MYTHISCHE HEKSERIJ. Met een nieuwe tekenaar breit Dufaux een vervolg aan een van zijn MEEST SUCCESVOLLE reeksen.

DELABY & DUFAUX

DARGAUD, 56 BLZ., a6,75

Moriganen (De klaagzang van de verloren gewesten 5) **

Na wat geploeter aan de reeks De poolster stond Philippe Delaby aan de rand van de grote doorbraak met Murena, een fictieve reeks over keizer Nero en zijn entourage. Toch heeft hij Murena even in de diepvriezer gestopt voor een nog lucratiever project. Murena-scenarist Jean Dufaux maakte begin jaren negentig met Thorgal-tekenaar Grzegorz Rosinski de gesmaakte gothic fantasy-reeks De klaagzang van de verloren gewesten. Een eindig project, hielden de auteurs toen vol. De roep om een vervolg bleef echter aanzwellen. Rosinski hield voet bij stuk: voor hem was de reeks verleden tijd. Met zijn toestemming ging de uitgever dan maar op zoek naar een andere tekenaar. Dat werd dus Delaby.

De nieuwe cyclus over de Genaderidders, begroot op vier albums, speelt zich een hele tijd voor de vorige af – wat de overschakeling van Rosinski naar Delaby makkelijker maakt. Siobans adviseur Seamus uit de eerste cyclus komt in Moriganen voor als een onervaren jongeman met bijzondere gaven. Bijna toevallig neemt hij deel aan een heksenjacht. De Moriganen vormen een taai en geducht heksengeslacht waarvan een telg infiltreert in een adellijk milieu.

Zoals in de eerste cyclus kruidt Dufaux zijn quasi-middeleeuwse, Germaanse setting met gothic specerijen uit klassieke vampierverhalen en uit de Griekse mythologie. Rosinski’s zachte realisme gaf de eerste cyclus een warm, sprookjesachtig tintje, schimmig zoals het onbestaande verleden waar de reeks naar verwijst. Delaby’s realisme is dan weer een levendige variant van het fotorealisme. Door dat stijlverschil verliest de reeks wat van zijn poëtische kracht, maar ze compenseert dat door een grotere geloofwaardigheid. Bij dit soort erg fantastische verhalen kan fotorealisme daarom heel functio-neel zijn. Delaby toont dat een sterke tekenaar een typisch, niet bijzonder sterk scenario van Dufaux veel extra flair kan bezorgen en de inherente zwakheden ervan kan verdoezelen door zijn visuele talent. In die zin is de overname van de reeks geslaagd. Dufaux heeft blijkbaar nog grootse plannen: in zijn inleiding maakt hij gewag van diverse nieuwe cycli. Dat hij de mythische status van de eerste cyclus daarmee op termijn alleen teniet kan doen, heeft blijkbaar geen belang. Gert Meesters

Gert Meesters

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content