DIT WEEKEND OPENT HET SPLINTERNIEUWE MARTa ZIJN DEUREN IN HERFORD. GETEKEND: FRANK GEHRY.

MARTa Herford

GOEBENSTRASSE 4-10 IN HERFORD, OPENING OP 7 MEI. WWW.MARTA-HERFORD.DE

Frank Gehry

Na vijf jaar bouwen, plannen en herplannen is het komende zaterdag eindelijk zover: MARTa opent de deuren. Het spiksplinternieuwe museum voor kunst en design (prijskaartje: 29 miljoen euro) staat op naam van Frank Gehry (76), de Amerikaanse sterarchitect die ook het Guggenheim in Bilbao op zijn cv heeft staan. Gehry pakt uit met zijn spreekwoordelijke ribbon style, al slingeren de stalen linten dit keer minder vrij door het beeld dan in het Spaanse Bilbao. In maquettevorm lijkt het MARTa op een scheefgezakt volume dat bekroond werd met een handvol halve wc-rolletjes. In de praktijk groeide het museum uit tot een compacte mastodont waaraan alles buigt en golft. Spectaculair, al zijn lang niet alle Herfortenaren even enthousiast. Te bizar, te duur, te nutteloos, zo klinkt het in het amper 70.000 zielen tellende stadje nabij Bielefeld. De bewoners zien het oprijzen van het stalen cultuurmonster met argwaan tegemoet, maar daar ligt directeur Jan Hoet allerminst wakker van. Integendeel: hij beschouwt het museum als een kritisch middel dat een gunstig effect kan hebben op het in zichzelf gekeerde provincienest.

Over hoe dat kritische middel er precies moet uitzien, is wel al de nodige inkt gevloeid. Volgens sommigen hoort een museum op de achtergrond, volgens anderen speelt een cultuurbastion een actieve en liefst zo zichtbaar mogelijke rol in een stad. Gehry maakt overduidelijk deel uit van de tweede groep, hoewel hij gelooft dat ‘goed museumdesign vluchtig is en dat er eigenlijk geen regels voor bestaan’. Zijn harnas-achtige MARTa ontvouwt zich rond een bestaand pand dat de kern vormt van het complex. De bezoekers komen binnen langs een plaza die aan beide kanten geflankeerd is door de nieuwe constructie. Als mate-rialen gebruikte Gehry baksteen en vooral veel staal, in grote golvende stroken die doen denken aan afgerold inpaklint. Zijn uitdagende, allesbehalve conventionele ontwerpen waren tot eind maart te zien in de Corcoran Gallery of Art in Washington. Niet toevallig, want ook daarvoor heeft Gehry een project op stapel staan – de prijs steeg intussen van 40 naar 200 miljoen dollar. De Corcoran Gallery hing een beeld op van Gehry als onbetwistbare museumarchitect met vier al afgewerkte pronkstukken – waaronder het Vitra Design Museum in Weil am Rhein en het Guggenheim in Bilbao – en een aantal op stapel staande projecten zoals het Guggenheim in New York. Gehry werd er bejubeld om zijn opvallende, met nieuwe materialen en vormen begiftigde structuren, maar toch kwam er ook kritiek. Zo hoor je wel eens dat Gehry cultuurbunkers neerpoot die het voornamelijk moeten hebben van hun exuberantie, glitter en een blow-it-up-big-beginsel dat herinnert aan Claes Oldenburg. Qua design heeft Gehry een en ander te danken aan CATIA, een curven-producerend computerprogramma dat gebruikt wordt in de luchtvaart. Volgens critici ging het sinds de intrede van CATIA de verkeerde kant op, en liet Gehry menselijke schaal en structuur varen voor een sensationele buitenkant-architectuur zonder doel: ‘loud, ostentatious, big-money-aesthetic’. Maar een Gehry is niet alleen een gebouw, het is ook een logo, en dat is een principe dat meer dan ooit werkt. Els Fiers

Els Fiers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content