Kroonprinsen

Het had iets aandoenlijks. Jonge veldrijder Laurens Sweeck die in de hoek van de sofa mompelt dat hij ‘dat thuis soms wel zelf doet’. Vriendin Annouck stond in jeansshort aan het fornuis van het appartement in Las Vegas en roerde de rijst nog eens om. Maar thuis kookte Laurens dus gewoon zelf. Beweerde hij halsstarrig. Annouck krabde de aangekoekte rijst los, wierp een schichtige blik in de camera en zweeg. Alsof ze de waarheid wilde laten waar ze was: ergens in het midden.

Kroonprinsen heet de nieuwe sportreeks van Luc Kempen. Een jaar lang hing hij in het wiel van vier jonge, zeer talentrijke veldrijders. Is het omdat de mens nu eenmaal afstamt van de moddermicrobe dat we dat slijk zo nu en dan graag tussen onze tanden proeven? In ieder geval: de veldrijder valt niet los te koppelen van een zekere heroïek, omdat hij op zijn fiets door de modder ploetert op dagen waarop een meer teerhartige mens onder een deken wegkruipt. Noest en vastberaden doet hij dat. Ieder pijntje aan knie, teen of heupgewricht verbijtend. Alsof hij het een eer en een genoegen vindt om de gedeelde afkomst van de mensheid nog eens in de verf te zetten.

Aan privacy doet de doorsneeveldrijder niet. Zeker niet tijdens het seizoen. Zijn leven is ons leven en dus was het voor Kempen behoorlijk eenvoudig om zich in ieder aspect van dat leven te nestelen. Zo schoof hij gezellig aan aan de ontbijttafel van de Iserbyts in Bavikhove. Mama en papa smeerden in badstoffen kamerjas een laagje boter op hun toasts, zwaaiden nog wat slaapdronken naar de camera, terwijl zoonlief Eli – over wie het uiteindelijk ging – bijna emotioneel werd toen hij zijn grote liefde in beeld bracht. Naast vriendin Puck waren dat zijn zeven fietsen, netjes op een rij in de woonkamer. Eli had ze nu eenmaal graag binnen handbereik. Ondertussen dropte mama Iserbyt met opgetrokken neus het ontbijt van zoonlief op zijn bord. Kip met spirelli. ‘Hij eet niets anders’, zei ze met de bezorgdheid die de meeste moeders eigen is. En kijk, als een mens die weet dat hij overal en altijd gefilmd wordt, glimlachte ze er kamerbreed bij.

In Kroonprinsen knoopt Kempen ongeveer alle aspecten uit het leven van een jonge veldrijder aan elkaar. Opstaan, trainen, dollen met vrienden en familieleden, stoeien met vriendinnen en huisdieren. Het zijn goed geordende levens die het ritme van het veldritseizoen volgen. In het voorjaar langzaam opbouwen om in de herfst en winter scherp te staan. Vriendinnen en familieleden moeten in dat strakke schema hun eigen plaats vinden of zich er op z’n minst mee verzoenen. ‘Ik zet automatisch een stap opzij’, vertelt Sarah, vriendin van Wout Van Aert terwijl ze met hem op de achterbank van een limousine over The Strip in Las Vegas glijdt. ‘Ik vind het niet meer erg’, voegt ze er na een korte stilte aan toe. Een reportagemaker zou hier even doorduwen, een seconde langer inzoomen. Maar omdat Kempen zijn hoofdpersonages het gros van de tijd zichzelf laat filmen, wordt er netjes binnen de lijntjes getoond en gesproken.

Wie ervan geniet om op barre dagen door modder te baggeren, heeft meestal wel geleerd emoties op tijd en stond aan de kant te schuiven. Ondanks de intieme beelden en de vele selfies mist deze documentairereeks een goede portie drama. Ja, er wordt gevallen; ja, er wordt een seizoensstart gemist; drama’s die prompt gerationaliseerd worden. Dat is goed en noodzakelijk voor het moreel van de veldrijder – het maakt hen tot absoluut toffe peren – maar dodelijk voor de spanningsboog van een documentaire.

maandag 9/1, één ***

door Tine Hens

Ondanks de intieme beelden en de vele selfies mist Kroonprinsen een goede portie drama.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content