Slacht het vetgemeste kalf, want de verloren zoon is teruggekeerd! Vijftien jaar na Ons Geluk speelt Johan Heldenbergh nog eens een hoofdrol in een tv-serie, als de homoseksuele taxichauffeur John in ‘Jes’. ‘Er is veel meer vrijheid dan vroeger.’

Er is wel een voorwaardebij het interview’, zegtJohan Heldenbergh als hij ons in het station van Gent-Sint-Pieters oppikt. ‘Je moet onderaan de tekst The Broken Circle Breakdown featuring the Cover-Ups of Alabama vermelden, de theatervoorstelling waarmee ik nu aan het toeren ben, en de website van Compagnie Cecilia, mijn theatergezelschap.’ En dat doet hij niet louter te zijner profijt. Tot u spreekt een Man Met Een Plan: de drempel voor het theater verlagen.

Jouw hart ligt duidelijk bij hettheater. Waarom keerde je dantoch terug naar de televisie?

Johan Heldenbergh:Er zijn drie redenen waarom ik televisiewerk aanneem. Ten eerste: voor het geld – mijninkomenis niet zo groot. Ten tweede: omdat ze me af en toe een rol aanbieden die gewoon leuk is om te spelen – dat was zeker zo bij Jes. En ten derde – en dat is veruit de belangrijkste reden – omdat mensen makkelijker naar je theatervoorstellingen komen kijken als je ook voor televisie werkt. Daar is het me om te doen: meer mensen in het theater krijgen. Dat is niet zomaar wat zever: ik ben daar écht mee bezig. Dáárom ga ik in parochiezalen spelen, dáárom maak ik toegankelijke voorstellingen. Als je een boodschap hebt, moet je die niet gaan verkondigen in culturele centra waar tachtig procent van het publiek het al op voorhand met je eens is. Neen, als je een boodschap hebt, moet je de boer op. En neem het van mij aan: als ik iets maak, heb ik altijd een boodschap.

We geloven je op je woord, maar toch: wat is precies de boodschap van ‘The Broken Circle Breakdown featuring the Cover-Ups of Alabama’?

Heldenbergh: Ik ben een overtuigdatheïst. Als het aan mij lag, smeten we die God en de hele rimram gewoon buiten. Maar tegelijk merk ik wel dat veel mensen troost halen uit hun geloof. Alleen: dat debat wordt nergens gevoerd. Daar zou ik verandering in willen brengen. Om mensen voor die boodschap warm te maken heb ik de countryvoorstelling The Broken Circle Breakdown featuring the Cover-Ups of Alabama ineengestoken.Een beproefd procedé: ook bij Massisthe Musical trok ik het publiek naar dezalen met de tragische figuur van John Massis, waarna ze mijn antiflamingante parlé door de maag gesplitst kregen.

Laat ons raden: ook met de rol van John, de homoseksuele taxichauffeur uit ‘Jes’, wil je een boodschapuitdragen.

Heldenbergh: Tuurlijk. Als ik lees dat tachtig procent van de jongeren homofoob is, wel, dan kan ik daar niet bij. We leven in 2009, verdomme. Als ik nu een deel van die jongeren met John kan laten lachen en meeleven, kan daar misschien een beetje verandering in komen. Na Massis the Musical zijn vijf mensen komen vertellen dat ze altijd op het Vlaams Blok hadden gestemd, maar dat ze deze keer van partij zouden veranderen. Dat zijn vijf mensen die ik heb doen nadenken. Misschien dat ik met Jes ook vijf homofobe jongeren tot inkeer kan doen komen? Al moet ik in alle eerlijkheid zeggen dat dat maatschappelijke engagement niet de enige reden was om toe te zeggen voor die rol. Ik heb me ook ongelooflijk geamuseerd. Het was een heerlijk personage om te spelen.

Je flirt wel met de grenzen van de clichés. Zet je met John niet een heel erg typische promiscue homo neer?

Heldenbergh: Weet je, ik had wel wat schrik van de reactie van de homo-gemeenschap. Als een heteroseksueel een homo speelt, zetten ze meestal wat ik ‘een televisiehomo’ noem neer. ‘Ik speel geen dandyeske homo, want aan de meeste homo’s die ik ken, kan je het ook niet zien’, is hun logica. Mijn reactie is veeleer: ‘Ik ga mij hier niet laten beperken. Ik wil wél een dandy spelen. Ik wil een homo spelen die zich nog niet zo lang geleden geout heeft, nu ongelooflijk geniet van het feit dat hij homo is en dat ook tóónt.’

Als het een geruststelling mag zijn: in zijn Radio 1-programma ‘Ongehoorde meningen’ noemde Lieven Vandenhaute jou naar aanleiding van ‘Jes’ ‘de beste acteur van zijn generatie’. ‘En dat meen ik echt’, voegde hij er nog aan toe.

Heldenbergh: (Straalt) Heeft hij dat echt gezegd?

We zweren het op ons communiezieltje. Doet zo’n compliment jou nog iets?

Heldenbergh: Natuurlijk. Bevestiging doet deugd. Ik heb de voorbije vijftien jaar heel hard gewerkt, maar de return die je krijgt als je in het theater je botten afdraait blijft veeleer bescheiden. Oké, af en toe roept er wel eens iemand op straat ‘Waar is de Mazda voor het appartement?’, een quote uit de theatervoorstelling Mijn Blackie. Of ‘Lach maar, ik ben dat gewoon’ uit Massis the Musical. Dat doet ongelooflijk veel deugd, maar tegelijk besef ik ook wel dat de meeste mensen die me nu in Jes zien, denken: ‘Ocharme, hij heeft nog eens een rol gekregen, die jongen van Ons Geluk. En hij is oud geworden.’ (Lacht) Theater is gewoon veel minder aanwezig dan televisie.

Nu je er toch over begint: wij hebben bij wijze van voorbereiding op dit interview nog eens wat oude afleve-ringen van ‘Ons Geluk’ bekeken, de vtm-reeks uit 1995 waarin je je eerste hoofdrol speelde.

Heldenbergh: (Zucht) Ik voel je al komen.

Voor een prestigieuze reeks heeft ‘Ons Geluk’ de tand des tijds niet bijzonder goed doorstaan. En dan drukken we ons nog mild uit.

Heldenbergh: Ik heb de reeks zelfs nooit helemaal gezien. Toen we Ons Geluk aan het draaien waren, was ik zelf – en dat is persoonlijk – redelijk ontgoocheld. Pas op, er zijn enkele scènes waarop ik echt trots was en ik ben heel blij dat ik de reeks heb mogen doen – ik kwam recht van de toneelschool, en had meteen al met heel acterend Vlaanderen op de set gestaan, van Nand Buyl tot Filip Peeters. Maar de technische beperkingen van het televisiewerk staken me tegen. Weet je, ik ben een grote fan van Woody Allen. Ik vind het fantastisch hoe hij met de camera een kader zet en zijn personages gewoon vrijuit laat babbelen. Maar in Ons Geluk mocht dat niet. Elke keer moest je tussen twee zinnen een stilte laten vallen. En dan moest je ook nog eens dat afschuwelijke ABN spreken. Toen ik van de Studio Herman Teirlinck afstudeerde, had ik mezelf beloofd dat ik nooit meer zo zou praten. Ons Geluk is de enige keer dat ik tegen die belofte gezondigd heb.

Heeft het ook daarom vijftien jaar geduurd voor je nog eens een grote televisierol aannam? Op wat gastrollen in ‘Heterdaad’, ‘Flikken’ en ‘Witse’ na ben je helemaal van het scherm gebleven.

Heldenbergh: Het was niet alleen dat. Ik kan voor televisie niet nog eens hetzelfde engagement opbrengen als voor mijn theaterwerk. En daarnaast waren de rollen die mij aangeboden werden niet interessant genoeg. Televisie is vooral typecasting, en ik had geen zin om een of ander afkooksel van René Hox uit Ons Geluk te spelen of een rol die te dicht bij mezelf lag. Ik wil grote dingen spelen. Cowboy en indiaan, weet je wel, dát is het. Maar het heeft ook veel met toeval te maken dat ik nu weer voor de camera’s sta. Ik speel dit jaar enkel hernemingen van theatervoorstellingen, waardoor ik overdag plots met een zee van tijd zat. Als er dan een boeiende rol voor tv passeert, zeg ik geen neen.

Die aanbiedingen zijn dan ook niet uitgebleven. Met naast ‘Jes’ ook de films ‘Aanrijding in Moscou’, en ‘De Helaasheid der Dingen’ zat je agenda het voorbije jaar bomvol. Bevalt de Vlaamse fictiewereld je nu beter?

Heldenbergh: Er is veel meer vrijheid dan vroeger. Je moet niet meer met ‘je’ en ‘jou’ spreken en je mag zelfs al eens door elkaar praten. Ook qua scenario’s hebben we vooruitgang geboekt: het puur realistische begint te vervagen. Neem nu Van Vlees en Bloed: dat blijft herkenbaar, maar er komt toch iets bij. Het is minder braaf. En onder impuls van jonge mensen als Patrice Toye, Felix van Groeningen en Fien Troch schuift de fictiefilm almaar verder weg van het boerendrama naar verhalen van nú. Dus ja, we zijn goed bezig, als je het mij vraagt.

Weet je wie daar trouwens eens een schouderklopje voor zou mogen krijgen? Jan Verheyen. Los van het feit of je zijn films goed of slecht vindt: hij heeft veel doen bewegen, zowel met de Faits Diversreeks als in zijn tijd als vtm-directeur. Er zijn veel cameramensen, regisseurs en acteurs aan het werk door de dingen die hij in gang heeft gestoken. Als we nu nog iets vinden dat écht van ons is, zoals de Denen met hun dogmafilms, kan de Vlaamse fictie helemaal volwassen worden.

Was een film als ‘Aanrijding inMoscou’ een stap in die richting?

Heldenbergh: Ik denk het wel. Mijn goede vriend en theatermaker Arne Sierens zegt altijd: ‘Hoe dichter je bijje deurmat blijft, hoe universeler het verhaal wordt.’ Als je geen Gents kan, heb je in Aanrijding in Moscou niets te zoeken. En wie geen Aalsters spreekt, moet niet in De Helaasheid der Dingen meespelen. Want dat is wat zo goed is aan dat boek van Dimitri Verhulst:het is zo onmiskenbaar Aalst. Waarachtigheid, daar draait het allemaal om.

Is het je trouwens al opgevallen dat je stilaan een vtm-figuur bent? Na ‘Ons Geluk’ ben je met ‘Jes’nu weer op vtm te zien.

Heldenbergh: Toeval zeker? En toch ook weer niet: vtm leunt het dichtst aan bij het theaterpubliek dat ik wil bereiken. Dat is die zendingsdrang, vermoed ik. Het was niet toevalligdat ik hard mijn best heb gedaan om Massis the Musical te laten capteren en op vtm te doen uitzenden – wat overigens niet gelukt is. Er is 20.000 man naar die voorstelling komen kijken. Veel volk voor een theatervoorstelling, maar tegelijk maar even veel als een uitzending van pakweg Zigurat. Meer volk naar het theater krijgen, dat is mijn missie. Want hoe je het ook draait of keert: een goede thea-teravond is dubbel zo schoon als een fantastische tv-avond.

Jes

Elke woensdag op VTM.

The Broken Circle Breakdownfeaturing the Cover-Ups of Alabama

Nog tot 6 juni op tournee in Vlaanderen.

Meer info en speellijst: compagnie-cecilia.be

Door Geert Zagers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content