Waar ben je op dit moment mee bezig?

Fien Troch: Mijn nieuwe film, Kid, over de lotgevallen van twee broertjes van zeven en acht jaar. Het scenario is sinds kort af, nu is het nog wachten op productiesteun van het VAF om effectief te kunnen draaien. Met een beetje geluk zou dat volgende zomer moeten lukken. De vraag is alleen met hoeveel geld dat zal zijn. (Lacht)

Sinds ‘Unspoken’ is een Fien Trochfilm haast een genre op zich. Ga je met ‘Kid’ verder die richting uit?

Troch: Ik probeer bij elke nieuwe film te vergeten wat ik ervoor gemaakt heb en alles te overdenken – de manier van vertellen en de thema’s. Alsof elke film door een nieuwe Fien gemaakt is. (Lacht) Maar qua genre wordt het geen radicale breuk met mijn vorige films, neen . Laat ons zeggen dat het duidelijk zal zijn dat het een film van mijn hand is.

Om een idee te krijgen: hoeveel bezoekers haalt een Vlaamse arthousefilm?

Troch: Unspoken had 5000 bezoekers, Een ander zijn geluk had er 20.000. Afhankelijk van met wie je praat, zijn dat goede of slechte cijfers, maar mij maakt het niet zo veel uit. Tachtig procent van mijn tevredenheid achteraf hangt af van de kritieken, twintig procent van de box office.

Wat ons opviel: ‘Unspoken’ was heel erg aanwezig in de pers, met terecht lovende recensies. Alleen bleef het daarbuiten opvallend stil. Wie in het Brusselse wilde gaan kijken, moest daarvoor helemaal naar de Cinéma Vendôme in Elsene.

Troch: Waar hij dan ook nog eens na drie weken uit roulatie is genomen om plaats te maken voor The Curious Case of Benjamin Button. Dat was inderdaad wel spijtig, zeker omdat zo’n film de tijd nodig heeft om te groeien.

Ach, het is soms zo vermoeiend, de strijd die je moet leveren om dit soort cinema te kunnen maken. De distributie die moeilijk verloopt. De dvd-release die er plots na een jaar komt – geheel tot mijn eigen verrassing. De internationale verdeling die veel te lang aansleept – de onderhandelingen in Frankrijk zijn ondertussen stilgevallen. Dat soort dingen durf je als filmmaker wel eens beu te worden.

Ben je dan jaloers als je de promotiemachine van ‘De Helaasheid der Dingen’ de weg ziet banen voor 400.000 kijkers?

Troch: Ik zou het heel graag zelf ook hebben, dat wel. Maar zelfs met een onwaarschijnlijke promotiemachine zullen mijn films nooit kaskrakers worden. Ik maak een ander soort cinema, een cinema die een kleiner publiek aantrekt. En daar ben ik tevreden mee.

Is de logische stap voor jou niet om naar het buitenland te trekken, waar het afzetgebied gewoon veel groter is?

Troch: Dat heb ik vroeger ook even gedacht, maar na zes maanden Parijs was al snel duidelijk dat dat niet zo’n goed idee is. Weet je, het maakt niet uit waar je je films maakt: het gaat erom of je je eigen ding kunt maken. En die garantie heb ik hier voorlopig. Plus: de Belgische film is ondertussen een label geworden. Het is geen schande meer om hier films te maken. Neen, vooralsnog voel ik geen nood om het ergens anders te proberen.

Tot slot: welke regisseur zou jij naar voren schuiven voor Generatie Morgen?

Troch: Nico Leunen, mijn vriend en de monteur van De Helaasheid der Dingen, was erg onder de indruk van En Waar de sterre bleef stille staan, die film van Gust Van den Berghe. Ik heb hem zelf nog niet gezien, maar ik vertrouw heel hard op Nico’s oordeel. Laat ik dus maar voor Gust gaan.

(G.Z.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content