‘MENSEN ZIJN DE CONTROVERSIËLE OLIVER BEU’

OLIVER STONE op de set met JOHN TRAVOLTA, die in SAVAGES een corrupte DEA-agent speelt. 'De war on drugs is een vorm van slavernij.'

Liefde en haat, oorlog en vrede, links en rechts: het oeuvre van controversieel cineast Oliver Stone barst van de tegenpolen. Dat is niet anders in Savages, zijn actiedrama over de strijd tussen twee Amerikaanse wietdealers en een Mexicaans drugskartel. Van waar komt die eeuwige spanning? ‘Het begon bij mijn ouders.’

Donderdag 17 november 2011. Plaats van het gebeuren: de metalen catacomben van de Ethias Arena te Hasselt. De sfeer: onder nul. Een dag eerder had ik een van de verrassendste telefoontjes uit mijn carrière gekregen. Of ik Oliver Stone wil interviewen in de Limburgse hoofdstad? De controversiële regisseur van filmparels als Platoon, Wall Street en JFK is er gastspreker op het Creativity World Forum, een evenement georganiseerd door Flanders DC, de Vlaamse organisatie voor ondernemingscreativiteit. ‘Natuurlijk’, stamel ik. ‘Waar zal ik het over hebben?’ ‘Probeer eens iets anders’, zegt de chef. ‘Vraag hem naar zijn tien favoriete films.’

Zo gezegd, zo gedaan… en compleet op mijn bek gegaan. ‘Daar doe ik niet aan mee’, snauwt Stone nadat hij een halfuur te laat op onze afspraak is verschenen. ‘Je mag me alles vragen, maar zomaar tien titels uit mijn mouw schudden: dat kan ik niet.’ Zelfs mijn meest diplomatische smeekbedes baten niet. Tijd om van de nood een deugd te maken. ‘Mister Stone, laten we het anders of uw leven hebben.’ ‘My pleasure, dude!’

Laten we bij het begin beginnen. Uw ouders…

OLIVER STONE:(onderbreekt)… leerden elkaar kennen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Mijn vader was officier in het Amerikaanse leger. Hij werd na de Franse bevrijding verliefd op mijn moeder, een Parisienne die hij overtuigde om hem naar de Verenigde Staten te volgen. Een jaar later, op 15 september 1946 om exact te zijn, werd ik geboren. We woonden in een statig herenhuis in hartje Manhattan. Tijdens de zomermaanden verbleven we in la douce France. Vandaar dat ik nog steeds een flink mondje Frans spreek (weliswaar met een stevige Amerikaanse tongval, nvdr.).

Waren uw ouders een gelukkig stel?

STONE: Niet bepaald. Eigenlijk begrijp ik nog steeds niet waarom ze ooit getrouwd zijn. (glimlacht) Pa kwam aan de kost als beursmakelaar. Hij was een diehard-Republikein. Altijd doodserieus en altijd aan het werk. Mijn moeder was daarentegen een echte free spirit. Ze stond graag in het middelpunt van de belangstelling, overdreef over alles en sliep elke dag uit.

Grootgebracht worden door zulke verschillende persoonlijkheden: leidde dat niet tot vreemde toestanden?

STONE:(buldert het uit) Dat kun je wel zeggen! Vader bracht me het nut van discipline bij. Hij gaf me een dollar voor elke opdracht die ik uitvoerde. Mijn moeder deed net het tegenoverstelde. Ze pushte me om buiten de lijntjes te kleuren. ‘Think outside the box, dear.’ Niet moeilijk dat conformisme en rebellie altijd een strijd in mijn binnenste hebben gevoerd.

Sta me toe een sprong in de tijd te maken: hoe wordt zo’n bevoorrechte jongeman soldaat in de Vietnamoorlog?

STONE: Op mijn 15e vernam ik dat mijn ouders gingen scheiden. Dat was een ongelooflijke klap. Ze waren misschien niet het gelukkigste stel ter wereld, maar ik had nooit gedacht dat ze uit elkaar zouden gaan. Er volgde een periode van chaos: mijn moeder was een tijdlang van de aardbol verdwenen, mijn vader leed enorme verliezen, ik ontdekte dat ze allebei allesbehalve trouw waren geweest, ons huis werd verkocht, noem maar op.

De daaropvolgende jaren voelde ik me stuurloos en verkrampt. Ook mijn studies aan de Yale-universiteit brachten geen soelaas. Op een dag passeerde ik een billboard op straat. ‘Wil je lesgeven in Saigon en Vietnam?’ stond erop. Enkele weken later zat ik in Azië. Daar leefde ik helemaal op. Veel had te maken met het andere geslacht. Amerikaanse vrouwen van mijn generatie stonden niet open voor seksuele avances, Aziatische dames waren veel ontvankelijker. Voor hen was seks geen doodzonde, maar iets doodgewoons… Zoals rijst eten.

Goed, maar hoe belandde u juist in het Amerikaanse leger?

STONE: Enkele jaren later keerde ik terug naar de VS. Ik had een 1400 pagina’s dik manuscript bij me. Geen enkele uitgever wilde het publiceren. Daardoor voelde ik me opnieuw moederziel alleen. Ik had het gevoel dat de wereld me uitgespuwd had. Vandaar dat ik me vrijwillig aanmeldde. Ik wilde mijn heldhaftigheid op de proef stellen, de dood in de ogen kijken en mijn geliefde Azië opnieuw bezoeken. Het leger leek de perfecte deal.

Was het dat ook?

STONE: Niet bepaald. Ik was getuige van verschrikkelijke oorlogsmisdaden. Ik veranderde van een dromerige romanticus in een beenharde realist. Het was kill or get killed. Plots maakte mijn overlevingsdrang overuren.

Hoe lang hield u het in Vietnam vol?

STONE: Exact vijftien maanden. Terug in Amerika schreef ik me onmiddellijk in aan de filmafdeling van de New York University. In de jungle had ik een passie voor fotografie ontwikkeld en een van mijn favoriete jeugdherinneringen was een bioscoopbezoek met mijn moeder. Ik zie het nog zo voor me: twee geliefden kussen in een auto, en crashen.

ALS WE BIJ STONES FILMCARRIÈRE BELANDEN, BEGINT DE regisseur zich opvallend wispelturig te gedragen. Over zijn succesjaren klinkt hij heel positief: ‘ Platoon (1986) blijft een unieke film. Zowel links als rechts kon zich erin vinden. Oorlogsveteranen en ex-hippies bekeken de prent zij aan zij. Ook Wall Street (1987) was one of a kind. De ene zag die film als een aanval, de andere als een lofzang op het kapitalisme. Voor mij was het simpelweg een eerbetoon aan mijn vader, die twee jaar daarvoor gestorven was.’ Over zijn daaropvolgende – lees: controversiële en afgekraakte – films gaat Stone onverbiddelijk in de verdediging (zie kader). ‘Laten we het anders over mijn nieuwe film Savages hebben’, stelt hij zelf na een tijdje voor.

Goed, u noemt die prent go for the ride-vertier. Pure popcornpret, met andere woorden.

STONE: Inderdaad. Ik ben de laatste jaren veel rustiger geworden. Mijn huwelijk (zijn derde, nvdr.) houdt al 18 jaar stand. Mijn dochter van zestien kent me als een strenge vader. Soms pak ik zelfs haar iPad af en dwing ik haar een wandeling te gaan maken. Grootste verrassing: ik zit vaak rustig in de zetel te zappen tussen Mad Men, Homeland en The Daily Show. Dat is de Oliver die ik wil laten zien. De mensen hebben de buik vol van controversial Ollie.

Savages gaat over de drugshandel aan de Amerikaans-Mexicaanse grens. Gaat u nu vertellen dat daarin nergens een commentaar op de war on drugs te bespeuren valt?

STONE: Mijn standpunt over dat onderwerp is duidelijk: we moeten drugshandel en -gebruik decriminaliseren. De war on drugs is een vorm van slavernij. Duizenden en duizenden belanden in de gevangenis. En waarom? Voor iets dat niet schadelijker is dan tabak, alcohol of medicijnen.

Ging president Obama de desbetreffende wetten niet versoepelen?

STONE:(zucht) Op deze manier kom ik opnieuw in de problemen, mister! Obama heeft zoveel beloftes verbroken. De war on terror woedt nog steeds en van zijn zogenaamd ingrijpende belastinghervormingen heb ik nog niks gemerkt. Maar wat kan ik doen? Op een Republikein stemmen? No way in hell!

Zeg eens eerlijk: waarom maakte u Savages?

STONE: Shit, je hebt me ontmaskerd. (lacht) Hoewel het originele boek van Don Winslow in de eerste plaats een waanzinnig goeie thriller is, was ik vooral geïnteresseerd in het achterliggende thema: de spanning tussen beschaving en natuur.

SAVAGES

Nu in de bioscoop.

DOOR STEVEN TUFFIN

Oliver Stone: ‘MIJN VADER WAS EEN BEURSMAKELAAR EN EEN DIEHARD-REPUBLIKEIN, MIJN MOEDER EEN ECHTE FREE SPIRIT. NIET MOEILIJK DAT CONFORMISME EN REBELLIE ALTIJD EEN STRIJD IN MIJ HEBBEN GEVOERD.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content