Jacques Tardi laat liever zijn lezers oordelen over welke strips zijn beste zijn. Dat laten we ons geen twee keer zeggen: het vierluik ‘De stem van het volk’ – de verstripping van zijn passie voor de Franse laatnegentiende-eeuwse Commune – behoort ongetwijfeld tot zijn beste werk. ‘Mijn obsessioneel gedrag jaagt m’n omgeving de gordijnen in.’ Door Gert Meesters

casterman , 78 blz., e19,5

De knikkende knieën van een beginnend interviewer ben ik jaren geleden kwijtgeraakt. Als blijkt dat je helden ook maar mensen zijn, dan uit respect zich niet meer als angst. Maar net voordat ik het Brusselse hotel Plaza binnenstap voor een interview met Jacques Tardi, knikken ze toch weer even. Dat komt zo.

Als striplezer doorloop je gewoonlijk verschillende niveaus. Je begint bij Suske en Wiske en Jommeke, daarna komt de fase Asterix, Lucky Luke, Guust Flater en Kuifje. Voor veel mensen stopt het daar, maar wie verder leest, vindt XIII, Largo Winch en andere reeksen voor (jong)volwassenen. Als je ook daarop uitgekeken bent, lees je je eerste striproman, zo’n dikke kanjer die niet in een reeks past. Een van de eerste daarvan die ik te zien kreeg, was Het besloten land van Tardi en Forest. Die strip over een mannetje dat op een murennetwerk woont, bleek zo coherent anders dat ik nog dagen onder de indruk was.

Jacques Tardi (58) toonde niet alleen aan mij wat de mogelijkheden van een strip kunnen zijn, hij toonde het aan heel Europa. Hij stond mee aan de wieg van het tijdschrift A Suivre dat vanaf 1978 de Europese strip drastisch vernieuwde. De auteurs van dat tijdschrift wilden strips maken die konden gelden als het equivalent van een roman. Tardi maakte zelf in zijn bijna 35-jarige carrière de ene stripklassieker na de andere. De nog traditionele serie De avonturen van Isabelle Avondrood, adaptaties van Nestor Burma-verhalen van Leo Malet, maar vooral ook alleenstaande boeken als Loopgravenoorlog – de culminatie van zijn WO I-fixatie – en recent nog De verloedering (met Pennac).

Tardi is een beetje te vergelijken met U2 of R.E.M. in de popmuziek. Ze zijn alle drie al zo lang bezig en ze zijn zo populair dat het bon ton is om erop neer te kijken. Hoewel niet elke nieuwigheid van hen een even hoog niveau haalt, kunnen ze onverwacht met een hallucinant werk op de proppen komen dat iedereen er op slag aan herinnert hoe belangrijk ze eigenlijk wel zijn voor hun genre. Zo’n werk is De stem van het volk, een reeks over de Parijse volksopstand in 1871, naar een boek van Tardi’s vriend Jean Vautrin. Alle klassieke thema’s van Tardi komen erin terug, maar dan beter: zijn linkse, antiautoritaire levenshouding, zijn sympathie voor de kleine man, zijn pessimisme over de menselijke natuur, zijn liefde voor het ouderwetse feuilleton en zijn geliefkoosd Parijs, dat hij in panoramische beelden overtuigend reconstrueert.

Workaholic Tardi reist niet graag. Hij zit hele dagen aan zijn tekentafel, behalve als hij op zoek moet naar documentatie: een geschikt decor, de nodige historische informatie. Nu het vierluik afgesloten is, komt de huismus even buiten om de wereld te overtuigen van het grote gelijk van de revolutie van 1871 die leidde tot enkele maanden zelfbestuur van het volk in de Commune. Als je je ogen sluit terwijl Tardi praat, sta je midden in de decors van De stem van het volk te luisteren naar een bezielend Communard.

Beschouwt u ‘De stem van het volk’ als een bijzondere reeks in uw oeuvre?

Jacques Tardi: Ik heb daar niet echt een mening over. De lezers moeten dat maar beslissen. Ik kan alleen zeggen dat ik de vier jaar die ik eraan gewerkt heb geen tegenzin heb ervaren, maar integendeel een passie voor mijn onderwerp. Ik las alleen nog maar over de Commune, ik sprak alleen nog maar over de Commune. Het was een echte obsessie, waarmee ik mijn hele omgeving de gordijnen heb ingejaagd. Ik ben nogal obsessioneel van nature.

Vanwaar kwam de interesse voor het boek van Jean Vautrin over de Commune?

Tardi: Na mijn verhalen over de Eerste Wereldoorlog wilde ik wat teruggaan in de tijd. In 1870 leverde Frankrijk slag tegen Duitsland bij Sedan en verloor smadelijk. Maar het interessantste aan die oorlog vond ik de episode van de Commune, die er het einde van is. Dat is een interessante periode die nog relatief onbekend is, ook in Frankrijk. Ik wilde daarover al een tijdje iets maken maar ik miste nog een goed verhaal. Zonder verhaal verveel je de mensen toch maar. Dan is het beter dat de mensen zelf de geschiedenisboeken lezen over de Commune en zelf het onderscheid maken tussen historici die de waarheid zeggen en historici die liegen. Of historici die ervoor zijn en ertegen. Ik zat dus een beetje vast toen Jean Vautrin me het manuscript van zijn roman stuurde om me een boekcover te laten maken. Ik heb hem onmiddellijk gezegd dat dat boek precies was wat ik nodig had om mijn strip over de Commune te tekenen. De Commune wordt niet onderwezen op school, toch niet op de middelbare school. Volgens mij omdat het een gevoelig onderwerp is. Het gaat toch om een revolutie met een libertaire en anarchistische kern. Een stad die onafhankelijk wil worden van zijn machthebbers. De gedachte dat je je van een staat kunt losmaken. Dat zijn misschien niet de meest stichtende ideeën die je de jeugd kunt aanleren.

Uw versie van ‘De stem van het volk’ is paradoxaal. Enerzijds voel je dat de auteurs veel sympathie hebben voor de Commune, anderzijds zie je ook duidelijk dat de Commune niet werkte.

Tardi: Dat is de historische waarheid. Die kunnen we toch moeilijk aanpassen! Maar er zijn verzachtende omstandigheden. Het experiment van de Commune heeft maar drie maanden geduurd. Heel kort dus. De volksvertegenwoordigers in de Commune waren ook geen beroepspolitici, maar ambachtslui of arbeiders die zich inspanden om de belangen van het volk te dienen. In alle huidige West-Europese landen, zogenaamde democratieën, stellen kiezers een zogezegde specialist aan die hun problemen moet oplossen terwijl ze zelf tv kijken. Die verkozene kan zijn opdracht volbrengen of niet, dat is een ander verhaal. Bij de Commune gaat het erom dat het volk zelf zijn bestuur in handen neemt. Dat is toch interessant. Natuurlijk impliceert zo’n zelfbestuur eindeloze discussies en een enorm tijdverlies. De Commune slaagde vooral niet op militair vlak. Dat is bijzonder eervol voor de Commune, want ze was helemaal niet oorlogszuchtig. Stel je voor dat de bakker in de straat van de ene dag op de andere generaal wordt van een bataljon dat de stad moet verdedigen. Zo’n man is natuurlijk niet noodzakelijk competent.

Dat geldt toch ook voor de politici? Politiek liep toch niet alles van een leien dakje?

Tardi: De besluitvorming was nog wat onstuimig. Maar ondanks alles wat nog niet perfect was, heeft de Commune toch een aantal belangrijke maatregelen genomen. Zo schafte ze de doodstraf af. In 1871! Na de Commune is een periode van regressie ingetreden. De doodstraf is in Frankrijk pas opnieuw afgeschaft in 1981. Veel ideeën van de Commune zijn uiteindelijk uitgevoerd, maar niet door de Communards. Andere politici eigenden zich de ideeën van de Commune toe. Communard Louise Michel was er bijvoorbeeld voor dat meisjes onderwijs moesten krijgen. Dat idee is gerecupereerd door Jules Ferry, het symbool van geseculariseerd onderwijs in Frankrijk. Met kinderarbeid en nachtwerk ging het net zo.

De ideeën van de Commune waren heel vooruitstrevend. Denkt u werkelijk dat de hele bevolking achter de revolutie stond?

Tardi: Er waren natuurlijk ook wijken die bourgeois waren. Maar het gewone volk deed mee. Logisch ook, want de Commune verbeterde hun leefomstandigheden onmiddellijk. Ze bleef ook dagelijks in contact met de bevolking door aanplakbiljetten. Op het platteland zijn de ideeën van de Commune nooit aangeslagen. In andere steden als Marseille, Lyon en Toulouse zijn er soortgelijke opstanden geweest, maar die hebben veel minder effect gehad.

Heeft de episode van de Commune volgens u belang voor onze wereld in 2004?

Tardi: Jazeker. Ik denk dat de mensen, zoals de Communards vroeger, hun zaken zelf in handen moeten nemen. Vreedzaam en zachtjes, maar definitief. Ik geloof absoluut niet in representatieve democratie. We moeten ons ervan bewust zijn dat we in zo’n scenario veel tijd zullen verliezen, veel zullen moeten vergaderen, met allerlei mensen moeten samenkomen. Ik weet dat dat niet zal gebeuren. Mensen van nu hebben daar natuurlijk geen tijd voor, want ze moeten hard werken en vooral blij zijn omdat ze nog werk hebben. Ze moeten hun auto, hun tv en hun appartement nog betalen. Maar de maatschappij krijgt uiteindelijk het bestuur waar ze zelf om heeft gevraagd.

Zo’n basisdemocratie is toch extreem moeilijk. Ik herinner me nog vergaderingen van studentenorganisaties tot vier uur ’s nachts.

Tardi: Natuurlijk. Maar doen de democratisch verkozen regeringen in West-Europa wel echt iets voor de mensen? Ze nemen beslissingen en leggen die vervolgens op aan de bevolking. De beslissingen worden niet eens democratisch genomen. Kijk, de Franse revolutie van 1789 heeft de burgerij aan de macht gebracht. Kort daarna kregen we Napoleon op ons dak, wat nog erger was door de oorlogen en de miljoenen slachtoffers. De Communards hebben niet zomaar de zuil van Napoleon omver getrokken. Dat was een symbolische daad. Ze hebben ook het koninklijke paleis, waar toen Napoleon III huisde, in de fik gestoken. Sommigen wilden zelf zo ver gaan om de Notre Dame in brand te steken, maar dat is uiteindelijk niet gebeurd. Het was een erg antiklerikale beweging.

Door dat antiklerikale aspect heb ik moeite om te geloven dat het hele Parijse volk achter de Commune stond.

Tardi: Niet de hele bevolking, maar wel een grote meerderheid. Je mag de abominabele leefomstandigheden van de mensen toen niet onderschatten. Ze werkten lange dagen als een soort slaven voor een baas. Ook kinderen. Ze leven in de grootste armoede. En dan komt er opeens een sprankeltje hoop van de Commune. Van Napoleon III of eerste minister Thiers moesten ze niet veel goeds verwachten, integendeel. In het bloedbad van de nederlaag van de Commune stierven tussen twintig- en dertigduizend mensen. Gigantisch veel. De troepen van Thiers hebben zich gewroken voor de nederlaag tegen de Duitsers door de Parijse bevolking te decimeren. Zo waren ze in één keer van al die Parijse oproerkraaiers af. Het aantal doden lag zo hoog dat er na de Commune hele industrietakken verdwenen bij gebrek aan arbeidskrachten. Het experiment van de Commune was nog om een andere reden belangrijk: Karl Marx, die toen in Londen zat, stuurde een waarnemer.

De Parijse opstand als model voor de socialistische revolutie.

Tardi: Na de oktoberrevolutie in Rusland vergeleek Lenin de tijd dat hij standhield met de periode van de Commune. ‘We zijn al een week langer aan de macht dan de Commune.’ In revolutionaire en libertaire milieus is het een sleutelgebeurtenis gebleven.

Vroeger zei u wel eens dat u extreem geweld niet wou tonen. Hoe rijmt u dat met uw tekeningen in ‘Het testament van de ruïnes’?

Tardi: Vind je dat er iets onverdraaglijks in staat? Ik teken nog altijd geen extreme dingen zoals ogen uitsteken, oren afsnijden enzovoort. De gebeurtenissen zijn choquerend, maar het geweld dat ik toon, blijft veel braver dan de werkelijkheid. Toen het leger de opstand had neergeslagen, lagen de straten vol lijken. Die werden verminkt: in alle lichaamsopeningen werden flessen gestopt, kleren werden uitgetrokken, darmen werden over straat verspreid… Ik heb het resultaat wel voorzichtig getoond in de decors, maar je ziet het als lezer niet gebeuren. Als ik het getoond had, zou het wellicht een komisch effect hebben gehad en dat was nu ook weer niet de bedoeling.

Door Gert Meesters

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content