Maarten Cobbaut

Maarten Cobbaut – bleke huid, scherpe trekken, zachte, behoedzame stem – warmt zich op een Gents terras aan de eerste echte lentezon. Gisteren streek het flying dance-circus van Radio Soulwax neer in Gent. Morgen vertrekken ze naar Mexico. Heen en terug, overstappen en transit inbegrepen, zo’n 20 uur reizen. Voor een verblijf van twee dagen.

Cobbaut: ‘Het is een beetje uit z’n voegen gebarsten. Met de Nite Versions wilden we niet alleen op plaat maar ook live rock en dance verzoenen. Het moest een rockshow worden met een dance-attitude, of omgekeerd. Dat betekent: een spektakel met een echte band op het podium, maar wel met de plug-and-play-ergonomie van een DJ-set. Zonder soundcheck of zo. Gewoon een kwartiertje voor de set binnenwaaien, machinerie inpluggen en spelen. Maar intussen zijn de Nite Versions een soort monster geworden waar we niet altijd vat op hebben.’

‘Onlangs was er een promotor die zo’n duizend kaartjes te veel had verkocht voor een venue van 1500 man. Gevolg: honderden mensen die niet binnen konden, relletjes op straat. Dat zorgde nog voor flink wat werk achteraf, want Steph en David wilden dat de gedupeerden allemaal hun geld terugkregen.’

Het worden drukke maanden voor Maarten. ‘De festivalzomer voert ons – opnieuw – naar Japan en door heel Europa. In het najaar doen we Zuid-Amerika: Brazilië, Mexico, Argentinië… Daarop volgt wellicht de Big Day Out-tour met Radio Soulwax in Australië en Nieuw-Zeeland. En dáárna duikt de band weer de studio in, om nog eens een echte rockplaat op te nemen. Misschien dat ik dan even vrijaf neem (lacht).

Biohazard

Met Radio Soulwax on tour heeft Cobbaut momenteel de crème van de internationale dancescène onder z’n hoede. Een packagedeal van topdeejays met naast Soulwax/Nite Versions/2 Many DJ’s ook mensen als Thomas Andersson en co. Maar eigenlijk verdiende hij z’n sporen in de wereld van leder en metaal, als tourmanager van Biohazard.

Cobbaut: ‘M’n neef nam me eens mee naar een concert van Biohazard. Ik was nogal onder de indruk. Er volgden nog concerten. Ik ging al eens een praatje maken, leerde die gasten beter kennen. En voor ik het wist, was ik hun tourmanager. Ik heb met Biohazard non-stop getourd van 1995 tot 1998. Ik was amper twintig en zag de hele wereld: een fenomenale ervaring. Biohazard was in 1995 een erg interessante band om mee te touren omdat ze al een meer dan behoorlijke status hadden, maar nog niet de absolute top waren. Die laatste push naar de top van zo dichtbij kunnen meemaken, dat was… niet te beschrijven. Nog interessanter (grijnst) was dat we een poos later ook de weg terug naar beneden meegemaakt hebben.’

Van Biohazard ging het naar Madball, Agnostic Front, Jurrasic 5, Sepultura, Sean Paul en Soulwax. Het enige min of meer rustige jaar dat Cobbaut sinds Biohazard heeft gekend, was 2000. Voor de rest was hij van 1995 tot nu zo goed als ononderbroken on the road.

Cobbaut: ‘Eigenlijk is het thuiskomen een pak zwaarder dan het touren zelf. Je sociale leven ís je beroep. Je gaat een soort van huwelijk aan met je road buddies van band en crew. Je heb de hele tijd iets omhanden, bent voortdurend omringd door mensen. Als je dan thuiskomt, stel je vast dat je daar zo goed als geen sociaal leven meer hebt, een relatie wordt quasi onmogelijk, je geraakt niet of heel moeilijk weer in een ‘normaal’ ritme, dat voor jou inmiddels een volstrekt abnormaal ritme lijkt… Tja, wat doe je dan? Gauw weer op tournee vertrekken, natuurlijk.’

Intussen heeft hij zowel in het metal- als in het R&B-milieu een vinger aan de pols gehad. Zijn er grote verschillen? Cobbaut: ‘De levenskwaliteit op tournee wordt in grote mate bepaald door de grootte van een act. Door de verkoopcijfers dus. Sean Paul bijvoorbeeld heeft van z’n vorige plaat bijna 10 miljoen stuks verkocht. Wel, op die tournee was letterlijk álles first class. Er werd zelfs niet business gevlogen, nee, first! Hoe meer platen je act verkoopt, hoe meer je gedaan krijgt van de promotoren, en hoe makkelijker het gaat. Bij de artiesten zelf zie je niet zelden het omgekeerde: hoe meer geld, hoe makkelijker ze de ‘asshole within’ de vrije teugel schijnen te geven. Maar Sean Paul, die nochtans voortdurend figuren als Snoop en 50 Cent om zich heen heeft, is een geweldige kerel. Net als de gasten van Jurrasic 5. Heel easy going, en waanzinnig grappig, bovendien. Het valt me trouwens op dat de acts uit derdewereldlanden, zoals Sepultura (Brazilië) en Sean Paul (Jamaica) veel gemakkelijker zijn, veel sneller tevreden dan ‘westerse’ bands, die al een luxeleven gewoon waren. De Amerikaanse tournee van Agnostic Front was een verschrikking, voornamelijk vanwege het beperkte, zeg maar onbestaande budget. Dagenlang in één busje met 7 man, soms dagenlang geen douches en zelfs niet alle dagen eten. Daar hoef ik geen tekening bij te maken, zeker? Mijn beste ervaring was zonder twijfel de Big Day Out Festival Tour. Zeg maar het Werchter van Oceanië. Fenomenaal goed georganiseerd, drie weken, zes shows in Australië en Nieuw-Zeeland, met onder meer The White Stripes, Franz Ferdinand, Soulwax, The Mars Volta, Vitalic en Iggy and the Stooges. En ook de Zuid-Amerikaanse tour met Sepultura en Deep Purple was van begin tot eind geweldig.’

Champagne & cocaïne

En hoe komt een gepokte en gemazelde metal-tourmanager dan bij de Fuck-in’ Dewaeles terecht? ‘Opnieuw toevallig. Je leert ongelooflijk veel mensen kennen in dit vrij kleine wereldje. Ton Maessen, destijds de vaste tourmanager van Soulwax, was met dEUS op tournee, dus moest Soulwax op zoek naar iemand anders. Ton stelde meteen mij voor. In het begin heb ik ‘m vaak gebeld, hij kende de groep en hun gewoontes al door en door. Tussen touren met een mega-R&B-act en touren met een mega-metalband is er uiteindelijk niet zo heel veel verschil. De Soulwax Nite Versions zijn wél een heel ander paar mouwen. Voornamelijk omdat die zich hoofdzakelijk in discotheken afspelen, die technisch vaak niet voldoende uitgerust zijn. In Berlijn speelden we een paar maanden terug in een club waar de backstageruimte het appartement van de buren was! De dagindeling maakt het allemaal nog een stuk zwaarder. Met een klassieke rock-act heb je een soundcheck om zes uur. Tegen een uur of negen begint de show en om twee uur kan je je bed in als je dat wil. Met de Nite Versions begint de groep er vaak pas aan om drie-vier uur ’s nachts, en dan is er niet zelden ook nog eens een aftershow. Maar qua decadentie en zo valt het allemaal nog wel mee in die DJ-scène. Er wordt natuurlijk enkel dure champagne gedronken, en met een ‘sandwich préparé’ moeten ze ook niet afkomen. Maar de DJ’s waar ik al mee te maken had, zijn best redelijke mensen.’

Behoort het scoren van neuspoeder en ander illegaal lekkers ook tot het takenpakket van de tourmanager? Cobbaut (droog): ‘Ik draai nu een goeie 10 jaar mee en ik ken de weg, ja. Als het moet, kan ik belangstellenden een eind op weg helpen, maar ik zou niet zeggen dat het tot m’n ‘klassieke takenpakket’ behoort. De dancewereld is op dat vlak trouwens een meisjesinternaat vergeleken bij de metal-scene. Wat ik dáár gezien heb op het vlak van groupies, skípistes coke, orgieën, vechtpartijen op leven en dood… Ik kan je geen details geven, maar als ik dat deed, zou je me niet eens geloven.’

Door Peter Lissens l FOTO’S CHARLIE DE KEERSMAECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content