enige stabiliserende en verenigende factor is religie en daar weten extremisten handig op in te spelen. Door liefdadigheidswerk te doen, door de mensen voor te houden dat na hun ellendige leven het paradijs wacht en door een ersatzfamilie te vormen die hen wel liefheeft, hen wel discipline bijbrengt en hen wel perspectief biedt. Ik wil geen stompzinnige polemieken uitlokken. En Ik wil niemand veroordelen. Ik hoop dat mijn film alle partijen aan het denken zet: de overheden die tekortschieten, de mensen die zich te makkelijk laten manipuleren en zij die elke moslim als een radicaal en potentiële terrorist aanzien.

Is religie niet per definitie radicaal in die zin dat je ofwel in een opperwezen en zijn almacht gelooft, ofwel niet?

AYOUCH: Zeker, en daarom hou ik ook niet van termen als ‘gematigde moslim’ of ’tolerante christen’. Ofwel onderschrijf je een bepaald geloof. Ofwel niet. Een beetje geloven kan niet. Alleen heeft islam niks te maken met jezelf en andere mensen opblazen. Of met andersdenkenden uitsluiten. Het zijn radicalen die de religie hebben gekaapt, door sociale en persoonlijke crisissen te exploiteren.

Ik kan me niet voorstellen dat het makkelijk draaien was, ginds in die achterbuurten.

AYOUCH: Toen ik daar was voor Ali Zaoua, een film over en met echte straatkinderen, had ik acteurs die niet kwamen opdagen, niet van de lijm konden blijven en opnamemateriaal stalen. Ik had me toen voorgenomen: dit nooit meer. (lacht) Ik was dus voorbereid, deze keer, al spreekt het voor zich dat het altijd zoeken blijft naar een evenwicht. Tijdens de tournage stelden we de helft van de wijk te werk, wat voor spanningen met de anderen zorgde, en uiteraard was er een kleine minderheid die sowieso niks van ons wilde weten.

De lokale extremisten?

AYOUCH: Die zijn slimmer dan dat. Ze zullen je nooit recht in je gezicht zeggen: casse-toi. Ze zetten subtiel mensen onder druk. Dat hebben we genoeg gemerkt. Mensen die plots afhaakten met een flauw excuus. Anderen die plots verdwenen. Uit angst om de steun van de radicalen te verliezen, die vaak liefdadigheidswerk doen, of nog erger.

Dat je film toont dat homoseksualiteit een wijdverbreid fenomeen is in Marokko, ook al is ze er wettelijk verboden, zal ook wel niet hebben geholpen.

AYOUCH:(knikt) Acteurs vinden die de homoseksuele scènes wilden spelen, was ongelofelijk lastig. Uiteindelijk is het me gelukt omdat ik hen uitlegde dat het strookte met de feiten. Een van de zelfmoordterroristen was ooit door een man verkracht. Een andere prostitueerde zichzelf. Ik zie wel niet snel meer openheid komen wat dat betreft, omdat Marokko een uiterst traditionele samenleving is. Zelfs de jongeren blijven hard vasthouden aan hun religie en als die zegt dat homoseksualiteit niet kan, dan valt daar weinig aan te verhelpen. Het conservatisme is verstikkend.

Hoe komt het volgens jou dat religie, in vergelijking met het Westen, de jongste jaren zoveel strikter en dominanter is geworden in moslimlanden?

AYOUCH: Omdat de school haar rol niet speelt. Onderwijs is belangrijk, maar nog belangrijker is wat je onderwijst. De kritische geest wordt in veel moslimlanden van kindsbeen af gefnuikt en sinds de jaren zeventig worden filosofie en antropologie niet langer onderwezen aan de Marokkaanse universiteiten. Hoe wil je dan dat daaraan open, vrije geesten ontspruiten? Daarnaast zijn ook de sociale ongelijkheden sterk toegenomen. Veel moslims voelen zich tekortgedaan. Individueel, maar ook geopolitiek. De spanningen zijn geïnternationaliseerd en men heeft het gevoel dat het Westen de wereld dirigeert. Mocht bijvoorbeeld Israël zich soepeler opstellen tegenover de Palestijnen, dan zou dat heel wat druk wegnemen en zouden fundamentalisten het veel lastiger hebben om zieltjes te winnen. Of om hun wandaden te legitimeren.

Dus als de Palestijnen een eigen staat krijgen, zal pakweg Iran afzien van zijn plannen om ‘Israël van de kaart te vegen’ zoals president Ahmadinejad publiekelijk verkondigde? Is dat niet naïef?

AYOUCH: Het zal niet alle spanningen wegnemen en voor extremisten zal het inderdaad nooit genoeg zijn, maar nu zijn het niet enkel fanatieke gekken die zich onmachtig en vernederd voelen. Ook moslimintellectuelen delen dat gevoel. Los het Palestijnse probleem op en het meeste fundamentalisme verdampt. Daar ben ik van overtuigd.

Marokko is natuurlijk Iran niet, maar zijn ze daar wel blij met een kritische film over een nationaal trauma?

AYOUCH: Tijdens het festival van Marrakech waren de reacties erg positief. Ik zeg niet dat ik schouderklopjes gekregen heb van koning Mohammed en de film is grotendeels met Frans en Belgisch geld gefinancierd, maar het debat achteraf ginds was open en constructief. De Marokkaanse pers is ook, zeker de jongste tien à vijftien jaar, kritisch voor de overheid. In Tunesië was er onder Ben Ali geen vrije pers. Of in Egypte onder Moebarak. Of onder Mursi zo je wilt – want veel is het daar niet verbeterd. Ik ben niet bijster optimistisch wat de Arabische Lente betreft. Dictatoriale regimes vallen, maar ze dreigen vervangen te worden door andere dictatoriale regimes.

Ali Zaoua ging over straatkinderen uit Casablanca. Is Les Chevaux de Dieu een soort sequel, met als achterliggende gedachte: dit is wat kan gebeuren als straatkinderen groot worden en in foute handen vallen.

AYOUCH:En effet. Maar dat is iets wat me pas na verloop van tijd duidelijk werd. Het zou inderdaad best kunnen dat Ali’s vriendjes tegenwoordig met een baard en djellaba rondlopen en er heel extreme ideeën op na houden. Maar ik hoop van niet. In de marge van mijn film is indertijd het Ali Zaoua-huis voor straatkinderen opgericht, met de steun van Unicef. Dat een film zoiets kan teweegbrengen, is fantastisch. Zo zie je maar: soms kan cinema de wereld toch een heel klein beetje redden. (lacht)

Wat wordt dan je volgende project?

AYOUCH: Ik ben bezig met een adaptatie van Baisons seule, een roman over een koppel dat de begeerte verliest. En ik werk aan een scenario van een soort sciencefictionfantasie die gaat over hoe de Arabische wereld eruitziet binnen vijftig jaar. Wie weet zien we Ali Zaoua dus toch nog terug. (lacht)

LES CHEVAUX DE DIEU

Vanaf 13/2 in de bioscoop.

DOOR DAVE MESTDACH

Nabil Ayouch ‘JE HOORT VAAK DAT ARMOEDE DE HOOFDREDEN IS VOOR ZO’N AANSLAG. ALS DAT ZO WAS, ZOUDEN ER MILJOENEN KAMIKAZES RONDLOPEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content