LIEVEN SCHEIRE & JELLE DE BEULE

© JEF BOES

Het is alweer twee jaar geleden dat ze nog samen iets op de beeldbuis deden – Basta. Maar ondertussen laten twee van de vier Neveneffecten zich bij VIER niet onbetuigd: Lieven Scheire in De kruitfabriek en een nieuw seizoen van Scheire en de schepping, en Jelle De Beule in het nieuwe reisprogramma Is ’t nog ver? ‘Op tijd komen en maar één glas wijn drinken, meer hoef ik niet te doen.’

Hoezo crisissfeer bij Woestijnvis? De Beule en Lieven Scheire laten de vele doemberichten over de tegenvallende kijkcijfers van VIER alvast niet aan hun hart komen. Voor de foto in de sneeuw rollen, of als onder vuur liggende tv-makers een sneeuwballengevecht voeren: met een duivels genoegen storten de eeuwige kwajongens zich onversaagd in de vrieskou. Al steekt Jelle tijdens het gesprek zijn teleurstelling over het schrappen van De kortste show en Hoera reclame niet onder stoelen of banken. Die geestige intermezzo’s moesten verhinderen dat de kijker doorspoelde of wegzapte tijdens de reclameblokken, maar vorige maand oordeelde de Vlaamse mediaregulator VRM dat ze in strijd waren met de wet, omdat reclame en redactionele inhoud duidelijk onderscheiden moeten zijn.

‘Stom, stom, stom! Je kunt natuurlijk in discussie proberen te gaan. Hoera reclame maakte volgens mij de grens tussen reclame en content niet vager, maar er desondanks mee doorgaan kan je wel handenvol geld aan boetes kosten. Op zich vind ik het ook een goede regel dat publiciteit en inhoud gescheiden moeten blijven, maar in ons geval pakte die wel averechts uit.’

Bestaat er eigenlijk een dialoog tussen tv-makers en reclamemakers?

JELLE DE BEULE: Nee, we ontmoeten elkaar wel eens, maar alle officiële contacten lopen via de salesafdeling.

LIEVEN SCHEIRE: Voor de speciale spot van Django Unchained, waarin ik met Erik Van Looy cowboy speel, heb ik met de verkoopdienst samengewerkt. Dat was fijn, maar een structurele samenwerking zit er niet echt in. Tv-makers denken op een creatieve manier, de verkoopdienst op een commerciële en dat blijven echt wel twee verschillende denkwijzen.

Spijt van Hoera reclame?

DE BEULE: Allesbehalve. Als ik ergens spijt van heb, is dat het zo abrupt is afgelopen. Voor De kortste show waren er wel vijftig ideeën, maar er zijn er maar vijf uitgezonden. Een paar heb ik kunnen gebruiken voor De fruitfabriek(zijn fictieve eindejaarseditie van De kruitfabriek, nvdr.), maar als ik had geweten dat dat maar een paar maanden zou duren, had ik mij liever voltijds beziggehouden met Is ’t nog ver?

Ben jij zo’n globetrotter?

DE BEULE: Oh jawel, hoor. Als het kan, trek ik er jaarlijks toch graag een tweetal keer op uit. Ik ben bij Is ’t nog ver? betrokken geraakt via Dirk Van den Houte. Die had samen met mij en Jonas Geirnaert Gek of geniaal? gemaakt, de Man bijt hond-rubriek waarin we allerlei experimenten uitvoerden in een klein leegstaand huisje. Voor Is ’t nog ver? heeft hij mij geen twee keer moeten vragen. Het is toch een incentive, zoals ze dat noemen, dat je voor je werk mag reizen. (lacht) Ik vind het zelfs een beetje gênant om dit werk te noemen.

Is ’t nog ver? is een programma over het fenomeen reizen waarbij we verder willen gaan dan de typische schone plaatjes. Dat brengt ons soms naar zeer maffe plekken, zoals Diggerland in het Britse graafschap Kent. Dat is een pretpark waar je met de kinderen loos kunt gaan met tractors, graafmachines en dergelijke.

Dat doe je samen met Elise Crombez en Otto-Jan Ham. Wat voor reisgenoten zijn die tv-neofieten?

DE BEULE: Otto-Jan Ham is eigenlijk zoals we hem kennen van de radio. Al heb ik gemerkt dat hij voor de camera toch wel wat gêne moet overwinnen. Vanuit de veilige radiostudio kan hij meesterlijk iemand uitlachen, zonder dat die persoon het doorheeft. Voor tv kan hij dat ook wel, al heeft hij wel een duwtje in de rug nodig om het te durven.

En Elise Crombez?

DE BEULE: Dat is een coole madam. Ons trio is als een nieuw samengestelde boyband: een radiopresentator, een comedian en een model, maar als we op pad zijn, valt het geweldig goed mee. Elise is zeker niet een typisch poppemieke – als er een scheet gelaten wordt, lacht ze even hard mee. Ik ben net terug van New York, waar we met zijn drieën waren. Op een bepaald moment rijdt daar een bus voorbij met Elise op een reclamepaneel. Ze begon dat meteen te relativeren: ‘Dat is reclame voor schoenen.’

Geen personal assistant of visagiste voor haar?

DE BEULE: Niks van dat soort streken. Mijn gastvrouw, daarentegen. We zijn alle drie in New York gaan couchsurfen, dat systeem waarmee je via het internet bij mensen thuis logeert. Elise kwam terecht bij een dokter die een kelderverdieping in Brooklyn betrok, Otto-Jan Ham bij een figuur die aan dumpster diving deed, je kostje bijeenscharrelen met al het eetbaars dat in de vuilbak wordt gegooid, en ik logeerde bij een rijke New Yorkse met een penthouse in de East Village: drie badkamers, uitzicht op het Chrysler Building langs de ene kant en het Empire State aan de andere kant, jacuzzi op het dak…

Wie had dat zo geregeld?

DE BEULE:(grijnst) Ikzelf, iemand moet het initiatief nemen, hé. Maar mijn gastvrouw bleek dus een rijk strekenwijf, met een visagist die haar overal als een hondje volgde. Ze probeerde ook een restaurant te regelen met het argument: ‘Don’t you know how influentual I am? I’m a foodie with a Twitter account.’

En dat terwijl jij, Lieven, je opsluit in een donkere studio om verder te schaven aan De schepping. Is er veel veranderd voor het tweede seizoen?

SCHEIRE: Niet zo gek veel. Wel stoppen we onze gastproffen niet langer in een poppenkast, maar geven we hen de plek die hen toekomt: een troon, voor de vorst der vorsers. De kunst van een geslaagde Scheire en de schepping zit ‘m vooral in het samenstellen van het panel met de juiste mensen. Om het in voetbaltermen te zeggen: geen vier spitsen maar ook een middenvelder die rustig zijn kans afwacht, zoals bijvoorbeeld Patrick De Witte.

Nodig je Jelle ook weer uit? En als spits of als middenvelder?

DE BEULE: Oppassen wat je zegt, Lieven.

SCHEIRE: Als heel diepe spits, zoals je zelf merkt. Zoals elke comedian heeft Jelle een gezonde vorm van grapdwang. Zijn antennes zoeken altijd naar een gelegenheid om er iets geestigs van te maken.

DE BEULE: Zetelen in Scheire en de schepping is een van de leukste dingen om te doen. Ik moet niets voorbereiden, daar zorgt de wetenschappelijk onderlegde redactie voor. Voor mij komt het erop aan om op tijd te zijn, het tijdens het eten bij één glaasje wijn te houden en dan tijdens de opnames alert te blijven.

SCHEIRE: De panelleden mogen gerust loos gaan tijdens de opnames. Vaak draaien we twee uur voor een programma van veertig minuten – dat was destijds ook het principe van onder meer Onvoorziene omstandigheden. Mochten we ons in tijd beperken en zowat live on tape opnemen, zou dat een verkrampt resultaat opleveren, vermoed ik.

Bij een commerciële zender is elke minuut extra er nochtans één te veel betaald.

SCHEIRE: Met Scheire en de schepping zitten we gelukkig in een comfortabele positie: het eerste seizoen heeft al bewezen dat het programma kan scoren. Daardoor is het mogelijk om voldoende tijd te vragen. Maar stel me de vraag of we in de huidige omstandigheden de nodige tijd kunnen nemen om zoals bij het tv-debuut van Neveneffecten een fictieserie te bedenken, dan vrees ik dat het antwoord nee zal zijn.

Is de werkwijze bij Woestijnvis sterk veranderd nu jullie programma’s voor VIER leveren?

DE BEULE: Ja en nee. Dat een programma wordt afgevoerd, zoals met Plan B is gebeurd, dat waren we inderdaad niet gewoon. Maar verder blijft onze manier van werken dezelfde. We maken bij Woestijnvis al meer dan tien jaar succesvol tv, door een paar tegenslagen moeten we nu niet meteen beginnen te twijfelen aan ons kunnen. Dat is ook de boodschap die we intern meekrijgen.

De dag dat VIER startte, twitterde Lieven dat hij het geluid hoorde ‘van machetes die gewet worden’.

SCHEIRE: Vooral om het ontspoorde verwachtingspatroon te onderstrepen. Pas op, ik begrijp perfect dat mediawatchers, die de start van VIER vergeleken met de komst van vtm, het kussentje in de zetel hadden klaargelegd om naar dat evenement te kijken. Maar volgens mij was het brede publiek er lang niet zo intens mee bezig. ‘Och ja, die mannen van Woestijnvis zitten nu bij VIER’, dat was volgens mij de bredere teneur. En dan kun je natuurlijk alleen maar teleurgesteld zijn over het uitblijven van spectaculaire kijkcijfers.

Mediawatchers lijken zich alvast te verdringen om als eerste te kunnen schrijven dat De Kruitfabriek na enkele wijzigingen van het uitzenduur, definitief afgevoerd zal worden. Hoe schat jij de kansen van het programma zelf in?

SCHEIRE:De kruitfabriek heeft volgens mij veel meer potentieel wat publieksbereik betreft. Ik vind dat we in die overkill van talkshows ons toch weten te onderscheiden. Dat merk ik aan de filmpjes die online toch wel opgepikt worden. Bijvoorbeeld dat van Christophe Deborsu’s bezoek aan netwerkbeheerder Elia waar de woordvoerster hem op de vingers tikt omdat hij naar de noodtelefoon grijpt. Dat is een leukigheidje dat ze zich bij TerZake niet kunnen permitteren. Daarnaast is er bij De kruitfabriek wel ruimte voor kritische vragen, wat dan weer niet in de luchtigheid van Café Corsari lijkt te passen.

DE BEULE:De kruitfabriek heeft een eigen smoel en ik merk bij mensen als presentator Tom Lenaerts dat er nog heel veel gedrevenheid is om het programma te doen slagen. Het komt erop aan meer kijkers de weg ernaartoe te doen vinden.

SCHEIRE: Hoe? Ik heb al eens laten optekenen dat ik blij ben dat ik nu niet de job van mediastrateeg heb. Die lijkt mij vandaag aartsmoeilijk. Laat mij maar matroos zijn op het schip.

Heerst er crisissfeer op de brug?

SCHEIRE: Dat niet, het licht blijft wel langer branden in de kajuiten van de kapiteins, om de scheepvaartmetafoor nog even aan te houden. Men is er intens mee bezig, maar paniek is er niet. Dat is ook nooit een goede raadgever. Ik amuseer mij geweldig bij De kruitfabriek. Items zoals de Amerikaanse ruimtevaardersdelegatie die ons land bezocht, The Hobbit, typische nerdonderwerpen waar men anders nooit iemand voor vindt: ik sta te springen om ze voor mijn rekening te nemen.

Het werd jullie als makers van het kritische programma Basta in bepaalde commentaren verweten dat jullie zelf in een commerciële omgeving aan de slag gingen.

DE BEULE: Die commentaren heb ik niet gehoord, en ze komen wellicht van de mensen die tot voor kort vonden dat we belastinggeld verspilden. De vraag was voor mij ook niet of ik in een commerciële omgeving wilde werken. Ik wilde bij Woestijnvis blijven werken. En dat op een manier waarbij ik met mezelf in het reine kan blijven. Zo vond ik het boeiend met De kortste show de reclameblokken aantrekkelijker te maken op een creatieve manier. Wat ik bijvoorbeeld niet zou zien zitten is, ik zeg maar iets, de straat optrekken voor een ‘ludieke’ reclamespot voor wc-papier om de mensen te vragen of ze nu nat of droog vegen.

LIEVEN: Ik moet wel bekennen dat ik aanvankelijk nogal naïef was over hoe reclame werkt. Ik dacht bijvoorbeeld dat je als programmamaker inspraak had over welke reclamespots in je programma komen. (lachje) Niet dus.

DE BEULE: Maar dat was toch niets nieuws? Die sponsormededelingen voor en na programma’s op de VRT hadden wij ook niet te kiezen.

SCHEIRE: Klopt. Onze principes zijn vandaag niet anders dan tijdens het maken van Basta. Als het aan mij zou liggen, dan – en dit gaan ze mij op de dienst sales weer niet in dank afnemen maar soit – zou ik geen reclame van bedrijven als Citibank of internetcasino’s rondom onze programma’s willen.

Maar zouden jullie een programma als Basta voor VIER kunnen maken?

DE BEULE: Die vraag is niet aan de orde omdat het voor ons gewoonweg onmogelijk is geworden om nog undercover te werk te gaan.

SCHEIRE: De hype ging zelfs zo ver dat de telefoniste van Woestijnvis een paar keer verontruste bedrijven aan de lijn kreeg: er waren vier mannen gespot aan de poort. (lacht) Voor zover we kunnen, blijven we de strijdpunten van Basta wel opvolgen op onze website Neveneffecten.be. Gaëtan De Weert, de man die de belspelletjes doorprikte, heeft nu zijn pijlen gericht op Wallonië, zowat de enige plek in Europa waar belspelletjes nog niet verboden zijn. Het is zelfs zo ver gekomen dat de producenten ervan hém aanklagen. Wordt vervolgd dus.

En smeden de vier Neveneffecten, jullie plus Koen De Poorter en Jonas Geirnaert, nog samen snode plannen?

DE BEULE: Jonas zit nog even in Australië. Hij wilde er na enkele waanzinnig drukke jaren eens helemaal tussenuit zijn. Maar we hebben al afgesproken om na zijn terugkomst samen te zitten. Voor een tv-programma of een theatertour, het kan nog alle kanten uit.

SCHEIRE EN DE SCHEPPING

Vanaf 31/1, elke donderdag op VIER.

IS ‘T NOG VER?

vanaf 5/2, elke dinsdag op VIER.

DOOR HANS VAN GOETHEM – FOTO’S JEF BOES

Lieven Scheire: ‘IK VREES DAT WE IN DE HUIDIGE OMSTANDIGHEDEN NIET DE NODIGE TIJD ZOUDEN KUNNEN NEMEN VOOR EEN FICTIESERIE ZOALS HET TV-DEBUUT VAN NEVENEFFECTEN.’

Jelle De Beule: ‘HET IS TOCH EEN INCENTIVE, ZOALS ZE DAT NOEMEN, DAT JE VOOR JE WERK MAG REIZEN. ZE HEBBEN ME GEEN TWEE KEER MOETEN VRAGEN VOOR IS ‘T NOG VER?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content