‘Om een duistere pedagogische reden waren strips bij ons thuis verboden. Mijn vader had zich laten aanpraten dat kinderen er krom en gebroken Nederlands door leerden. Zeker Kuifje was not done. In zijn ogen was dat een typisch product van het Belgische denken. We spreken over de jaren 50. Franstalige Brusselaars als Hergé konden bij een Vlaming als mijn vader toen op weinig sympathie rekenen. Gelukkig hadden de kinderen van de buren wél de hele Kuifje-serie. Ik las ze bij hen, clandestien. Het was een coup de foudre. En de liefde is nog altijd niet bekoeld. Ik kan de albums uit de topjaren – van Raket naar de maan uit 1953 tot De Juwelen van Bianca Castafiore uit 1963 – blijven herlezen, omdat ze op zoveel niveaus werken.’

‘Ik herinner me een tentoonstelling begin jaren 70 in Antwerpen. Ze hadden daar De Zaak Zonnebloem, mijn absolutie favoriet, helemaal uit elkaar gehaald en de platen naast elkaar gelegd, om Hergés manier van vertellen te illustreren. Toen werd me duidelijk dat zijn kracht meer is dan zijn alom geroemde klare lijn, ook zijn vertelstijl is bijzonder helder. De Zaak Zonnebloem is nochtans een complex verhaal. Iedere filmstudent zou verplicht moeten worden dat script te analyseren. Steven Spielberg is niet voor niets een grote fan.’

‘Ik moest ooit als fotograaf met een journalist op bezoek bij een professor die een expeditie in Tibet had ondernomen. ‘En professor, ben je Kuifje daar niet tegengekomen’, zei ik lachend ter begroeting. De journalist porde me in de rug, met een blik van ‘wat een domme vraag’. ‘Dat is allerminst een idiote opmerking’, reageerde die prof. ‘Hoe vaak zei ik tijdens mijn reis niet tegen mijn medewerkers: Dit is exact zoals in Kuifje In Tibet. De tekeningen van Hergé bleken nog meer realiteitswaarde te hebben dan de vele foto’s die we bij de research hadden opgediept.’ Dat is toch hallucinant? Hergé was een meester van het millimeterwerk. Zelfs de kleinste details moesten kloppen, een principe waaraan ik me als fotograaf ook hou.’

‘Uiteraard heb ik alle albums, in verschillende uitgaven zelfs. Zo bezit ik een zeldzame IJslandse versie van De Zaak Zonnebloem. Kuifje-prullaria heb ik nooit verzameld. Ik heb alleen een buste van mijn held, gekregen van een vriendin. Helaas heeft mijn fascinatie voor Kuifje me er wel toe gebracht de biografie van Hergé te lezen. Geen goed idee. Want wat bleek? Georges Remi, zoals Hergé echt heette, bleek een labiele persoonlijkheid met een rechts verleden. Hij heeft er nog van gedroomd naar Argentinië te emigreren en daar met verwante zielen een microsamenleving op te richten. Het is pas door zijn contact met andere kunstenaars en door de research voor Kuifje in Tibet dat hij tot andere inzichten is gekomen. Dat bewuste verhaal begint in Zwitserland, waar Hergé effectief een tijdje had verbleven. De tekenaar worstelde in die periode met schuldgevoelens. Nadat hij zijn vrouw had laten zitten voor zijn secretaresse, kreeg hij wroeging. In Zwitserland werd hij psychologisch begeleid door een leerling van Jung, die hem ervan overtuigde zijn slechte ik ook een plaats in zijn bestaan te geven. Voor hij in therapie ging, had Hergé dromen waarin alles wit zag. Vandaar al die besneeuwde bergen in Kuifje In Tibet. De strip is haast verstoken van kleur, ze is een symfonie van wit en grijs. Een commercieel gedurfde zet. Vergeet ook niet dat hij dat album eind jaren 50 uitbracht, lang voor het in hippiekringen bon ton werd om met het boeddhisme te koketteren. Op het einde van het verhaal dankt de dalai lama Tchang omdat hij de twee westerlingen, Kuifje en kapitein Haddock, tot zo’n toewijding en trouw wist te bezielen. Als les in nederigheid en zen kan dat tellen. Hergé vat in enkele regels de filosofie van de dalai lama, in begrijpelijke taal.

MICHIEL HENDRYCKX is fotograaf bij De Standaard en werkte mee aan tv-programma’s als De Bende van Wim en Het Bour

Opgetekend door Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content