‘MENSEN ZIJN ER TE VEEL AAN’

het debuut van ‘z’ UIT OP 11/7 BIJ MOSTIKO/ROADRUNNER

1969 Monty Python zij geprezen

In het eerste middelbaar in Leopoldsburg kwam ik in dezelfde klas terecht als Dominique Deruddere. We konden het onmiddellijk erg goed met elkaar vinden. Geregeld kregen we straf wegens praten in de les. We waren allebei fan van Monty Python’s Flying Circus. Hun nonsensicale humor werkte aanstekelijk. Op een schoolfeest brachten we een persiflage op een nieuwsuitzending. Ik herinner me dat het opende met een nieuwslezer van wie je de lippen zag bewegen, maar niet hoorde spreken. Kwam er iemand voorbij met een bordje ‘storing – even geduld’.

1977 De punkschoonmaak

Aan de progressieve rock van Pink Floyd en Emerson, Lake & Palmer had ik een hekel. De eerste platen van de pathetische Bruce Springsteen waren ook een verschrikking. Ik houd niet van die grote emoties, want emoties zijn per definitie klein. Je moet ze niet uitroepen. Was ik blij toen de punk in ’77 – ik studeerde toen net aan de VUB – in mijn leven kwam en al dat gezeik in een hoek veegde. De verkoper van een platenwinkel zei me: ‘Dit moet je eens horen’, en hij legde New Rose van The Damned op. De anarchie kwam voorgoed in mijn leven.

1980 Thuis bij Arno

Ik werd, uit noodzaak, zelfstandige. Ik begon immers geld te verdienen – zo schreef ik artikelen voor het fanzine Riff en voor Humo. Op een keer ging ik Arno interviewen. Ik ben drie dagen in Oostende blijven hangen (lacht). We stortten ons samen in het nachtleven. Ik had toch niets beters te doen: de universiteit had ik opgegeven, al was mijn moeder officieel nog niet op de hoogte van dat nieuws. Arno nodigde mij uit op een van de eerste optredens van zijn nieuwe groep TC Matic in de Nijdrop in Opwijk. Ze speelden buiten, omdat ze de installatie niet in de zaal kregen. Arno zag het groots. Het moest hard zijn, en dat was het ook. Omdat hij nog iemand zocht voor de belichting, werd ik hun lichtman.

1981 Blitzkrieg

Jan Vanroelen en ik brachten als Arbeid Adelt! onze eerste single uit: Ik Sta Scherp, met op de b-kant Mij Treft Geen Schuld. Omdat we beiden deejay waren bij de vrije radio FM Brussel, konden we ongehinderd ons eigen plaatje draaien en werd Arbeid Adelt! al snel talk of the town. Plots kregen we het aanbod om op een festival in Alsemberg te spelen, waar Fad Gadget de hoofdact was. Onze livevuurdoop duurde amper zeven minuten, want we hadden slechts twee nummers. Het publiek was verbaasd. Het was alsof we hen een harde klets tegen hun wang gaven en dan snel wegliepen. Blijkbaar was onze act toch intrigerend genoeg, want we werden meteen voor vijf optredens geboekt.

1985 Tussen hospitaal en festival

Verwarrende periode: we hadden het razend druk met Arbeid Adelt! en intussen werd mijn moeder zwaar ziek. Ze kreeg drie hersenbloedingen na elkaar. Zeven maanden lag ze op intensieve. Voor mij was dat – net als de onverwachte dood van mijn vader toen ik vijftien was – een stimulans om te leven. Wat ik eruit leerde, is dat we als mens niks voorstellen. Als je, zoals ik soms deed met Arno, over het heelal begint te filosoferen, moet je concluderen dat we zo nietig zijn als een mier. Ik pendelde in die tijd dus tussen het ziekenhuis en de rockpodia. Ons hoogtepunt beleefden we op het Seaside-festival, dat ik toen presenteerde. Omdat de Londense reggaegroep Aswad aan de grens was tegengehouden, vroeg Herman Schueremans me of Arbeid Adelt! hen kon vervangen. Het werd een triomftocht: achttienduizend man ging uit de bol. Het publiek werd zelfs kwaad omdat we van de organisatie maar één bisnummer mochten spelen. De dag erop stonden we voor 75 man in het judolokaal van Arendonk te spelen. That’s showbusiness.

1988 Rocken met je held

Ik had als veejay de start van MTV meegemaakt – in dat prille begin zonden we uit vanuit een hangar in Wembley. Op 26 februari ’88 konden we eindelijk onze studio in Camden in. Met een liveshow van vier uur huldigden we het nieuwe gebouw in. MTV kende The 7 Kings Of Rock & Roll, een beestig brutale single van The Yeh-Yehs, een groep die ik samen met Bart Peeters en Hugo Matthijsen had gevormd. Ze vroegen of ik die song wilde brengen met het huisorkest van MTV. Toen ik op de repetitie ontdekte wie in dat orkest zat, deed ik het in mijn broek. De gitarist was een van mijn grote helden: Phil Manzanera van Roxy Music. Wanneer je als muzikanten met elkaar omgaat, is de sfeer heel amicaal. Dan ontdek je dat het ook maar gewone mensen zijn.

1998 Amerikawatcher

Ik had drie jaar in Amerika geleefd en kwam als een verrijkt mens terug. Ik heb nu een accuraat beeld van de Amerikanen. Als je wil weten hoe het hier zou zijn met het Vlaams Blok aan de macht, kijk dan naar het beleid van de huidige Amerikaanse regering. Van Rumsfeld naar Göring: dat is een kleine stap, hoor. Het is hem enkel om wapengekletter en macht te doen. En het Amerikaanse volk trapt daar in. Het gelooft dat het strijdt voor god, vaderland en vrijheid, al zijn die begrippen intussen uitgehold. Ik ben daarom héél blij dat ik in Europa woon. Europese jongeren hebben een rijkere persoonlijkheid en meer savoir-vivre dan hun Amerikaanse leeftijdsgenoten, die opgefokt zijn omdat niks mag en een leeg bestaan leiden. Je hébt uitzonderingen, die zich concentreren in de grote steden. New Yorkers hebben niet die dubbele moraal van de doorsnee Amerikaan die tegen abortus is, maar wél een pistool in zijn auto heeft liggen. In Los Angeles heb ik de tv-wereld van binnenuit leren kennen. Zo speelde ik een figurantenrol in Friends – ik zat in het decor en kreeg een achteraanzicht van Lisa Kudrow en Jennifer Aniston. Ik kan je verzekeren, Aniston heeft een bijzonder lekkere kont. Ik heb er gezien dat tv-maken in Amerika niet anders is dan in België, alleen kunnen wij enkel dromen van hun middelen. l

DOOR PETER VAN DYCK FOTO DIEGO FRANSSENS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content