Dat Stanley Kubrick een geniaal filmer was, daarover zijn niet alleen critici en fans het eens. De belangrijkste woorden van bewondering komen wellicht van zijn vakbroeders. Het oeuvre van de meester volgens andere regisseurs.

Fear and Desire (1953)

Kubrick omschreef zijn eigen langspeeldebuut over vier soldaten en een mysterieus meisje als ‘amateuristisch’. Hij stelde later alles in het werk opdat niemand deze film te zien zou krijgen.

Paul Mazursky: ‘Hij ging er compleet voor. Hij wist niks van acteren. Hij was geen bohémien of een avant-gardist. Hij was een slimme kerel uit de Bronx die goed kon schaken. Zijn intensiteit maakte indruk op me. Hij wist steeds waar hij mee bezig was. Hij had zijn hele toekomst al uitgestippeld.’

Killer’s Kiss (1955)

Kubricks tweede was een rasechte film noir vol knappe belichtingstrucs. Een bokser grijpt in wanneer een privé-danseres hardhandig aangepakt wordt door een gangster. Het duurt niet lang voor het tweetal op de vlucht moet slaan voor diens bloeddorstige wraakplannen.

Martin Scorsese: ‘Een zeer bewonderenswaardige film. De manier waarop de bokssport weergegeven wordt, heeft me zonder twijfel beïnvloed tijdens het draaien van Raging Bull. Andere mensen vergelijken de film graag met Mean Streets, vanwege de documentaire stijl waarmee het leven en de liefde in de betonnen jungle worden weergegeven.’

The Killing (1956)

Overvalklassieker waarin een ex-gedetineerde het plan opvat om de kluizen van een racebaan leeg te roven. Kubrick werkte samen met hardboiled-legende Jim Thompson (The Getaway en The Grifters) aan het scenario.

Quentin Tarantino: ‘Mijn favoriete heist movie. Ik heb Reservoir Dogs er grotendeels op gebaseerd.’

Orson Welles: ‘Men noemt The Killing wel eens een goedkope kopie van The Asphalt Jungle. Maar Kubricks film is veel beter. Het probleem van imitatie laat me volledig koud, zeker als de imitator erin slaagt de kwaliteit van het origineel te overtreffen. Ik zie in Kubrick een talent dat ik niet terugvind bij de generatie cineasten voor hem. Misschien komt dat omdat zijn temperament dichter bij dat van mij ligt.

Paul Mazursky: ‘Toen ik de The Killing zag, wist ik dat Stanley het zou maken. Dit was de eerste film die liet zien wat de jongeman in zijn mars had.’

Paths of Glory (1957)

Een antioorlogsfilm van formaat. Kirk Douglas schittert als een gedesillusioneerde Franse officier wiens troepen het op een muiten zetten tijdens een van de vele waanzinnige Eerste Wereldoorlogoffensieven. Wanneer zijn oversten besluiten om enkele ongehoorzame soldaten te fusilleren, probeert Douglas hen te redden.

Martin Scorsese: ‘Mijn vrienden en ik beschouwden onszelf als connaisseurs van het oorlogsgenre. We hadden zelfs al wel eens een antioorlogsfilm gezien. Toch wisten we onmiddellijk dat dit iets heel anders was. De grimmige toon, de rauwe eerlijkheid, dat waren dingen die we nog nooit hadden gezien. De manier waarop alles gefilmd was – en dan vooral de tracking shots in de loopgraven – waren ronduit choquerend. Het was voor het eerst dat we een objectieve kijk op het oorlogsleven te zien kregen.’

Steven Spielberg: ‘De meeste filmmakers beginnen aan hun films met kleine, gedetailleerde verfbewegingen op een leeg canvas. Stanley begon aan al zijn projecten – zelfs al in de conceptuele fase – met grote schilderstoten in één basiskleur. Alle sequenties in Paths of Glory hamerden stuk voor stuk in op het publiek en toch waren de beelden tegelijk zeer gedetailleerd, delicaat en subtiel.’

Martin Scorsese: ‘Het einde van Paths of Glory was zeer emotioneel. Toch werd het op geen enkel moment sentimenteel. Als je het in je films over menselijke kwaliteiten hebt, is het heel moeilijk om niet zeemzoeterig te beginnen doen. Kubrick wist als geen ander die val te ontwijken.’

Spartacus (1960)

Kubricks enige job als huurling. Hoofdacteur en producer Kirk Douglas had de vorige regisseur Anthony Mann de laan uitgestuurd vanwege een opeenstapeling van ‘creative differences’ en huurde Kubrick in om dit epos over de leider van een Romeinse slavenrebellie verder in te blikken.

Martin Scorsese: Spartacus was een ongelooflijk heldhaftige onderneming. Kubrick was 30 toen hij die film regisseerde. Hij werkte samen met levende legendes als Laurence Olivier en Charles Laughton. Wie zoiets doet op zo’n jonge leeftijd, is ofwel knettergek ofwel onverschrokken.’

George Lucas: Spartacus is de definitieve sandalenfilm en tevens de reden waarom ik me zo heb gefocust op technologische evoluties. In de jaren 60 werd het maken van films onbetaalbaar. Het leek echt of epische producties in de stijl van Spartacus voorgoed verleden tijd waren. Die prachtige scènes met enorme menigten en groot spektakel die filmmakers zich de afgelopen dertig jaar niet meer konden permitteren, zijn nu weer mogelijk dankzij digitale technieken.’

Lolita (1962)

Na het commerciële succes van Spartacus viel Kubricks oog op Vladimir Nabokovs boek over een literatuurprofessor en zijn verboden liefde voor een 14-jarig meisje. James Mason en Sue Lyon namen de belangrijkste rollen voor hun rekening in deze controversiële komedie.

Martin Scorsese: ‘Stanley perfectioneerde zijn interpretatie van het beeld. Hij wist als geen ander waar de camera moest komen te staan. Maar hoewel Amerika in die tijd al iets minder conservatief was en er dus al wat meer door de beugel kon, was de aard van het onderwerp op zijn minst aanstootgevend te noemen.’

Steven Spielberg: ‘Het choqueerde me keer op keer als men Stanley verweet dat hij films over machines maakte. Je reinste onzin! Heel zijn oeuvre gaat over de condition humaine. Lolita is daar een perfect voorbeeld van. Zijn film lijkt misschien niet op het boek, maar hij riep wel de hulp in van auteur Vladimir Nabokov om samen aan het scenario te werken. Op die manier kwamen ze tot een versie van het verhaal die nog meer dan het boek over de moeilijkheden van het mens-zijn ging.

Alex Cox: Lolita is voor mij de eerste echte Stanley Kubrick-film. Ik kan niemand anders bedenken die deze film had kunnen maken. Het is een komedie, maar er zitten de nodige serieuze elementen in. Het resultaat is gewaagd en in your face. De prent zit vol grote acteerprestaties en werkt volledig.’

Dr. Strangelove or: How I Learned to Stop Worrying and Love the Bomb (1964)

Kubricks gevoel voor humor leek met de jaren alleen maar zwarter te worden. Peter Sellers vertolkte maar liefst vier rollen in deze satire over wat er gebeurt wanneer een Amerikaanse generaal compleet doorslaat en een nucleaire oorlog met Rusland begint. Het hilarische hoogtepunt van de Koude Oorlogcinema.

Martin Scorsese: ‘Begin de jaren 60 zat Hollywood met de handen in de haren. Het studiosysteem stond op instorten. En plots was er één kerel die erin slaagde om de hele wereld in de ban te krijgen van zijn visie. De film was zo oneerbiedig. Ik studeerde destijds aan de New York University, maar mijn makkers waren simpele straatjongens. Toch genoten we allemaal even intens van Kubricks gitzwarte komedie.’

Alex Cox: ‘Veel van de films uit de jaren 60 zijn nu compleet gedateerd. Ze zijn zo naturalistisch gemaakt dat je ze eigenlijk alleen nog maar vanuit een sociologisch standpunt kunt bekijken. Dat geldt niet voor Dr. Strangelove. Die film blijft vreemd, grappig en provocatief.’

Michael Mann: ‘Toen ik Dr. Strangelove voor het eerst zag, werd ik op slag verliefd op film. Die film maakte aan heel mijn generatie filmmakers duidelijk dat je een integer en individueel statement kon maken dat tegelijk door de grote massa zou worden bekeken. Je was met andere woorden niet langer verplicht om Seven Brides for Seven Brothers te filmen om deel uit te maken van de commerciële filmindustrie. Je zou niet langer in een hoekje geduwd worden indien je serieuze films wou maken.’

2001: A Space Odyssey (1968)

Kubrick schreef samen met sciencefictiongoeroe Arthur C. Clarke aan het scenario van deze sterrenreis doorheen ruimte en tijd. Nonsens over een primaat, een moorddadige computer en een ruimtebaby, volgens de één. De ultieme visuele trip die alle vragen over het menselijke leven beantwoordt, volgens de ander.

Sydney Pollack: ‘Kubricks films waren altijd zeer controversieel. Ik herinner me Pauline Kaels recensie van 2001: A Space Odyssey. Ze maakte hem met de grond gelijk. Maar 10 jaar later vond iedereen het plots een klassieker.’

Steven Spielberg: 2001: A Space Odyssey herdefinieerde de cinema- ervaring. Het was geen documentaire, het was geen drama en het was geen sciencefiction. De fictie van dat genre werd vervangen door mogelijkheid.’

Woody Allen: ‘De eerste keer dat ik 2001: A Space Oddysey zag, was ik ontzettend teleurgesteld, maar enkele maanden later hing ik met een dame rond in Los Angeles, die maar bleef herhalen dat het zo’n fantastische film was. Dus bekeek ik de film een tweede keer, en ik vond hem al een stuk beter. Maar het was pas enkele jaren later, toen ik ‘m nog eens zag, dat ik besefte wat voor een sensationele film het wel was. Het was een van de weinige keren dat ik besefte dat een andere filmmaker een grote voorsprong op me had.’

A Clockwork Orange (1971)

Zonder twijfel Kubricks meest controversiële werk. Zijn bewerking van Anthony Burgess’ gelijknamige boek over een hypergewelddadige jongeman inspireerde een aantal kijkers tot het plegen van gelijkaardige wandaden. Kubrick liet de film in Groot-Brittannië uit de zalen halen.

Luis Buñuel: A Clockwork Orange is op dit moment mijn favoriete film. Ik had er eerst mijn bedenkingen over, maar nadat ik hem had gezien realiseerde ik me dat het de enige film is over de ware betekenis van de huidige wereld.’

Darren Aronofsky: ‘Hoewel de elektronische score van mijn componist Clint Mansell duidelijk beïnvloed is door hiphop en dergelijke, is het gebruik ervan een hommage aan Stanley Kubrick. Hij combineerde voor het eerst sciencefiction en elektronische muziek toen hij aan Walter Carlos vroeg om de muziek voor A Clockwork Orange te schrijven. Bovendien inspireert Kubricks cinematografisch inzicht en zijn futuristische visie me mateloos.’

Sydney Pollack: A Clockwork Orange deed me soms achteruitdeinzen. De onderwerpen die hij onderzocht waren zo extreem. Maar hij dissecteerde het materiaal zo zorgvuldig dat je als kijker een onverbiddelijke blik kreeg op de malaise van onze maatschappij. Kubrick stelde de vraag of hoop en deugdzaamheid tot de mogelijkheden behoorden in een wereld die barst van de verschrikkelijkste wandaden.’

Barry Lyndon (1975)

Voor velen is deze adaptatie van William Thackerays schelmenroman Kubricks pièce de résistance. Ryan O’Neal speelde een Ier van arme komaf die zweert hogerop te geraken in het leven en zodoende talloze avonturen beleeft. Kubrick liet op zijn beurt een lens ontwikkelen die het mogelijk maakte om zonder artificiële lichtbronnen te draaien bij kaarslicht.

Martin Scorsese: ‘Ik wist dat het een kostuumdrama ging worden, maar ik hoopte stiekem dat hij iets innovatiefs met het genre zou doen. En dat gebeurde ook. Kubrick koos ervoor de zoomlens te gebruiken en schoot de film als een vlak, ouderwets schilderij. De bewegingen, de lichaamstaal, het gebruik van muziek en de montage zorgden dat het een unieke ervaring werd.’

Ridley Scott: ‘Toen The Duellists uitkwam, kreeg ik vaak het verwijt naar mijn hoofd geslingerd dat ik de visuele stijl van Barry Lyndon had gekopieerd. Ik geef toe dat Stanleys film een grote invloed op mijn werk hadden. Maar kan er iemand zeggen dat hij niet door de meester beïnvloed is? Spijtig genoeg konden wij de lens die hij hanteerde om te filmen bij kaarslicht niet gebruiken. Maar schilderijen gebruiken als referentiepunt? Dat heb ik zeker en vast van hem.

The Shining (1980)

Een man verliest langzaam maar zeker zijn verstand wanneer hij tijdens de wintermaanden samen met zijn gezin op een afgelegen hotel past. Griezelkoning Stephen King vond geen bal aan Kubricks bewerking van zijn gelijknamige boek, de rest van de wereld huiverde dankzij Jack Nicholsons waanzinnige vertolking.

Martin Scorsese: ‘Je weet dat er iets gaat gebeuren in het hotel. De zoutloze, quasi-immobiele personages en de feilloze Steadicam-shots dragen allemaal bij tot de emotionele punch die volgt op het einde van het verhaal. Ik moet wel toegeven dat ik de acteerprestaties aanvankelijk niet zo geslaagd vond, maar na een derde of vierde visie begreep ik de intensiteit van Jack Nicholsons vertolking.’

Eli Roth: ‘Stanley Kubricks adaptatie van Stephen Kings gelijknamige boek is nog steeds een van de griezeligste en meest bizarre films ooit gemaakt. De tweeling is angstaanjagend. Een psychotische Jack Nicholson maakt het geheel alleen nog maar intenser. En die man in dat berenpak? Dat is basismateriaal voor elke nachtmerrie die ik heb.’

Full Metal Jacket (1987)

Kubrick goes Vietnam. In de eerste helft van deze op Gustav Hasfords The Short Timers gebaseerde oorlogsfilm vertolkten Matthew Modine en Vincent D’Onofrio twee jonge soldaten die klaargestoomd werden voor het slagveld. Het tweede segment volgde Modines personage, nu een oorlogcorrespondent, tijdens het Tet-offensief.

Martin Scorsese: ‘Voor het eerst kregen we te zien hoe de soldatenopleiding eruitziet en hoe belangrijk de rol van de instructiesergeant wel niet is. Minstens even interessant is de breuk tussen de twee verhaallijnen halverwege. Het bewees hoe graag Kubrick experimenteerde met vormen en structuren.’

Oliver Stone: ‘Ik praat niet graag over Full Metal Jacket. Ik denk niet dat Stanley het over Vietnam wou hebben. Volgens mij ging het gewoon om het soort oorlogsfilm zoals alleen hij die maakte – een beetje zoals Paths of Glory. De prent had evengoed over WO II of Korea kunnen gaan. Daar wezen het gruis en de metalen look toch op. Natuurlijk zitten er een paar straffe scènes in de film. Die laatste scène met de scherpschutter is fenomenaal.’

Eyes Wide Shut (1999)

Kubricks laatste film, een bewerking van Arthur Schnitzlers Traumnovelle, was een reis tussen droom en werkelijkheid. Wereldsterren Tom Cruise en Nicole Kidman – toen nog niet gescheiden – speelden een rijk dokterskoppel op wiens relatie sleet zit. Kubrick overleed enkele dagen nadat hij klaar was met monteren.

Tony Palmer: ‘Veel mensen vinden Eyes Wide Shut een meedogenloze film. Dat vind ik nu net een bewonderenswaardige kwaliteit. Hij laat mensen zien zoals ze echt zijn: wanhopig, in de war, feilbaar, radeloos en op zoek naar liefde en warmte. Volgens mij is dat de grote sterkte van Stanleys laatste film: hij laat mensen zien zoals ze zich echt gedragen, niet zoals ze zich inbeelden dat ze zich gedragen.’

Sydney Pollack: ‘Stanley wou enkele waarheden blootleggen over seksualiteit en relaties. Maar hij was niet van plan om dat op een letterlijke manier te illustreren. Hij wou het op een theatrale manier aanpakken.’

Martin Scorsese: ‘Mensen zeggen dat de straten helemaal niet op die van New York lijken. Maar dat doet er niet toe. Als je naar de straatnaambordjes kijkt, zie je dat die straten helemaal niet bestaan in New York. Op een gekke manier heeft Kubrick de kijker meegenomen naar een droomversie van de stad. Het lijkt er wel op, maar het is het niet echt. Nicole Kidman gedraagt zich zoals je vrouw, maar ze is het niet. Wil je wel weten wat ze je vertelt? Misschien had je het maar niet moeten vragen.’

Alex Cox: Eyes Wide Shut lijkt de evolutie van een schuinsmarcheerder te zijn. Het hoofdpersonage beleeft een avontuur dat alle kanten uit kan. Het is een nogal onverantwoordelijke onderneming. Maar het is en blijft een fantasie. Het gaat om een droomfilm. Ik denk dat we niets moeten geloven van wat er zich op het scherm afspeelt. En net daar hebben veel kijkers problemen mee: de ambiguïteit van een verhaal. Daar kom je in de cinema moeilijk mee weg. Het lijkt wel ‘verboten’.

Door Steven Tuffin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content