George Bush, seksueel onkundige ex-vriendjes en bimbo’s die zich zonder slipje laten fotograferen: ze worden door Lily Allen allemaal de mantel uitgeveegd op It’s Not Me, It’s You, de opvolger van haar succesdebuut Alright, Still. Geconfronteerd met ons keiharde bewijsmateriaal steekt de Britse zangeres de hand in eigen boezem. ‘Ja, ik heb me de voorbije jaren te vaak aangesteld.’

Toen ze drie jaar geleden Alright, Still uitbracht, woonde Lily Allen nog bij haar moeder in. 2,5 miljoen verkochte exemplaren later bezit ze een huis met kunstwerken van Damien Hirst en The Clash-bassist Paul Simonon tegen de muur, heeft ze een talkshow op BBC Three en bestiert ze met Lily Loves zelfs haar eigen schoenen- en kledinglijn. Voor honderdduizenden tienermeisjes is ze een rolmodel en voor een veelvoud jongemannen een prikkelende pin-up. En dat imago van de libertaire, vrijgevochten en taboeloze vrouw zet ze ook op It’s Not Me, It’s You weer dik in de verf. ‘I know you feel betrayed, but it’s been weeks since I got laid’, luidt het in Never Gonna Happen. En in Not Fair gunt ze ons een nóg intiemere blik in haar slaapkamer: ‘I lie here in the wet patch in the middle of the bed / I’m feeling pretty damn hard done by / I spent ages giving head.’

FUCK YOU

De in een zwarte jogging gehulde Lily Allen die thans schrijlings over de canapé van haar hotelsuite gedrapeerd ligt, neemt ook niet bepaald een blad voor de mond. De ‘fucks’ en ‘pricks’ vliegen ons om de oren, tot twee keer toe zal ze ter ondersteuning van haar betoog naar haar borsten grijpen en één keer tast ze zich zelfs in het kruis.

Twee jaar geleden beweerde je nog dat het je geen barst kon schelen als je tweede plaat zou floppen. Denk je daar nu nog zo over?

Lily Allen: Ja, ik meende het toen en ik meen het nog steeds. Ik zal niet zeggen dat de verkoop van mijn platen me koud laat, want natúúrlijk heb ik liever dat de nieuwe cd twee miljoen keer wordt verkocht in plaats van tweehonderd keer. Maar ik ben me ervan bewust dat de aandacht voor mij en mijn muziek niet eeuwig zal duren en daar leg ik me bij neer. Als de mensen me op een bepaald moment niet meer lusten, zal ik niet zitten grienen. Dan doe ik wel iets anders, en met evenveel plezier. Ik klamp me niet angstvallig aan mijn bekendheid vast. Als m’n platenfirma na deze plaat beslist om me van zijn label te stampen, zoek ik wel een andere baan.

Je beschouwt muziek maken dus als een baan?

Allen: Een leuke en lucratieve baan, maar niettemin: een baan als alle andere. En zolang het duurt, probeer ik er zoveel mogelijk geld mee te verdienen. Want dat is het geweldige aan de muziekindustrie: ze wordt nog steeds gerund door mannen, en zoals bekend worden mannen gedreven door seks en vrouwen door geld. Geen sector waarin vrouwen zo makkelijk geld kunnen verdienen als in de muzieksector. Toch zeker tot je 30e, want nadien ben je als vrouw doorgaans afgeschreven. Ik besef maar al te goed dat ze me niet gaan blijven vragen om op de covers van hippe magazines te staan.

Madonna staat op haar 50e toch ook nog op allerlei covers.

Allen: Kan wel zijn, maar vergelijk eens met 25 jaar geleden: ik durf te wedden dat ze tegenwoordig nog niet half zoveel covers haalt als toen.

Het meest opvallende nummer op je nieuwe plaat is ‘Fuck You’, een scheldtirade aan het adres vanhomofobe conservatieven. Had je iemand specifiek in gedachten toen je dat nummer schreef?

Allen:Fuck You was bedoeld als een sneer naar The British National Party: een stelletje rechtse wankers die in Engeland almaar meer gedoogd worden. Maar terwijl ik dat nummer aan het schrijven was, kwam ik erachter dat Fuck You evengoed over David Cameron (leider van de Conservative Party; nvdr.) of George Bush zou kunnen gaan – nog twee rechtse wankers die ik niet kan uitstaan.

David Cameron wordt anders steeds vaker als de volgende premier van Groot-Brittannië getipt.

Allen:I know, maar ik geloof niet dat hij in de huidige omstandigheden veel kans maakt. Van economie heeft hij geen kaas gegeten en dat is toch een ernstige handicap in deze tijden van economische crisis. Ik ben geen fan van Gordon Brown, maar als er iemand verstand heeft van economie en financiën, is hij het wel. Hoezeer fuckin’ Tony Blair ons land ook naar de kloten heeft geholpen, Gordon Brown zal het meeste puin wel geruimd krijgen. Daar hebben we David Cameron niet voor nodig. Eigenlijk is hij niet meer dan een omhooggevallen eikel die een verbodsmaatschappij wil: homo’s wil hij hun rechten ontnemen, vreemdelingen moeten buiten blijven en drugs moeten worden verboden. Niet bepaald mijn overtuigingen.

ROLMODEL

In ‘Back To The Start’ probeer je het goed te maken met iemand waarmee je bent opgegroeid. Een van je twee zussen, meende ik uit de tekst te kunnen afleiden.

Allen: Twee zussen? Ik heb er maar één! Back To The Start is geadresseerd aan mijn oudere zus Sarah. No wait, ik heb wél twee zussen. (Proest het uit) Ik hoop maar dat Rebecca dit interview niet te lezen krijgt. Maar goed, Sarah dus: onze hele jeugd hebben we op voet van oorlog geleefd. En ik vrees dat dat vooral aan mij lag. I’ve given her some hard times. En daar wilde ik me nu voor verontschuldigen.

Over je broer Alfie heb je ook al een nummer geschreven. In de bijbehorende videoclip schilderde je hem af als een wietrokende en door zelf-bevlekking geobsedeerde pervert. Kon hij daarmee lachen?

Allen: Absoluut niet! Hij heeft wekenlang niet met we willen praten. En ik begrijp zijn reactie wel, hoor. Die scène waarin ik hem betrap terwijl hij in bed ligt te rukken, hebben de makers er trouwens achter mijn rug in gemonteerd – actually Igot fucked over by my record company. Maar ik mocht het wel gaan uitleggen aan mijn broer dat hij voor de hele wereld als een masturbatiegek werd geportretteerd.

Je compromitteert wel vaker je vrienden en familie in je songs.

Allen: Op mijn vorige plaat misschien, maar niet op mijn nieuwe. Ik heb met Alfie wel mijn lesje geleerd. Op deze plaat staan liedjes over mijn zus, mijn vader en mijn moeder, maar in geen van die songs breng ik hen in verlegenheid. Integendeel zelfs.

In ‘Not Fair’ heb je het nochtans over een ex-vriend die er niet in slaagt jete bevredigen.

Allen: Ja, maar het mooie aan dat nummer is dat de persoon in kwestie in de verste verte niet beseft dat die song over hém gaat. Sinds er in de pers van alles over Not Fair geschreven is, heb ik al verschillende woedende telefoontjes van ex-lieven gekregen die dachten dat ik hen viseerde – wat natuurlijk veel over hun onzekerheid zegt. (Lacht) Maar de persoon over wie die song écht gaat, heeft er geen flauw benul van. Ik heb hem het nummer persoonlijk voorgespeeld en hij gaf geen krimp. Best wel tragisch eigenlijk. Maar een aangenaam neveneffect van dat liedje is dat de mannen die ik tegenwoordig mee naar bed neem zich enorm uitsloven om me te verwennen. Mission accomplished, zou ik zeggen. (Lacht)

Doorgaans speel je in je songs de superieure vrouw die naar haar ex-lieven natrapt, maar in ‘Who’d Have Known’ horen we voor het eerst een kwetsbare Lily Allen, die zich vertwijfeld afvraagt of haar liefde voor een man wel wederzijds is.

Allen: Ik moet toegeven dat ik het best lastig vond om die song geschreven te krijgen. Maar ik had me ertoe verplicht, precies om dat imago van de op wraak beluste bitch een beetje te ondergraven. Nogal wat mensen hebben mij de voorbije twee jaar verweten dat die rol van de natrappende minnares maar een goedkope gimmick is. Ik dacht: ‘I’ll show you pricks!’ En dus heb ik een song geschreven waarin ik eens níét de superieure partij speel, maar net het lijdende voorwerp. Niet makkelijk, en ik vrees ook niet voor herhaling vatbaar. Ik zal het maar bekennen: ik stel me niet graag kwetsbaar op. En misschien bén ik wel gewoon een bitch.

Dat imago van de superieure vrouw die niet met zich laat sollen, verklaart wellicht ook waarom je bij tienermeisjes zo populair bent.

Allen: Ik begrijp wel waarom jonge meisjes zich graag met mij identificeren. En ik schaam me daar ook niet voor. Kijk, ik beschouw mezelf niet als een rolmodel en ik ga zeker geen pseudosociologisch boompje over de emancipatie van de vrouw opzetten, maar als jonge meisjes uit mijn muziek zelfvertrouwen putten en leren om van zich af te bijten, dan is daar toch niets mis mee?

PICTURES OF LILY

Volgens trendwatchers is ‘girl power’ weer helemaal terug. Ben je het daarmee eens?

Allen: Ik weet het niet. Als er al een nieuwe generatie eigengereide vrouwen is opgestaan, heb ik daar uiteraard niets op tegen, maar ze moeten het vooral geen girl power noemen. Het hangt er trouwens maar van af wie ze tot die vrouwen-met-ballen rekenen. Amy Winehouse: she’s got balls. M.I.A. en Santogold ook. Maar voor de rest? Adele en Duffy vind ik niet slecht, maar echt ballsy kun je die twee niet noemen. En Kate Nash al helemáál niet. Helemaal nieuw zou ik die golf van vrouwelijke artiesten trouwens niet noemen. Sterke vrouwen zijn er in de muziek toch altijd al geweest? Neem Debbie Harry, PJ Harvey of Björk: dát zijn vrouwen met ballen.

Tegenover die zogenaamde sterke vrouwen staan tegenwoordig steeds meer bimbo’s. Daar heb je het in je nieuwe single ‘The Fear’ over.

Allen: Klopt. Je kunt er Paris Hilton in herkennen, maar in Engeland lopen er ook genoeg bimbo’s rond op wie The Fear van toepassing kan zijn. Het nummer gaat over beroemdheden die bekend zijn omdát ze bekend zijn, terwijl ze zich op geen enkele verwezenlijking whatsoever kunnen beroemen. Maar het zijn wel precies die trutten die het hoogst van de toren blazen, de diva uithangen en denken dat ze zich álles kunnen permitteren.

Met permissie, maar in een aantal aspecten van die song zou je evengoed jezelf kunnen herkennen.

Allen:Sure, dat geef ik grif toe. Ik heb me ook al als een diva gedragen en ik zet in het openbaar wel eens een grote mond op. In zekere zin, besefte ik achteraf, heb ik dat nummer evengoed als een waarschuwing aan mezelf bedoeld. Ik heb de voorbije twee jaar vaak in het middelpunt van de belangstelling gestaan en daardoor ben ik mezelf af en toe nogal aanstellerig gaan gedragen. Daar probeer ik nu toch een beetje aan te werken.

Een citaat uit ‘The Fear’: ‘I’ll take my clothes off and it will be shameless / Cause everyone knows that’s how you get famous’. Een verwijzing naar die keer dat je op de BBC aan de hele natie je derde tepel liet zien?

Allen: Zo kan je het interpreteren, maar ik doelde toch vooral op bepaalde celebrities die er een sport van maken om zich zonder slipje te laten fotograferen. Dat kan je van mij niet zeggen. Die keer dat ik mijn derde tepel liet zien, heb ik ook niet méér getoond dan dat, hé. Ik heb niet al mijn kleren uitgetrokken, maar gewoon een vlekje op mijn linkerborst getoond. Big deal!

Tijdens een opnamesessie met Damon Albarn heb je hem naar verluidt ook je borsten laten zien.

Allen: Doe niet flauw, je weet best wat er écht gebeurd is. Ik stond op uit de zetel toen de knopjes van mijn blouse knapten en mijn tieten eruit floepten. Tot zover het spannende ‘Lily flashed Damon’-verhaal. Ik ben echt geen exhibitioniste, hoor. Maar zal ik je eens een primeur verklappen? (Glunderend) Ik heb deze week geposeerd voor de cover van de volgende Q – helemaal naakt!

Tot zover je goede voornemens.

Allen: Ik vind het vooral grappig om op die manier de boodschap van mijn single te onderstrepen. Ik zie het dus vooral als een dikke knipoog, maar als mensen dat niet doorzien en me een goedkope slet vinden, so be it. Veel laat ik trouwens niet zien, hoor. (Grijpt met één arm haar borsten vast en tast met haar andere in haar kruis) Ik houd alles goed verborgen en ik sta zelfs met mijn rug naar de lens. Veel bloot vel dus, but no tits and no fanny. Zó dik moest het er nu ook weer niet op liggen. (Lacht) Maar controverse zal die cover sowieso uitlokken, denk ik.

Over controverse gesproken: enkele van jouw uitspraken in ‘The Word’ van vorige maand over drugs – met name dat ze niet per definitie schadelijk zijn – hebben in Engeland weer veel kwaad bloed gezet.

Allen: Aanvankelijk kon ik er nog mee lachen omdat ik die uitspraken heb gedaan in een antwoord op een vraag over de song Everyone’s On It, en dat nummer gáát net over de hypocrisie rond druggebruik. Maar het lachen verging mij toen allerlei tabloids, The Daily Mail op kop, er een groot schandaal van maakten. Op een bepaald moment hebben ze in The Daily Mail zelfs ouders aan het woord gelaten die een kind aan drugs hadden verloren, in één moeite door suggererend dat popsterren zoals ik daar schuld aan hebben. En dan lieten ze ook nog eens een woordvoerder van de antidrugbrigade aan het woord. Die veegde mij persoonlijk de mantel uit omdat ik onverantwoorde uitspraken had gedaan die de jeugd tot druggebruik zouden aanzetten. Daar keerde mijn maag van om. Ik heb helemaal niet beweerd dat drugs onschadelijk zijn, ik heb alleen gezegd dat ik veel mensen ken die coke snuiven en toch een normaal leven leiden. Meer niet.

RUZIE MET ELTON

Binnenkort trek je weer op tournee. Wat vind je het leukste én het ergerlijkste aan toeren?

Allen: Het leukste vind ik zonder meer onze running gag met het fancy dress costume. Op onze rider staat dat er overal waar we optreden een gek kostuum in de kleedkamer moet liggen. Diegene van de groep die de avond voordien de meeste missers heeft gespeeld, moet ’s avonds in dat kostuum optreden – doorgaans een foute galajurk of iets met veel franjes en lelijke kleuren. Dat ik op die manier elke dag ongestraft iemand op het podium belachelijk kan maken, daar word ik nu eens intens gelukkig van!

Het meest hatelijke aan toeren zijn de momenten dat ík voor schut word gezet. Mijn tourmanager plakt bijvoorbeeld voor elk optreden een blad tegen de achterkant van mijn monitor met daarop de dag van de week en de naam van de stad waar we die dag spelen. Gewoon als geheugensteuntje, want na een paar weken toeren weet ik soms écht niet meer in welk land ik me bevind. Af en toe schrijft hij op dat blad een heel andere plaats, waardoor ik het publiek dus enthousiast met ‘Good evening Milwaukee’ begroet als we ergens in Colorado staan. Hij ligt dan backstage in een deuk, maar ik garandeer je dat het publiek dat doorgaans niet zo leuk vindt. Maar ja, als ik een beetje gedronken heb, ben ik nu eenmaal een makkelijk slachtoffer voor practical jokes.

Klopt het trouwens dat je sinds september vorig jaar niet meer drinkt?

Allen: Euhm, niet helemaal. Ik heb me in september vorig jaar voorgenomen om mínder te drinken. In ieder geval niet meer in het openbaar, want er liggen altijd wel paparazzi op vinkenslag om je in beschonken toestand te fotograferen.

Zoals tijdens de presentatie van de ‘GQ Awards’, toen je met een fles champagne in de hand ruzie maakte met copresentator Elton John.

Allen: Precies om dat soort gênante taferelen te vermijden dus. Ik zal niet zeggen dat ik sindsdien helemaal niks meer drink, maar de hele nacht uitgaan of tot ’s ochtends vroeg doorzakken in een nachtclub doe ik niet meer. Ik ben het beu om mezelf met dichtvallende oogleden op de voorpagina van de krant te moeten zien. Maar aan de andere kant: om je er dronken te laten uitzien, hoeven ze natuurlijk niet veel moeite te doen. Ik heb al vaak in de krant gestaan onder de kop ‘Lily Allen drunk’, met een foto die ze genomen hadden terwijl ik met mijn ogen knipperde. Tja, met de kop ‘Lily Allen blinks’ verkopen ze geen kranten natuurlijk. (Lacht)

IT’S NOT ME, IT’S YOU

Op 9/2 uit bij EMI

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content