EEN EEUWIG KIND VAN 75. DE REEKS ‘KUIFJE’ IS WELLICHT VOOR HET LAATST MET EEN ALBUM AANGEVULD, MAAR DE STROOM BOEKEN EROVER ZAL NOG NIET SNEL OPDROGEN.

KUIFJE EN DE ALFA-KUNST (DE AVONTUREN VAN KUIFJE 24) **

Hergé, Casterman, 62 blz., a 5,25 (softcover), a 8,95 (hardcover)

Hergé, zoon van Kuifje ****

Peeters, Atlas, 479 blz., a24,5

L’Archipel Tintin **

Diversen, Les impressions nouvelles, 120 blz., a 14

Tintin et le mythe du surenfant **

Apostolidès, Moulinsart, 104 blz., a 18

Eigenlijk was het voorspelbaar. Bij het vorige lustrum voegde Casterman het omstreden eerste avontuur Kuifje in het land van de Sovjets toe aan de gewone albumreeks. Met Kuifje en de Alfa-kunst is nu ook het andere buitenbeentje aan de serie toegevoegd: het album dat nog niet af was toen Hergé in 1983 stierf. In 1986 werd De Alfa-kunst al in een verzamelaarseditie gepubliceerd, maar nu is het dus menens. Eigenlijk is de ‘nieuwe’ Kuifje weinig meer dan een onvolledig scenario, aangevuld met drie ruw geschetste pagina’s, 38 paginalay-outs en enkele voorstudies. Hergé haalde zijn inspiratie uit de kunstwereld die hem op het einde van zijn leven zo boeide, maar dat belet niet dat Kuifje-kenners dit scenario over kunstvervalsers en goeroes niet zo hoog inschatten. De Fransman Benoît Peeters gaat er bijvoorbeeld van uit dat Hergé het toppunt van zijn mogelijkheden bereikte met De juwelen van Bianca Castafiore, en dat hij dat niveau nadien nooit meer evenaarde. Van Peeters is nu overigens de fantastische Hergé-biografie vertaald. Op basis van exclusieve bronnen, zoals de brieven van Hergé aan zijn eerste vrouw, schetst Peeters een heel menselijk beeld van de stripauteur. Hij blijft daarbij weg van de mythes die Hergé zelf over zijn leven en over Kuifje schiep, maar ook van de veroordelende toon van de vorige biografie door Assouline. Over de Kuifje-mythes gaat ook Peeters’ bijdrage in L’Archipel Tintin. Daarin is het boeiendste artikel van Jean-Marie Apostolidès, die aantoont waarom het tweeluik Het geheim van de Eenhoorn / De schat van Scharlaken Rackham een scharnierpunt in de reeks is. Diezelfde Apostolidès legt dan weer in een apart boek uit waarom Kuifje wel is uitgegroeid tot een mythe en die andere Hergé-strip Jo, Suus en Jokko niet. Achtentwintig jaar na de laatste afgewerkte Kuifje ( Kuifje en de Picaro’s) wordt er meer over de strip geschreven dan ooit. Gert Meesters

Gert Meesters

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content