MOTOR VAN DE REVOLUTIE

GAEL GARCIA BERNAL (l.) en RODRIGO DE LA SERNA in THE MOTORCYCLE DIARIES. Over berg en dal, langs klassenkloven.

Voor wie nog geen vakantie geboekt heeft, of voor wie nu al aan volgende zomer denkt: film- en reisbureau Dave Mestdach stippelt elke week een op maat gemaakte trip uit, gebaseerd op een iconische roadmovie. Deze week: The Motorcycle Diaries (2004) van Walter Salles, een (zelf)ontdekkingstocht door Zuid-Amerika in het motorspoor van de jonge Ernesto ‘Che’ Guevara.

Ernesto ‘Che’ Guevara is niet als een marxistische revolutionair geboren, hij werd het tijdens de trip door Zuid-Amerika die hij in 1952 maakte met zijn kompaan en jeugdvriend Alberto Granado. Ze vertrokken op een Norton 500-motor, die hen van Buenos Aires via Chili, Peru en Colombia tot Caracas, in Venezuela, moest brengen om daar Alberto’s dertigste verjaardag te vieren. De dagboeknotities die Guevara, toen een 23-jarige student geneeskunde, tijdens die acht maanden durende reis bijhield, vormen de basis voor deze roadmovie van de Brazilaanse regisseur Walter Salles. Daarin mag Mexicaanse hunk Gael Garcia Bernal de jonge Che incarneren, die voor het eerst in contact komt met zieken, armen en andere verdrukten der aarde en begint te beseffen hoe geprivilegieerd hij als architectenzoon is en hoe diep de klassenkloven gapen. Om zich op zijn rol voor te bereiden trok Bernal naar Cuba, waar hij sprak met Guevara’s familie én met Alberto Granado, die vorig jaar pas, op zijn 88e, overleed. Ook Salles, die recent met de Kerouac-adaptatie On the Road nog een veelbesproken roadmovie afleverde, deed zijn duit in het zakje: hij filmde op de originele locaties en vatte het Zuid-Amerikaanse continent lyrisch en in al zijn diversiteit. Het resultaat? Een mooie, meermaals bekroonde roadmovie die zowel als politiek portret, geografische expeditie als coming-of-ageverhaal poseert. De ideale mix tussen Das Kapital,

[DE REIS]

AANBEVOLEN VOOR

Linkse rakkers die ook wel eens op bedevaart willen, liefhebbers van poncho’s, panfluiten, pampa’s en paardenstaarten, bikers die graag de gringo uithangen en al de rest – u dus ook. UW MOTTO

‘Let the world change you… and you can change the world.’ Toegegeven: het had een spreuk van de Bond Zonder Naam kunnen zijn maar ze is ook van toepassing op Ernesto Guevara en alle jonge idealisten die andere culturen en bij uitbreiding zichzelf beter willen leren kennen. UW ROUTE

Die begint in San Francisco, een stadje in Che’s geboortestreek Santa Fe, in het Argentijnse binnenland. Vervolgens gaat het over Buenos Aires, Miramar en San Carlos de Bariloche in de regio Rio Negro. Een maand later belandt u in Osorno, in het uiterste zuiden van Chili. Via Santiago reist u naar Chuquicamata, in het noorden van Chili, waar zich ’s werelds grootste kopermijn bevindt. Precies twee maanden na uw vertrek bereikt u Peru, waar u liftend en treinend door het Andes-gebergte trekt en het Titicaca-meer, de keizerlijke stad Cuzco, de Inca-ruïnes van Machu Picchu en Lima aandoet. Nog eens drie maanden later steekt u in het Zuid-Colombiaanse Leticia de Amazonerivier, om daarna noordwaarts naar de hoofdstad Bogota te trekken en verder richting Caracas, Venezuela, in de nok van het continent. Vooraleer u, na ruim acht maanden en 8000 kilometer, terugkeert naar Buenos Aires neemt u nog een vlucht naar Miami, in de VS. Buen viaje!UW VERVOER

Hoewel Ernesto en Alberto ook boot, bus, trein en vliegtuig namen, legden ze flink wat kilometers van hun epische trektocht af met de motor, een Norton 500 cc, model 18 om precies te zijn. Hun beproefde en bepakte roadster van Britse makelij, gebouwd in 1939, doopten ze La Poderosa II, oftewel ‘De Machtige’, ook al zou hij de talloze crashes en herstellingsbeurten niet overleven. Norton werd in 1898 opgericht in Birmingham, Engeland en stond vooral in de jaren twintig en dertig bekend als topproducent van race- en kopkleppenmotoren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte het -nog steeds bestaande – merk een kwart van de in totaal 400.000 Britse militaire motorfietsen. Voor de wannabe-revolutionairen onder u: een rijklaar en gerestaureerd exemplaar van het Norton 500-model waarmee Che rondtoerde, kost tegenwoordig zo’n 7000 euro. ONZE SOUNDTRACKTIP

De door Spaanse gitaren gedomineerde soundtrack werd geschreven door tweevoudig Oscarwinnaar Gustavo Santaolalla. Melancholisch gitaargetokkel voert de boventoon, maar Santaolalla voegt er ook latino- en Afrikaanse ritmes, Zuid-Amerikaanse folk en subtiele strijkers aan toe, met als resultaat een mooie, eclectische en dromerige soundtrack die werd bekroond met een Bafta. Naast Santaolalla’s composities bevat de soundtrack ook de Oscarwinnende song Al otro lado del rio, geschreven en gezongen door de Uruguayaanse Jorge Drexler.

HOED U VOOR

Ijle hoogtes en diepe ravijnen, kapitalisten die het niet op wereldverbeteraars begrepen hebben en arme drommels die zich afvragen wat u als bemiddelde westerling in de lokale sloppenwijken komt doen.ROAD MOVIE, USA

Tot 29/8 in Cinematek, cinematek.be

DOOR DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content