MAGIC MIKE ***

CHANNING TATUM is MAGIC MIKE. Geile glitter, hopeloze holheid.

SCHOONSTE SCHIJN – In Magic Mike zoomt veelzijdig veelfilmer Steven Soderbergh in op het oppervlakkige bestaan van een mannelijke stripper, met een diepe karakterstudie als verrassend resultaat.

Steven Soderbergh met Channing Tatum, Alex Pettyfer en Matthew McConaughey

Hollywoods heimelijke hofnar Steven Soderbergh is duidelijk on a roll. Enkele maanden nadat hij met Contagion en Haywire sardonische subversies van de epidemiethriller en de martial arts-prent afleverde, zet hij de American dream op heerlijke wijze in zijn hemd.

Uit het hemd gaan is dagelijkse kost voor de protagonist van dit verhaal, dat zich afspeelt in en rond een mannelijke striptent in het broeierige Tampa, Florida. Daar brengt het titelpersonage (Channing Tatum, wiens jeugdbelevenissen tot inspiratie dienden) weekend na weekend de hoofden van het vrouwelijke cliënteel op hol met zijn zwoele brandweerman- en andere acts.

Het lijkt de ideale job voor een alleenstaande kerel in de kracht van zijn leven. Als hij na de uren niet in bed duikt met de knapste onder de toeschouwers, feest hij tot in de vroege uurtjes in de plaatselijke bars en discotheken. Maar stiekem droomt Mike van een andere koers. Een verlangen dat alleen maar toeneemt nadat hij een jonge bink – en diens rationelere zus – in zijn woelige wereld introduceert.

Op papier lijkt dit misschien de premisse van een triviale tragikomedie. Maar de openingsscène – waarin de stripclubeigenaar (een fantastische Matthew McConaughey) de do’s en don’ts van zijn etablissement uitlegt én ondermijnt – maakt onmiddellijk duidelijk dat schijn zelden zo bedrogen heeft.

Langzaam maar zeker onthult Soderbergh de hopeloze holheid van Mikes bestaan. De protagonist kan elke griet moeiteloos om zijn vinger winden, maar voor een serieuze relatie bedanken zijn veroveringen beleefd. Hoewel hij sloten cash in zijn kluis heeft zitten, willen de banken niets weten van zijn zakenplannen. En de motiverende speeches van zijn enigmatische baas klinken steeds meer als manipulatieve donderpreken.

De vaak o zo onderkoelde Soderbergh komt verrassend begaan uit de hoek, een emotionele betrokkenheid die op alle gebieden vruchten afwerpt. Van de looks great, can’t act-reputaties van de hoofdacteurs wordt brandhout gemaakt. En de glaciale look van het digitaal camerawerk past perfect bij de pracht en prut van de zonnige setting.

Indrukwekkendst van al is het lijstje met audiovisuele tours de force. Van elliptische dialogen over trefzekere songkeuzes tot ongeforceerde long takes: Soderbergh grabbelt als een bezetene in de cinefiele trukendoos. Maar in tegenstelling tot gelijksoortig genie Quentin Tarantino gaat hij niet voor een megalomane masturbatiesessie, maar voor een enorm entertainende en razend relevante karakterstudie. That’s what we call magic!

STEVEN TUFFIN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content