Om de twee jaar is het zover. Dan roept Flip Kowlier ‘zin moaten’ van ’t Hof Van Commerce samen om een plaat te maken. Het motto blijft hetzelfde: fun, fun, fun. ‘We hebben nog nooit ruzie gehad.’ Tot nu? Door Peter Van DycK

Een nieuw offensief van ’t Hof Van Commerce betekent: eindelijk nog ’s een teken van leven van BZA – Serge Buyse voor de burgerlijke stand. In de luwte tussen twee ’t Hof-platen blijven zijn twee kompanen Flip Kowlier (Filip Cauwelier) en DJ 4T4 (Kristof Michiels) wel altijd in beeld: de eerste als singer-songwriter, de tweede als party-DJ en het muzikale brein achter het dance-project Ultrasonic 7. Terwijl zij solo de podia bestormen, koestert Buyse de anonimiteit en wijdt hij zich aan zijn tweede passie: tekenen. Hij kondigde al vaak de publicatie van z’n eerste B-filmstrip vol antihelden aan, maar het album ligt er nog steeds niet. ‘Er is altijd wel iets dat m’n plannen dwarsboomt’, zucht hij. ‘Maar ik heb er geen haast bij: veel tekenaars breken pas op hun 50e door.’

De Kakkewieten zijn voor ‘serieuze’ acteurs hét alibi om alle teugels los te gooien. Vervult ’t Hof Van Commerce voor jullie ook die functie?

Buyse: Voor mij is ’t Hof een ontlading, maar ik speel géén toneel. Ik word geen hiphoppersonage, ik blijf mezelf. Ik vergroot mijn persoonlijkheid wel uit, maar dat is de essentie van hiphop.

Jullie solo-escapades meegeteld, zijn jullie vrij productief. Hoe rijm je dat met de luiheid uit ‘Leegaert’?

Buyse: Zelfs al moet je veel optreden, dan nog heb je vier dagen per week waarop je niks te doen hebt.

Michiels: Bij mij is dat anders: ik kan me al drie jaar geen snipperdag meer veroorloven.

Kowlier: Ik kan soms twee weken lummelen. De keuken aan de kant zetten en wat telefoneren: méér doe ik dan niet. Ik trek me graag op mezelf terug.

Pech: je loopt het meest in de kijker.

Kowlier: Daar heb ik zelf voor gekozen. Succes heeft ook voordelen. Ik verdien bijvoorbeeld goed .

Buyse: Ik ben blij dat ik nooit zo bekend geworden ben als Flip. Laat mij maar gerust. Ik ben niet zo sociaal.

Jullie begonnen destijds als vrienden, nu zijn jullie collega’s. Heeft dat iets veranderd?

Buyse: Toch niet. Het blijft voor mij meer ‘met mijn maten rondhangen’ dan ‘zaken bespreken’.

Kowlier: Wie weet was onze relatie zonder die muzikale band intussen al verwaterd. Zo gaat dat toch met jeugdvrienden: op een gegeven moment scheiden de wegen. Maar áls we samen zijn, is het altijd leute.

Buyse: We hebben nooit ruzie.

Heeft de terugslag na de hype van 1999 geen sporen nagelaten?

Michiels: Ik heb mezelf toen tot manager gebombardeerd. Héél ondankbaar. Soms liet Flip, nadat ik opnames had geregeld, doodleuk weten dat hij geen zin had. Na drie jaar non-stop toeren had ik er écht genoeg van.

Buyse: ( verbouwereerd) Ik val uit de lucht, Kristof.

Michiels: Ik heb die frustratie verzwegen, precies om gedoe te vermijden. Jullie hadden mij niet gevraagd om die verantwoordelijkheid op te nemen, dus kon ik jullie ook niets verwijten. Twee jaar later begonnen we met een propere lei en voelde ik wél appreciatie. Nu weet ik: respect moet je niet afdwingen, je moet dat verdienen.

Yep! ’t Is ezoa en niet anders!

Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content