Michael Bijnens

© ANNEKE HYMMEN / GF

1. Je debuut Cinderella ging over de relatie tussen een moeder en een zoon. Dit boek over die tussen een vader en een dochter. Dacht je: ik doe het anders, maar toch ook een beetje hetzelfde?

Michael Bijnens: Een jaar of drie geleden hebben nogal wat mensen uit mijn omgeving zelfmoord gepleegd. Er was een bijzonder intens voorval waarbij mijn hele vriendenkring een maand lang probeerde om zo’n zelfmoord te voorkomen, tevergeefs. Ik vond dat een supergoed basisplan voor drama. En wie wordt er dan bijzonder hard getroffen? De ouders natuurlijk. Wat me ook intrigeert, is hoe de verstoorde relatie tussen een ouder en een kind tot een trauma kan leiden dat het hele verdere leven bepaalt. In Cinderella was dat vrij autobiografisch. Deze keer wilde ik daar ver van blijven.

2. De grote discussie in je boek gaat over de vraag in hoeverre psychische problemen ook persoonlijke problemen zijn, lijkt me. Juist?

Bijnens: Therapie is er vandaag op gericht de regie over je eigen leven weer in handen te krijgen. In de DSM V, de positivistische bijbel van de psychiatrie, krijgt iedere diagnose een schier onwrikbaar statuut, terwijl we niet echt goed weten wat er achter de verschillende symptomen schuilgaat. Er zijn veel mensen die als kind verwaarloosd zijn en later zes of zeven DSM-diagnoses opgespeld krijgen, zoals depressie of verslaving, maar nooit ontwikkelingstrauma, want dat kent de DSM niet. Die labels leiden tot het idee dat iedere stoornis individueel is, helemaal ons atomaire, neoliberale mensbeeld waarin ieder individu verantwoordelijk is voor zijn eigen identiteit en geluk. Terwijl we heel goed weten dat mensen groepsdieren zijn.

3. Misschien kan de coronacrisis ons wakker schudden?

Bijnens: Dat hoop ik ook, en dat we een nieuw evenwicht vinden tussen het ik en het wij. Uit onderzoek is gebleken dat mensen in traumatiserende situaties vaak steun zoeken bij de groep. Het is dus het ideale moment om ons ervan bewust te worden dat het atomaire mensbeeld nefast is voor ons algemeen welzijn. Maar even belangrijk is preventief werken op het vlak van geestelijke gezondheidszorg. Veel klachten waarmee mensen naar een psycholoog stappen, vloeien voort uit de kindertijd, uit een verstoorde relatie tussen hen en hun primaire verzorger, omdat die misschien zelf getraumatiseerd was of te veel afwezig door andere verplichtingen. Doe daar op tijd iets aan, dan moet je later de brokken niet lijmen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content