LA DOLCE VITA *****

De pijn van de fontein. MARCELLO MASTROIANNI en ANITA EKBERG in LA DOLCE VITA.

Vrijdag 28/6, 23.30 – Ned 2. Federico Fellini, IT 1960

Geen straat die in de jaren vijftig zo beroemd was als de Via Veneto in Rome, een mondain openluchtsalon voor de bright young and beautiful dat ’s nachts bruisend tot leven kwam, en waar wachtende paparazzi – het woord moest nog worden uitgevonden – hun flitslichten zonder scrupules richtten op dat pittoreske wereldje van aristocraten, parvenu’s, beroemdheden en vreemde nachtvogels.

De straat is ook de navelstreng van La dolce vita, Fellini’s magistrale fresco dat iedereen kent door dat iconische beeld van seksgodin Anita Ekberg in een strapless avondjurk met een jonge Marcello Mastroianni in de Trevifontein. De film schreef geschiedenis omdat hij zijn naam gaf aan een tijdperk, maar Met La dolce vita nam Fellini ook afscheid van het (neo)realisme en introduceerde hij het modernisme in de Italiaanse film, samen met Antonioni, die datzelfde jaar L’avventura draaide.

Fellini’s kijk op die zeitgeist, op die jacht op genot, volgt roddeljournalist Marcello Rubini (Mastroianni) – met kostuum, zonnebril en sportwagen met open dak als vaste attributen – die verstrikt raakt in de decadente wereld van de Romeinse demi-monde en aristocratie. Marcello heeft eerst nog literaire ambities, maar die verdampen door zijn talrijke ontmoetingen met de glitterati (onder wie Velvet Underground-chanteuse Nico, als haarzelf): door de valse waarden van het wereldje waarin hij vertoeft, ziet hij het echte leven rondom hem niet meer en verandert zijn relatie met zijn verloofde Emma (Yvonne Furneaux) in een nachtmerrie.

Fellini vat zijn odyssee in widescreen op als een reeks episodes, verhaaltjes waarvan het ene al onvergetelijker is dan het andere. Maar of er nu met champagne getoast wordt op de benen van Magali Noël, er een madonna op een braakliggend veld verschijnt, Anouk Aimée Mastroianni mysterieus de liefde toefluistert in een verlaten villa of Alain Cunny, als een getormenteerde intellectueel, hem audio-opnamen van donderslagen laat horen: Fellini vat telkens koortsig de sfeer – ‘soms monsterachtig, vaak engelachtig’, dixit Pasolini – van het Rome van zijn tijd.

Het leverde hem de banvloek van de katholieken op, iets wat ongetwijfeld bijdroeg tot het sensationele succes van de film, die symbool ging staan voor het decadente Rome zoals The Great Gatsby dat voor de jazz age was geworden. Ook Grote Belg Georges Simenon droeg zijn steentje bij: hij was juryvoorzitter in Cannes toen La dolce vita er de Gouden Palm won.

LUC JORIS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content