Liefde. Lust. Het Britse migratiebeleid. De Amerikaanse war on terror. Vlaams Belang en N-VA. Billy Bragg mag dan net 50 geworden zijn, aan meningen ontbreekt het hem nog altijd niet. Op zoek naar de ziel van een angry young man op jaren: ‘Cynisme is mijn grootste vijand.’

Mr. Love And Justice: behalve de titel van zijn nieuwste worp is het een treffende samenvatting van Billy Bragg zélf. Al een kwarteeuw lang zijn Liefde en Gerechtigheid de twee onderwerpen die de Britse protestzanger het vaakst aansnijdt. Ook op zijn negende langspeler, die behalve over oorlog, terreur en de beknotte vrijheid van de westerse mens toch vooral over lurrrve blijkt te gaan. In het kantoor van zijn platenfirma in Londen besluiten we Bragg dan ook met een citaat uit eigen werk te confronteren, meer bepaald het aforisme waarmee hij op zijn nieuwste album het nummer Something Happened aftrapt:

‘Love is when you willingly place someone else’s priorities above your own / Lust is when you actively force your own priorities on someone else’.

Ben je daar zelf opgekomen of heb je die tekst gewoon uit zo’n ‘Liefde is…’-kalender?

Billy Bragg:(lacht) Ik heb die tekst wel degelijk zelf bedacht! En ik ben er nog behoorlijk trots op ook. Want het klopt toch? Liefde is iets onbaatzuchtigs, lust net iets heel egoïstisch. Eigenlijk zijn liefde en lust elkaars tegenpolen.

Is het toeval dat mijn gedachten bij ‘O Freedom’ onwillekeurig uitgingen naar Jean Charles De Menezes, de jonge Braziliaan die drie jaar geleden in een Londens metrostation door de politie werd neergeschoten omdat hij verkeerdelijk voor een terrorist werd aangezien?

Bragg: Niet echt, nee. Dat voorval was inderdaad een tragisch voorbeeld van de collateral damage die de war on terror ook buiten Irak en Afghanistan veroorzaakt en waar ik het in dat nummer over heb. Maar meer algemeen probeerde ik in O Freedom duidelijk te maken dat de veiligheidsmaatregelen die Amerika en Groot-Brittannië nemen om zogenaamd onze vrijheid te garanderen, precies onze vrijheid aantasten.

‘Farm Boy’ en ‘Sing Their Souls Back Home’ zijn twee songs over soldaten die zich ter hoogte van een of andere brandhaard afvragen welk hoger doel ze precies dienen. In een eerste reactie vroeg ik me eerlijk gezegd af of we dergelijke songs de voorbije jaren niet iets te vaak hebben gehoord. Of ben ik gewoon onverschillig geworden voor de debacles in Irak en Afghanistan?

Bragg: Ik was er me niet van bewust dat er de laatste jaren al zoveel songs over dat onderwerp zijn geschreven. Ik begrijp dat we de horrorbeelden uit Irak en Afghanistan stilaan gewoon aan het worden zijn, maar we kunnen ons echt niet permitteren om er helemaal onverschillig voor te worden. Voor je het weet, mondt onverschilligheid uit in cynisme. En cynisme is mijn grootste vijand: niets dat onze beschaving meer bedreigt dan dat.

Je hebt vijftien jaar lang campagne gevoerd om Labour aan de macht te helpen, om dan lijdzaam te moeten toezien hoe Tony Blair zich als een schoothond aan de voeten van George Bush wierp. Werd je daar dan niet een tikje cynisch van?

Bragg: Tuurlijk. Het was een enorme teleurstelling om Labour en dan vooral Tony Blair ons land in een oorlog te zien storten. Maar ik heb mijn eerste reactie van verbolgenheid en cynisme meteen weer van me af geschud en eens goed nagedacht. Kijk, ik ben een product van Margaret Thatcher, die aan de macht was toen ik als jongeman in politiek geïnteresseerd raakte. Haar rechtse en ultraconservatieve beleid heeft mij recht in de armen van het marxisme en later het socialisme van Labour doen lopen. Maar voortaan hang ik geen enkele ideologie meer aan. Ik laat me enkel nog leiden door menselijkheid en gerechtigheid. En ik zal dat blijven propageren.

Denk je niet dat geëngageerde muzikanten stilaan een uitstervend ras zijn?

Bragg: Het probleem is niet dat er geen geëngageerde muziek meer gemaakt wordt. Het probleem is dat mensen er niet meer zo ontvankelijk voor zijn als vroeger. Dat er in de jaren tachtig wél naar mij geluisterd werd, lag aan het welwillende oor van het muziekjournaille in die dagen. Toen werden de redacties van muziekbladen bevolkt door dertigers en veertigers die jong waren in de jaren zestig. De generatie van ’68 vond dat muzikanten toen andere en vooral belangrijkere dingen te vertellen hadden dan ‘I’m great, you’re shit’, om een keer Oasis te parafraseren. Het waren allemaal mensen die nog geloofden dat muziek de wereld kan veranderen.

Nu worden muziekredacties geleid door een generatie die daar minder sterk van overtuigd is. Geëngageerde muziek is in bepaalde milieus zelfs een beetje verdacht geworden.

En dus heb je twee jaar geleden maar een boek geschreven, ‘The Progressive Patriot: A Search For Belonging’, waarin je de progressieve krachten in Engeland opriep om de term ‘patriottisme’ te recupereren van de conservatieve rechterzijde. Waarom vind je dat zo belangrijk?

Bragg: De progressieven in Groot-Brittannië hebben altijd een soort aversie gevoeld voor patrottisme en nationalisme omdat ze zichzelf beschouwen als internationalisten. Allemaal goed en wel, maar daardoor hebben ze het begrip ‘patriottisme’ wel cadeau gedaan aan de fascisten, die er maar wat graag misbruik van maken.

Kijk, het doorgedreven nationalisme van pakweg de British National Party wordt ingegeven door eigenbelang en egoïsme. Het is gestoeld op de uitsluiting van bepaalde bevolkingsgroepen. ‘Al wie het minder goed heeft dan ons, moet eruit’: dat is zowat de filosofie. Niet alleen van de British National Party, maar ook van bijvoorbeeld het Vlaams Belang en die minipartij die jullie land nu al een half jaar gijzelt.

De N-VA!

Bragg: Die, ja. Ik weet ook wel dat ik aan deze kant van het Kanaal een simplistisch beeld heb van de politieke crisis in jouw land, maar ik heb de indruk dat het separatisme daar óók wordt ingegeven door eigenbelang. ‘Het rijke Vlaanderen moet van het arme Wallonië af’: dat is toch zowat het discours?

Anyway, de organisatie van een democratische samenleving is gebaseerd op solidariteit, maar precies dát basisprincipe willen nationalisten opblazen. En om die solidariteit te ondermijnen, enten ze hun verhaal op het begrip ‘patriottisme’, dat ze dan handig verengen tot raszuiverheid. Met die truc komen partijen als de British National Party en het Vlaams Belang al jaren weg, maar die luxe mogen we hen niet gunnen. Daarom moeten de termen ‘patriottisme’ en ‘nationalisme’ dringend door de progressieve linkerzijde gerecupereerd worden.

Een land wordt samengehouden door zijn ‘common values’, schrijf je in ‘The Progressive Patriot’. Maar wat die gemeenschappelijke waarden precies inhouden, komen we niet te weten.

Bragg: Die vind ik heel moeilijk te omschrijven. Zowel Gordon Brown (van Labour; nvdr.) als David Cameron (van de Conservative Party; nvdr.) hebben het voortdurend over die common values, maar niemand lijkt die te willen definiëren. Ik vind dat gebrek aan welomlijnde waarden en normen een probleem als het over zoiets heikels als integratie gaat. Iedereen verwacht dat allochtonen zich integreren, maar aan welke waarden ze zich dan precies moeten confirmeren, blijft een groot vraagteken.

Aan het einde van je boek kom je dan ook tot de conclusie dat Groot-Brittannië nood heeft aan een grondwet waarin die ‘common values’ zijn vastgelegd. Ondertussen heb je al geopperd om die tekst zélf te schrijven, maar meende je dat ook?

Bragg: Absoluut! Op dit moment heeft ons land als een van de enige Europese lidstaten nog altijd geen grondwet: een historische anomalie die teruggaat op de ‘Engelse revolutie’ van 1640 tot 1649. Aan die revolutie hebben we de Bill Of Rights overgehouden, waarin de soevereiniteit van het parlement geregeld werd. Maar dat was 150 jaar vóór de Franse Revolutie en de Verlichting, zodat die Bill Of Rights dus nooit vervangen is geraakt door een échte grondwet.

En dat maakt de Britse regering veel te machtig. In ieder ander land bepaalt de grondwet de slagkracht van de regering, in Groot-Brittannië is het precies omgekeerd. Hier bepaalt de regering hoe de ‘grondwettelijke’ rechten en plichten worden ingevuld omdat die regering niet gebonden is door een grondwet die haar beperkt. Daarom wil ik dus dat er een basistekst komt waarin onze fundamentele rechten en plichten worden vastgelegd. Waarin we bijvoorbeeld schrijven dat het een moslimvrouw vrijstaat om een boerka te dragen als ze op haar beurt aanvaardt dat Salman Rushdie een boek als De Duivelsverzen mag schrijven.

Over waarden gesproken: wat vond je van de uitspraak van Morrissey over de ongebreidelde immigratie die de Britse identiteit ondermijnt?

Bragg:He’s just pissing in the wind. Ik vind hem een intelligente man, maar die uitspraak was hoogst bedenkelijk. Ik geloof niet dat hij echt een racist is, maar misschien is hij wel een bang, blank burgermannetje geworden. Hij heeft niet eens recht van spreken, want hij woont al jaren in Italië. Dat hij het oude Engeland niet meer herkent als hij hier nog eens op bezoek komt, is zijn probleem. Maar om daar nu meteen zulke ongenuanceerde uitspraken over te doen: dat vind ik dom en onverantwoord, zelfs voor een pathologische provocateur als hij. Als hij niet verder komt dan een paar simplistische clichés, kan hij misschien maar beter zijn bek houden. Trouwens, zelf heeft hij Ierse roots. Morrissey is ook maar een immigrant! (lacht)

Laten we met een positieve noot eindigen. Wat vervult jou met de meeste trots: dat de Queen jou onlangs om een handtekening vroeg of dat je vermeld wordt in de autobiografie van Bob Dylan?

Bragg: Met alle respect voor Her Majesty, maar ik kies toch voor die vermelding in Chronicles. Ik vond het heel grappig om te lezen hoe jaloers hij op mij is omdat ik de kans heb gekregen om de onafgewerkte teksten van zíjn grote held Woody Guthrie op muziek te zetten (samen met Wilco maakte Bragg Mermaid Avenue en Mermaid Avenue Vol. 2 met songs gebaseerd op teksten van Guthrie, nvdr.). Maar ik weet dat hij mijn interpretaties goed vindt, want onlangs heeft hij Joe DiMaggio Done It Again gedraaid in zijn Theme Time Radio Hour. Ik hoef niet zonodig door de Queen tot ridder te worden geslagen, want Bob Dylan heeft mij zijn zegen al gegeven. (lacht) Veel beter wordt het niet voor een knul als ik.

‘MR. LOVE AND JUSTICE’

Uit bij Cooking Vinyl.

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content